[Christoffel de Cock van Kerckwijck]
Kerckwijck (Christoffel de Cock van). Van
dezen bestaat er een gansch bijzonder rijmwerk, onder dezen zeer vreemden
titel:
Pestbasiliscus en verduysterde liefde in des werelts
avondtstondt, met een bijgevoegde ontmaskerde Pestmom, of klare, waerachtige
Beschrijvinge der Pestilentie, enz. 's Hertogenbosch, 1668,
in 4to. Het rijmwerk is zeer kreupel en ellendig, en op vele
plaatsen slordig en onkiesch; op den titel heet hij Doctor en Professor,
Medicinae in de Stadt en Illustre Schoole van 's Hertogenbosch; en
ook uit de Redevoering over die Illustre School door Prof.
a. velingius, in 1760 uitgegeven, bl. 44,
blijkt dat van kerckwijck tot het voorzeide professoraat was aangeteld in 1667
en overleden in 1678.
De man is ten uitersten verstoord over den grooten schrik, dien men
in zijn' tijd voor de pest had, die toen in de Meijerij van 's Bosch
woedde, hij meende, onder anderen, dat de geregtelijke vervolgingen
(executiën), die de boer tot voldoening van gevorderde betalingen
onderging, erger dan de pest waren, waaromtrent hij zich dus uitlaat:
Maer ondertusschen komt den deurwaerder op 't lest,
Dan staet hy (de boer) slegt en siet: dit is de slimste pest:
Neemt weynig menschen me gevangen of gespannen,
Maer sleept schier alles wech van potten, keetlen, pannen.
Noch geess'len sy het volck met doorn van groene roeden;
Is dat geen pest genoeg (soo wil ons Godt behoeden!)
Droeg yeder in de pest, in plaats van witte roe
Een groen roe en syn macht, ick was mijn leven moe, enz.