Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 2 CAB-GYZ
(1822)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Joannes Franciscus Cammaert]Cammaert (Joannes Franciscus), geboren te Brussel, in 1710, was in zijn' tijd een niet onverdienstelijk tooneeldichter; men heeft van hem: Adam en Eva uyt het lustparadys gejaegt, 1746, David zegepraelende op Goliath, 1746; voorts uit het Fransch: Ninette in het hof, 1757, De dry verliefde Nichten, 1757, Den Hoogmoedigen, | |
[pagina 3]
| |
1757, Den Waerzegger van het dorp, 1758, Den valschen Astrologant, 1763, De Koning en de Pachter, 1768, De Kuiper, 1768 en De Twee Jagers en het Melkmeisje, I768. De vertaling dezer tooneelstukken is gewrongen en zeer middelmatig, gelijkookdie van boileaus Art Poétique, die hij met aanmerkingen in 1754 uitgaf. Zijn eerste werk was eene vertaling in rijm van quintus curtius, die in 1745 te Brussel in het licht kwam. Cammaert had meer aanleg tot oorspronglijk dichter dan wel tot dichterlijk vertaler; ten minsten in zijn treurspel David zegepraelende zijn vrij goede gedachten, echt tragische uitdrukkingen en situatiën Ga naar voetnoot1. Het is jammer dat hij verkoos liever aan den Franschen leiband te loopen, dan los en vrij op den eerst ingeslagen weg stevig voort te stappen. |
|