' 't Is Beatrijs'(1919)–J. Winkler Prins– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 269] [p. 269] Nagelaten verzen van J. Winkler Prins 't Is Beatrijs. 't Is Beatrijs, die uit de kloosterpoort Bij 't vallen van den avond sluipt naar buiten, Bebloemde velden langs waar vooglen fluiten En tusschen boschjes over 't mospad voort, Tot ze uit 't struweel zich zachtkens roepen hoort En 's lieven arm heur snelle vlucht komt stuiten En bleeke wangen tegen wangen sluiten Waar liefde's roos in purperglansen gloort. Dàn na 't gedartel weg, de wereld in, En jaren lang in kommer rondgezworven, Maar 't eind viel zwaar na 't vreugdevol begin. Zij klopt weer aan. Wie opent? Als bestorven Versteent zij haast. Gods Moeder heeft uit min Haar taak vervuld - zij 't hemelrijk verworven! 1888. Vorige