Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 6 VIC-ZYP

[Ary Wys]

Wys (Ary), in geen hooge of vreemde scholen,
van weereldwyzen opgevoed ³,

was een Rotterdamsch burgerman, tijdgenoot en

3 F. de haes, Verscheiden Gedichten, bl. 220.

[p. 566]

vriend van smits, de haes, hoogvliet, versteeg en andere toen bloeijende dichters, die zijn' dichtlust aanmoedigden en zijn' in 1745 te Rotterdam uitgegeven rijmarbeid: 's Heilands Kruisgeschiedenis in 348 dichttafereelen met lofdichten vereerden. Dit werk is met regt een gedenkstuk van de matheid en zenuwloosheid der Nederduitsche dichtkunst in het midden der achttiende eeuw. Het water komt iemand reeds in den mond bij het eerste tafereel het beste (als zulke laffernijen dan tafereelen moeten heeten!)

't Is een gewyd Profeet, die een gebeurtenis
Veropenbaart, eerze in de eerstvolgende oorzaak is.
Had ooit de aaloutheit, in haar predikoefeningen,
Die zoeneeuw en haar kerktooneelveranderingen
Juist afgetekent op haar godtgewyde blaên,
De Heilant Jezus hangt 'er 't godlyk zegel aan,
Als hy zyn kruisvaart schetst in bybelschilderyen.
En schuwen wy dan nog het woord der profeetcyen ¹?

Neen dat juist niet, maar wel het woord van zulke vijgachtig laffe rijmerijen.

1 A. wys, 's Heilands Kruisgeschiedenis, bl. I.