Kleine tante Letje
(1898)–Tine van Berken– Auteursrecht onbekend
[pagina binnenkant voorplat]
| |
[pagina 1]
| |
Ze ging naar het kerkhof
En kocht hem een graf;
Maar toen ze terugkwam,
Zei Bruno: ‘Wof, waf!’
Ze ging naar den winkel
Om wijn: Bruun was ziek;
Maar toen ze terugkwam,
Deed Bruun gymnastiek.
| |
[pagina 2]
| |
Ze ging naar den melkboer,
En vulde haar kan,
Toen ze terugkwam,
Zat Bruun als een man.
| |
[pagina 3]
| |
Weer ging zij uit
En liet Bruun alleen thuis;
Toen ze terugkwam,
Ving Bruno een muis.
Ze ging naar den slager
En kocht karbonade;
Toen ze terugkwam,
Dronk Bruun chocolade.
| |
[pagina 4]
| |
Ze ging naar het fruithuis,
En kocht hem wat fruit;
Als ze terugkomt,
Speelt Bruun op de fluit.
| |
[pagina 5]
| |
Opnieuw ging zij uit,
Kocht een stoel en een koek;
Toen ze terugkwam,
Las Bruun in een boek.
| |
[pagina 6]
| |
In een groot magazijn
Kocht ze Bruno een hoed;
En toen ze terugkwam,
Zei Bruun: ‘Die past goed!’
Ze ging naar 't fornuis
Om een kalfstong te koken;
Toen ze terugkwam,
Zat Bruno te rooken.
| |
[pagina 7]
| |
Ze ging naar de stad
En kocht kousen van zij;
Toen ze terugkwam,
Schreef Bruun op een lei.
| |
[pagina 8]
| |
Ze kocht hem een stok
In de Fransche Bazaar;
Als ze weer thuis komt,
Rookt Bruun een sigaar.
Ze ging naar den kapper
En kocht hem een pruik;
Ze kwam weer bij Bruun,
Die had pijn in zijn buik.
| |
[pagina binnenkant achterplat]
| |
Ze ging naar den snijder
En kocht hem een rok,
Toen ze weer thuis kwam,
Reed Bruun op een bok.
| |
[pagina achterplat]
| |
Mevrouw nijgt haar hoofdje,
Meneer buigt in 't stof,
Mevrouw zegt: ‘Ik groet u!’
Meneer zegt: ‘Wof, wof!’
|
|