Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 6 VIC-ZYP
(1827)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Daniel Willink]Willink (Daniel) Ga naar voetnoot1 werd geboren te Amsterdam, den 31 Mei 1676. Hij was de oudste | |
[pagina 511]
| |
van elf kinderen van jan willink en margareta desmazieres. Hij werd opgeleid tot den wijnhandel, en verbond zich in 1698 door den echt met wynanda de bruin. Den tijd, die hem van het stipt waarnemen zijner handelwerkzaamheden en de zorg voor de opvoeding van zijne zes kinderen overschoot, besteedde in nutte letteroefeningen en het opstellen van dichtstukken; ook was hij lid van het dichtoefenend genootschap: Constantia et Labore, hetwelk niets dan tooneelstukken heeft uitgegeven, op welk dichtvak de smaak van willink echter niet gevallen was. Hij bereikte den ouderdom van slechts zeven en veertig jaren, toen hij, zich in de Beverwijk bevindende, aldaar door eene ziekte overvallen werd, aan welke hij den 16 October 1722 overleed. Willink was een braaf, achtingwaardig mensch, burger en huisvader, gemoedelijk en weldenkend Christen, doch middelmatig dichter, gelijk de meeste zijner gelijktijdige kunstgenooten, met wie hij gelijken tred hield. Zijne werken, zoo bij zijn leven als na zijn' dood in het licht gekomen, zijn de volgenden: Amsterdamsche Tempe, of de Nieuwe Plantagie, begrepen in twee Boeken, nevens den Amstelstroom, Amst. 1712; Bloemkrans van Christelijke Liefde- en Zededichten, Amst. 1714; Lusthof van Christelijke Dank- en Bedezangen, Amst. 1715; Christelijke Gebeden voor yder dag der weke en op bijzondere tijden en voorvallen gepast, Amst. 1717; Amsterdamsche Buitensingel, Amst. 1723; | |
[pagina 512]
| |
De Lustplaats Groot Heerema, by Franeker, Amst. 1734, enAmstellandsche Arkadia, twee deelen, Amst. 1737. Al deze werkjes zijn zindelijk en fraai uitgevoerd, met platen versierd en sommigen herdrukt. Derzelver inhoud heeft meer stichtelijke en historische dan dichterlijke waarde, en staat in alle opzigten gelijk met dergelijke voortbrengselen van claas bruin, met wien willink in denkwijze en dichttrant ook volkomen overeenstemde. |
|