Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 6 VIC-ZYP
(1827)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Jeronimus van der Voort]Voort (Jeronimus van der) Ga naar voetnoot2 was Factor van de rederijkkamer De Goudsbloem, te Antwerpen in de laatste helft der zestiende eeuw, en muntte waarlijk niet zeer uit boven zijne kunstbroeders, schoon hij op verscheiden rederijkersfeesten menigen aanzienlijken prijs behaalde. Blootgesteld aan de vervolgingen van den bloedgierigen Hertog van Alba, ontkwam hij ter naauwernood | |
[pagina 394]
| |
zijne handen binnen Lier, en vervoegde zich bij den Prins van Oranje, dien hij verzelde op al zijne togten door Braband en Henegouwen, in Frankrijk en Holland, tot een jaar na de Gentsche bevrediging: hij was dus ooggetuige van al de rampen des oorlogs, pest, honger, plundering, moord en de onbeschrijflijkste ellenden, die hem aanleiding gaven tot het opstellen van een werkje, getiteld: Het Heerlyck Bewys van des Menschen Ellende ende Miserie onderworpen, van het beghin der Menscheyt, tot dat hy wederom coemt tot den grave. Oock hoe ongheluckich hy is buyten alle andere dieren, aengaende de natuere: getrocken wt alle oude Philosophen en stichtelyck in Rhetorycke ghestelt, gedrukt in den Briel, bij a. voorstadt Ga naar voetnoot1. Achter dit werkje staat een Refereyn van de omgekeerde Rocken binnen Antwerpen. Zoowel de verzamelaars der Euterpe als de Heer willems deelen proeven mede van 's mans armhartigen rijmtrant; want rijmen en verder niets zijn immers deze en dergelijke regels:
Wee u, den haen die kraeyt,
In plaets van traenen ghy u met leughens begaeyt,
Christum ghy versmaeyt, aleer ghy wort gebracht
Ter proeven pylaer, eer men u 't kruys oplaeyt,
Twoort in u ghesaeyt, ghy moetwilligh versmaeyt.
Meer vindt men, des nieuwsgierig, ter aangewezen plaatse. |
|