In de sneeuw
Lize en Lientje zijn niet bang voor de kou. Ze vinden het heerlijk in de sneeuw te loopen. Ze maken een plannetje om samen naar Grootmama te gaan, die woont heel ver weg. Dapper stappen ze er op los en zeggen:
We gaan door de sneeuw naar Grootmama toe,
De wegen en boomen zijn heelemaal wit
En de lucht ziet heelemaal grijs,
Maar lag er de sneeuw veel hooger nog
En gaat het niet vlug, we komen er toch.