Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 2 CAB-GYZ
(1822)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Cornelis van Ghistele]Ghistele (Cornelis van) Ga naar voetnoot1 bloeide omstreeks de helft der zestiende eeuw, en was factor der Rederijkerskamer De Goudbloem te Antwerpen; hij beöefende zoowel de Latijnsche als de Nederduitsche dichtkunst. In een Latijnsch gelukwenschingsgedicht aan philips II noemt hij dezen Koning van Engeland Ga naar voetnoot2; men weet ondertusschen dat philips, die met de Engelsche Koningin maria gehuwd was, misnoegd om de standvastige weigering des parlements om hem te kronen, en geene kinderen hebbende bij zijne gemalin, in September 1555 Engeland verliet, en zich naar Brussel begaf, alwaar zijn vader karel V den 25 October deszelfden jaars hem de heerschappij over de Nederlanden overdroeg. Philips, die verder niet naar zijne gemalin omzag, welke in 1558 stierf en | |
[pagina 377]
| |
door hare zuster elizabeth werd opgevolgd, was dus van Engeland zooveel als een Koning in partibus infidelium, en laffe vleijerij alleen kon dien afschuwelijken tiran in 1556 dezen titel geven; de Engelschen, hebben hem nooit anders dan als den gemaal hunner Koningin beschouwd. Ondertusschen heeft dit Latijnsche gedicht, en een vroeger van 1554, Iphigeniae immolationum, in twee boeken, slechts de waarde der zeldzaamheid Ga naar voetnoot1. Van ghisteles Nederduitsche gedichten zijn vertalingen van terentius, horatius, virgilius en ovidius, vervaardigd tusschen 1550 en 1560. Hij heeft, zegt huisinga bakker Ga naar voetnoot2, ‘in zijne berijmde vertalingen de basterdwoorden meer gemijd dan de kameristen van zijnen tijd; doch de lade der stopwoorden om de rijmklanken te vinden heeft hij dikwijls geplunderd.’ Ongetwijfeld gold hij in zijn' tijd voor een' geleerd' en beroemd' man; doch zijne dichtwijze oordeelt de Heer de vries, die eenige voorbeelden daarvan aanvoert, eer minder dan beter in vergelijking van die van anna bijns Ga naar voetnoot3. Door huydecoper wordt hij dikwijls in zijne Proeve aangehaald, gelijk ook door de schrijvers der Tael- en Dichtkundige Bydragen. De Heer willems Ga naar voetnoot4 | |
[pagina 378]
| |
acht het niet onmogelijk dat hij tot het adelijk geslacht behoorde van den vermaarden reiziger joos van ghistele, Ridder, Heer van Axel, Maelstede, enz. Voorschepen van Gend, alwaar hij in het midden der vijftiende eeuw geboren was. |