Old dutch nursery rhymes. Hollandsche kinderliedjes

[p. 30]

[p. 31]

In Holland Stands A House
In Holland staat een huis

Moderato
Matig

In Hol - land stands a house, - In Hol - land stands a
house, - Heigh - o, jig jig-ge - ty, ting - a - ling, Join hands to-ge-ther and
form a ring, In Hol-land stands a house, In Hol-land stands a house.

In Hol - land staat een huis, - in Hol - land staat een
huis, - in Hol - land staat een huis fal-de-ra van drie-maal tin-ge-lin-ge
hop - sa - sa in Hol - land staat een huis in Hol-land staat een huis -

And in it lives a man,
The man he has a wife.
The wife she has a child,
The child it has a maid,
The maid she has a boy,
The boy he has a dog,
The maid she has a cat,
Now the dog turns out the cat,
And the boy turns out the dog,
And the maid sends off the boy,
And the wife sends off the maid,
And the wife now leaves the house.
And the man must leave it too,
And the house now catches fire,
And the child is left alone,

In dat huis daar woont een heer, enz.
En die heer die nam een vrouw,
En die vrouw die nam een kind,
En dat kind dat nam een meid,
En die meid die nam een knecht,
En die knecht die nam een hond,
En die meid die nam een kat,
En nu gooien we de kat uit huis,
En nu gooien we den hond uit huis,
En nu sturen we den knecht uit huis,
En un sturen we de meid uit huis,
En nu gaat die vrouw uit huis,
En nu gaat de man uit huis,
Nu schoppen we het huis in brand.
Nu staat dat kind alleen,