Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 1 ABE-BYN
(1821)–P.G. Witsen Geysbeek– Auteursrechtvrij[Joan Bagelaar]Bagelaar (Joan). De Heidelbergsche Catechismus was in vroeger' en later' tijd meermalen een voorwerp, aan hetwelk de rijmzucht hare krachten beproefde, om denzelven in de wonderlijkste rijmvormen te wringen Ga naar voetnoot2, gelijk wij in den verderen loop van dit werk zullen zien; bagelaar heeft deszelfs twee en vijftig Zondagen in even zoo vele klinkdichten - geklonken, kunnen wij niet zeggen, maar als in eene pers geprangd, en met deze samenpersing in eene opdragt den Amsterdamschen burgemeester | |
[pagina 183]
| |
n. witsen, en vervolgens het publiek met de uitgave lastig gevallen Ga naar voetnoot1. ‘Dat de kenners der Nederlandse poësy in deze 52 klinkdigten meer bevalligheid sullen vinden, dan sy in de beryming van sulken kerkstof verwagt hadden,’ was bij pars Ga naar voetnoot2 in 1701 nog ‘buiten alle twijffel’!!! |
|