Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 1 ABE-BYN
(1821)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Livinus Franciscus van Bouchaute]Bouchaute (Livinus Franciscus van), een Gentenaar, en kanonik regulier der abdij van Drongen en pastoor te Baerle, heeft in 1734 te Gent uitgegeven: Tafereel der Penitentie, historigewys opgehaelt. De Heer willems Ga naar voetnoot2 deelt de volgende alleenspraak van lucifer daaruit mede: O dwaesheyt! waer ben ick door hoogmoet heen gevaeren?
Ick, die was 't flickrend licht van soo veel duysent schaeren,
In 't hemels hof geplaetst, die bracht den luyster aen,
Wat heeft myn boosheyt my niet grouwlen doen bestaen!
| |
[pagina 382]
| |
Vervloeckt sy het begin, wanneer ick ben geschapen!
Had ick in mynen niet voor eeuwig blyven slapen,
Soo soud' ick voor geen eeuw tot 't helsche vuur gedoemt,
Verwenschen mynen stoet, in d'hemel soo geroemt.
'k Berst van wanhope en spyt. Ick die was in den hemel
De glinstrend Morgensterr', die door myn glansgewemel,
Den luyster van een Godt aan d'Engelen deed sien,
En was het fackellicht des hemels
Ga naar voetnoot1.
|