12. Tègen, tegen; de è in dit woord,
even als in gèven, lèven, èten, hèmel, enz.
klinkt helder maar zeer kort, zoodat men door te spellen teggen, gevven,
levven, etten, hemmel eigenlijk nader bij de volksuitspraak komt. Ook in de
vertaling in den tongval van Vreden, (bl. 221) is teggen
gespeld.
13. Gaddert, vergaderd, vergaard.
16. Vratten, vraten; zie vs. 16 van de vertaling in den
tongval van Leeuwarden.
Nummes, niemand, komt in alle echtsaksische tongvallen
voor, vooral ook in die van 't hedendaagsche Duitschland. Zie vs. 16 bl. 127
vs. 16 bl. 282 op neemes, vs. 16 bl. 233 en vs. 16 bl. 127.
17. Zik, zich; zie vs. 15 bl. 339.
Wo, hoe, het hoogduitsche wie; zie vs. 19 bl. 276 op
wie.
19. Nich, niet, het hoogduitsche nicht, behoort in
oostelijk Twenthe te huis; in westelijk Twenthe is het niet,
neet.
22. Kistentuug, de beste kleederen; zie vs. 22 bl. 320.
29. Zu, zie; zie vs. 29 bl. 226, vs. 29 bl. 222 en vs. 29
bl.213.
I-j, gij, als de zoon tegen zijn vader, de jongere tegen
den ouderen, de mindere tot den meerderen spreekt. In het tegenovergestelde
geval zeit men voor gij, dou. Zie vs. 31 hier beneden en vs. 12 bl. 288
op gèj.
Wille, genoegen, genot, vreugde. Wille is in dezen
zin ook friesch en komt tevens in enkele hollandsche tongvallen voor.
31. Dou, gij (ook in Friesland); zie vs. 29
hier boven en vs. 31 van de vertaling in den tongval van
Leeuwarden.
Bis, zijt, door afslijting van 't oorspronkelijke
bist; men zeit ook bis in sommige holsteinsche, nederrijnsche en
limburgsche tongvallen; zie vs. 31 bl. 285, vs. 31 bl. 282, vs. 31 bl. 278,
vs.31 bl. 57 en vs. 31 bl. 258.
In den
Overijsselschen almanak voor oudheid en
letteren van 't jaar 1836 komt een zeer goed geschreven
Twenther Brul'fteleed (Twenthsch bruiloftslied) voor, in den
tongval van de stad Enschede geschreven. Verder vindt men in dien
zelfden almanak van 1839 een proeve van het noordoostelijke twenthsch, die
tevens kan dienen als voorbeeld van den tongval in 't nederdeel van de
graafschap Benthem, dus van Noordhoorn,
Nienhuis en omstreken (zie bl. 220), onder den titel van
Soamensproake tusschen Geerts en Luuks an de Rammelbekke tusschen
Dennekamp en Nothoorne. Een andere proeve van het oostelijke twenthsch
en wel uit den omtrek van Oldenzaal komt voor in den