Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 1 ABE-BYN

[Cornelis Boy, of Boey]

Boy (Cornelis) of Boey, afkomstig uit een deftig Zeeuwsch geslacht, en geboren te Zierikzee, bekleedde in het midden der zeventiende eeuw het gewigtig ambt van advokaat-fiskaal en prokureur-generaal over Holland, Zeeland en Friesland ¹. Hij was een kundig regtsgeleerde en vrij goed Latijnsch en Nederduitsch dichter. Men heeft van hem eene zeer verdienstelijke Psalmberijming, die onder den titel: Psalmen Davids, volgende de nieuwe oversettinge des Bibels, te Rotterdam, in 1648, uitkwam, en in 1659 te Leyden herdrukt werd, onder den titel: Het nieuwe werk der Psalmen van den Koning David ². Hij was de bijzondere vriend van c. van baerle, die zijn huwelijk met anna van brandwyck van blockland in fraaije Latijnsche verzen bezong ³, en met hem eenige dichtstukken uit de werken van j. cats in het Latijn overbragt en gezamentlijk in 1656 te Leyden in het licht gaf, onder den titel: Jacobi Catsii Faces Augustae, Latino carmine celebratæ.

1 Wagenaar, Vad. Hist. XII Deel, blz. 283.

2 J. van iperen, Kerkelijke Historie van het Psalmgez. I Deel, blz. 176.

3 J. van beverwyck, van de Wtnementheyt des Vrouwelicken Geslachts, blz. 7.

[p. 384]

Zijne overige Latijnsche en Nederduitsche geschriften ¹ dragen blijken van grondige geleerdheid, een geöefend verstand en goeden smaak. Hij overleed in 's Hage in 1665.

1 P. de la rue, Geletterd Zeeland, blz. 171.