Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 5 OGI-VER
(1824)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Pieter Rixtel]Rixtel (Pieter) was een zeer verdienstelijk dichter, lid van de Haarlemsche rederijkkamer De Wyngaardranken, onder de spreuk: Liefd' boven al. Zijne gedichten zijn voor de tweede maal in 1717 te Amsterdam gedrukt, onder den titel van Mengelrijmen. Het zijn meest allen stukjes van kleinen omvang, bijschriften, puntdichten enz., die inderdaad zeer geestig zijn; wij hebben de besten elders doen kennen Ga naar voetnoot1, en herinneren hier slechts de beide overheerlijke krachtige regels op de schilderij van het voormalige Amsterdamsche stadhuis, door g. berkheyden geschilderd: Het aghtste wonder staet van steen gebout aen 't Y;
Maer 't negende is dat aghtste in deze schilderij
Ga naar voetnoot2.
| |
[pagina 173]
| |
Toen hij van Purmerend (welligt zijne geboorteplaats) als Procureur naar Haarlem en de Predikant lastdrager gelijktijdig als Leeraar naar Leeuwarden vertrok, kenmerkte hij beider vertrek door den volgenden luimigen inval: Ons predikheer vertrekt naer Vrieslant, om te leeren,
En ik naer Haerlem; beyde om meerder dienst te doen:
Hij reyst, om dat aldaer meer schapen zijn te hoên,
En ik, omdat aldaer meer schapen zijn te scheeren
Ga naar voetnoot1.
Er bestaat ook van hem een treur-blij-eindend spel, De Groote Robbert, in 1672 gedrukt. Deze geestige weinig bekende dichter stierf te Haarlem, den 10 Maart, 1673. |