Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 4 JAC-NYV
(1823)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Jan Laurens Krafft]Krafft (Jan Laurens) Ga naar voetnoot2, Plaatsnijder te Brussel, gaf aldaar in 1740 een rijmwerk in dry deelen in het licht, getiteld: Schat der Fabels, gekosen uyt de voornaemste Verdichtschryvers. Dit erbarmelijk broddelwerk moet, volgens de voor- | |
[pagina 128]
| |
rede, dienen ‘om de misagters van de Nederduytsche tael te overtuygen, dat zy zoo bekwaem is om verhevene zaeken kort en bondig aan te wyzen als eenige andere.’ Wij, die groote misagters zijn van de ‘Nederduytsche tael,’ vulgo het Vlaamsch, houden ons overtuigd dat het plat Amsterdamsch even zoo ‘bekwaam is om verhevene zaeken aan te wyzen’ als het zoogenaamde Nederduitsch van dezen Brusselschen graveur. |
|