Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 4 JAC-NYV
(1823)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Johan Huibert Jungius]Jungius (Johan Huibert) Ga naar voetnoot1 was de zoon van sixtus jungius, Predikant te Middelbert, bij Groningen, en werd aldaar geboren den 22 October 1692. Na den dood zijns vaders begaf zijne moeder zich metter woon naar Groningen, alwaar hij het onderwijs genoot in de Latijnsche en Grieksche talen, en vervolgens aan de Leydsche hoogeschole zich tot den predikdienst bekwaam maakte, dien hij dan ook achtervolgens bij de Hervormde Gemeente te Voorschoten, te Vianen, te Hulst en | |
[pagina 37]
| |
te Vlissingen met lof heeft waargenomen. Hij overleed te Amsterdam, waarheen hij vertrokken was tot het ondergaan van eene gevaarlijke kunstbewerking, den 19 September 1743. Hij was een geleerd man en niet ongeacht dichter bij zijne tijdgenooten. Zijne dichtstukken, meest gelegenheidsverzen, zijn afzonderlijk verspreid; wij hebben er ook eenigen in handschrift gezien, doch niet belangrijk genoeg om er hier iets uit mede te deelen. |
|