Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 1 ABE-BYN
(1821)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Bernardus Jacobus Bongardt]Bongardt (Bernardus Jacobus). Zeer spijt het ons, dat wij, ondanks alle aangewende moeite, niet hebben kunnen bekomen 's mans Troostzang of Rymkatechismus, in LIV Psalmen voor Davids Huis, geschikt naar ursinus Leerwyze en datheens Zingtrant, by de zogenaemde waere Gereformeerde Batavieren; om verbysterde Kristenen te regt te brengen, of te koesteren, in de Moederschoot der Heilige Katholike Kristelyke Kerk, Hoorn, by t. tjallingius 1762, ten einde den lachlust onzer lezers in een' ongemeen hoogen graad op te wekken; dan, wij doen wat wij kunnen, en leveren, tot dit oogmerk, uit de tweede hand Ga naar voetnoot1 eenige staaltjes van dit stukje, welks inhoud nog zonderlinger is dan deszelfs titel: De Wet doet me eerst opletten:
‘Heb God volkomen lief
En min den naasten.’ (Sant
Santinnen, Quant en Sletten)
‘Net als u zelven. -
Ga naar voetnoot2.
- - Toen Adam is gevallen
Viel ik in hem, en werd, in Aart, Gods mallen
Aartsvyand - - -
Ga naar voetnoot3.
| |
[pagina 327]
| |
Geloof aan God, in God en God verschilt
Niets in opregt Geloof. 't Koomt aardig:
't Blyft by de Bruid, schoon zy 't bedilt.
Door dit Geloof is ze al Regtvaardig
En heilig: ja 't geloof maakt haar
Opregt in Gods Schriftuurzin klaar.
't Leert ons ook God, met Gods beloften,
Verstaan, begeeren, en in kruis
Vertrouwen, niet verwaant, als schoften,
Als Huichelaars; maar als Gods Gruis
Ga naar voetnoot1.
- o Nutte Kruisleer! dat wy zyn gekruist
Toen Kristus stierf, gedood en voorts begraaven;
Zoo wy hem zoeken, ons gedrag beschaven
En God eerbieden, hinkende en vergruist,
Dog voor de vuist
Ga naar voetnoot2.
- De Misdienst zegt: geen heil word ooit verovert
Van Kristus kruis, ten zy hy word getovert
In Schuim en Wyn: ook moet ge eerst daarvoor knielen
Eer hy ter keel insnapt, naar Buik en Hielen
Ga naar voetnoot3.
- Als Leeraars eerst vertoonen
Wie in Gods Ryk zal woonen
En voorts wie by de Honden
In 't Helhol word gezonden;
| |
[pagina 328]
| |
Dan werkt de Predikaatsy egt.
Verwringt gy dezen Sleutel,
Dan maakt hy slegts gereutel;
Want dwarsom draait hy overslegt
Ga naar voetnoot1.
- - - Dus uitgedost,
Waardeere ik alle Goede werken nuttig:
Ten blyk dat ik bekoort ben, om, niet duttig,
Maar raps te zyn tot 's Naastens Nut, Gods roem
En mynen troost als Jesus Zonnebloem
Ga naar voetnoot2.
Men denke niet dat bongardt de dolhuispoëet was, van wien van effen spreekt Ga naar voetnoot3, ô neen! toen hij dezen Troostzang uitgaf was hij Gereformeerd predikant, of, gelijk hij zich zelven betitelt: ‘Pastor’ te Hoorn. |