Krullebolletjes(1896)–Tine van Berken– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Een buurpraatje. ‘Goedenmorgen, buurman Frits, Hoe gaat het met Spits?’ - ‘'k Dank de dames voor haar vraag, Dat gaat wel, vandaag. Maar vannacht was hij bijna gestorven. Gisteren had hij zijn maag weer bedorven. Pannekoeken had Moe, moet u weten, Nu, dat is ook een kostlijk eten, - Maar, hoe is het met uw pop, Groeit die nog al aardig op?’ ‘Dank u, 'k mag tevreden zijn, Ze lijdt wel wat pijn, Want de dokter heeft zoo net Haar arm afgezet. Van de week heeft ze 't roodvonk gekregen, En een tijdje met kiespijn gelegen. Maar zoo gaat het met kinderen altijd. 't Kan niet anders, hoewel het me spijt. Nu, het beste met uw Spits! - Morgen, dames!’ - ‘Dag, heer Frits!’ [pagina 31] [p. 31] Vorige Volgende