Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 5 OGI-VER
(1824)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij
[pagina 413]
| |
[Cornelis Udemans]Udemans (Cornelis), een Zeeuwsch dichter, tijdgenoot en vriend van cats, wiens dichttrant hij volgde, gaf in 1652 een rijmwerk in het licht, getiteld: Nederlantsche Tragi-comedie, vertoonende het gewoel der voorledene en tegenwoordige oorlogen in de Vereenigde Nederlanden. In 1660 werd dit werk gevolgd door zijne Af-beelding van de Verkeerde Werelt, zijnde eene verzameling van bijbelsche historien in Leonijnsche rijmen, die een' grooten rijkdom van rijmwoorden aanduiden. Alles loopt hier stapvoets in denzelfden telgang voort, van De Scheppinge der Werelt af tot christus Hemelvaert toe. De volgende proeve van 's mans gemakkelijken en slaperigen rijmtrant strekke daarvan ten bewijze: Maer David niet en sliep door 't trappen op sijn zeer, Maer hy nu selve riep: Ick heb gesondigt, Heer. Toen hy nu lag gestreckt gelijck op Godes pijnbanck, Toen werdt hem toegereckt den wijn van Godes wijnranck. Die laafde noch sijn hert in sijnen grooten noot, Want hem geschonken wert het leven voor de doot Ga naar voetnoot1. Bij de historiën van het Nieuwe Testament heeft hij echter van het middenrijm afgezien. |
|