| |
| |
| |
Index van persoonsnamen en instellingenGa naar voetnoot*
Aa, Maurits van der (Vandere); lid van de vroedschap van Leiden, lid van
de Gecommitteerde Raden van Holland: VII 295 |
Aachen, Hans von (Hans van Aaken) (1552-1615); Duits schilder: I 115 |
Abbe Frerickx; klerk van Hessel Bootsma: VII 123 |
Abram, vader: I 1, V 128 |
Accoste, Madeleine d' (ambassadrise van Spagnien, vrau de Bruin) († 1653);
echtgenote van Antoine Brun: VII 235, 241 |
Acronius, Abraham (± 1618-1656); predikant te Birdaard: V 284 |
Adam: VI 334 |
Adelen, Rienck van; kapitein der infanterie in het Staatse leger: I 3, 119 |
Admiraliteit te Amsterdam: V 32, VI 191, VII 41, IX 35 |
Admiraliteit te Dokkum, later te Harlingen: I 3, 7, III 29, 30, 32, 57, IV
52, V 57, 58, 296, VI 17, 31, 45, 59, 65, 335, VII 44, 47, 79, 108, 342, 358 |
Admiraliteit te Hoorn en Enkhuizen: III 32, VI 43 |
Admiraliteit te Middelburg: II 40, V 75 |
Admiraliteit te Rotterdam: V 63, 296, VII 51, 70 |
Adrianus VI († 1523); paus [1522-1523]: V 28 |
Aebinga, Van (Ebinga, Eebinga, Eebingha); geslacht: V 277 |
Aebinga, Jeltje van; V 277, 281, VI 64 |
Aebinga, juffer van: IV 53, 66, V 110 |
Aebinga, Schelte van (1588-1666): III 13, 64, IV 55, 238, V 71, 107, 277,
VI 64, 71, 77, 91, 109, VII 25, 39 |
Aebinga van Humalda: IV 40, V 297, 298, 300, 352, VI 31, 39 |
Aebinga van Humalda genaamd Sternsee, Luts Mary (Steerenseel, Steernseel,
Sterensel) († 1673): IV 23, V 67, 71 |
Aebinga van Humalda genaamd Sternsee, Sjuck († 1679): IV 58, VI 58, 96,
100, 103, 111, 113, 344, VII 28, 124 |
Aeetsma, Aeitsma, zie Aitzema |
Aelst, Maria van († tussen 1661 en 1680); echtgenote van Anthony van
Diemen: V 36 |
Aenhalt, Aenholt, zie Anhalt |
Aernem, zie Arnhem |
Aerssen, Cornelis van, heer van Sommelsdijk en Spijk (Somerdijck,
Somersdijck, Sommerdijck, Spijck) (1600-1662); lid van de ridderschap van
Holland, kolonel der cavalerie in het Staatse leger: I 85, 94, II 28, 29,
40, 74, 75, 90, 95, III 72, 94, 95, 110, 121, 122, 125, 138, 176-178, IV 84,
90-92, 135, 142, 145, 165, 168, 169, 172, 181, 198, 213, 214, 220, 234-236,
V 80, 81, 83-85, 92, 110, 143-145, 151, 160, 163, 170, 186, 194, 235, 237,
307, VI 86, 135, 136, 139, 142, 143, 151, 175, 193, 194, 215, 216, 218-222,
227-231, 249, 250, 268-275, 281-285, 289, 290, 296, 298, 299, 303-305,
311-313, 322, 324, 326, 336, 343, VII 204, 231, 234, 239, 242, 252, 253,
289, 298, 309, 315, 317-319, 322, IX 34, 35 |
Aerssen, François baron van, heer van Sommelsdijk (heer van Somersdijck)
(1572-1641); lid van de ridderschap van Holland; ambassadeur van de
Republiek: IV 236, VI 273, 299, 306, 311, VII 204, 242 |
Aerssen, Jacobus van (Somerdijcks soontjen) († 1646): IV 84 |
Aert; kamerdienaar: I 15 |
Aertsen (van Breda): VI 150 |
Aetsma, zie Aitzema |
Aisma, zie Aysma |
Aitzema, Van (Aeetsma, Aeitsma, Aetsma, Aitsma): IV 24, 40, V 63, 66, 76,
83 |
Aitzema, Lieuwe van (1600-1669); resident der Hanzesteden te
's-Gravenhage, geschiedschrijver: IV 83, 211, V 32, 308 |
Aitzema, Schelte Julius van; secretaris en volmacht namens
Weststellingwerf in de Staten van Friesland: V 56, 99 |
Alart, Pieter: VI 253, VII 228 |
Alart, zie ook Hallart |
Alberartsweert, zie Bye, De |
Alberda op 't Landt, Reint (1586/1587-1653); lid van de Hoofdmannenkamer,
lid van de Ommelander landdag, curator van de universiteit van Groningen: V
119 |
Alberdur, zie Dürer, Albrecht |
| |
| |
Albert, Honoré d', hertog van Chaulnes (marechal De Schaune) († 1649);
maarschalk in het Franse leger: IV 126 |
Albert d'Ailly, Henri-Louis d', vidame van Amiens (Vidasme) (1620-1653);
kolonel in het Franse leger: II 34, 37 |
Alberti, Johannes († 1666); predikant te Burum: IV 42 |
Albertus Hermani (Hermanus) († 1652); lid der gezworen gemeente en lid van
de vroedschap van Harlingen: IV 264, V 26 |
Albuquerque, Matthias de (Alburquercke) († 1646); Portugees generaal: I 86 |
Alckemade, heer van, zie Wassenaer, Albrecht van |
Alckemade, vrau van, zie Bruyn van Buytewech |
Aldegrever, Heinrich (Oltegraf) (± 1502-na 1560); Duits kopergraveur,
goudsmid en schilder: I 115 |
Aldringa; Gronings regent: VI 266, IX 87 |
Aldringa, Wigbold (1604-1644); gedeputeerde van Groningen ter
Staten-Generaal: I 89, 91, II 27 |
Aleff Saeckes; kapitein in het Staatse leger: III 54 |
Alenson, zie Valois, François-Hercule van |
Alewijn, Jan van; bewindhebber van de WIC: IV 43, 49 |
Alfonso, zie Alphonse |
Allart, zie Hallart |
Almaville, zie Beringhen |
Almeran: III 95, 139 |
Alonne, Charles d' (Dalone, Dalonne); kapitein in het Staatse leger: IV
150, V 151, VII 232 |
Alphonse (Alfonso, Alphonso): II 43, 44, III 88, VI 186, 202, 203, 207,
232, 321, VII 80, 202 |
Althan, Elisabeth gravin van (juffer, vrau Aylva) (1597-1663); echtgenote
van Hessel Meckema van Aylva: III 182, 186, IV 143, 149, 242, V 34 |
Alua, Aluva, Aluve, Alva, zie Aylva |
Amama, Michiel (Ammema, Hammema) (1611-1670); schepen en burgemeester van
Leeuwarden, compagnieschrijver: V 30, VII 343 |
Amama, Gerrit van († 1677); kapitein in het Staatse leger: VI 85, 91, 99,
101, VII 28, 49, 127 |
Amboise, Marguerite d' (erfdochter van Tuars) († 1475); echtgenote van
Louis I de la Trémouïlle: II 73 |
Ambrosious Martini; commies voor de ammunitie: III 164, IV 175 |
Ameyden van Rotterdam, zie Meyden, Johan van der |
Ameilleray, Ameillrai, Ameillerei, Amelleray, L', zie
Porte |
Amelant, heer van, zie Cammingha, Valerius Francisci van |
Ameli, zie Brederode, Amalia Margaretha van |
Amelleray, L', zie Porte |
Amerongen, zie Reede, Godard Adriaan van |
Ammelie, zie Brederode, Amalia Margaretha van |
Ammema, zie Amama |
Andla, Anchises van (Andala, Andela); volmacht namens Franekeradeel in de
Staten van Friesland, lid van de Raad van State, lid van de
Generaliteitsrekenkamer, 's lands medicus (Friesland): I 97, II 109, 113,
III 12, 17, 19, 31, 32, 34, 36, 38, 41, 47, 55, 56, 62, 193, IV 7, 11, 16,
17, 24, 26, 34, 35, 37, 40-42, 44, 51, 52, 54, 56, 90-92, 246, 253, 264, V
26, 28, 29, 54, 57, 60, 61, 63-65, 69, 139, 157, 163, 171, 277-279, 281,
285, 295, 298, 301, 313, 317, VI 16, 20-22, 24, 26, 33-35, 37, 39, 44, 47,
51, 55, 56, 58, 83, 95, 109, 127, 138, 227, 229, 232, 234, 268, 332, 342,
344, VII 19, 24, 25, 28, 40, 41, 43, 52, 57, 58, 72, 74-76, 86, 97, 102,
157, 199, 288, 355 |
Andrade Leitāo, Francisco de († 1655); ambassadeur van Portugal in de
Republiek: I 77 |
Andreae, vrau, zie 1) Burmania, Rints van; 2) Vervou,
Saepck van |
Andreae, Van (André, Andree): VII 29, 69, 181, 183, IX 13, X 248, 249 |
Andreae, Henningh Georg van (André) (1610-1656); volmacht namens
Idaarderadeel in de Staten van Friesland, lid van het Hof van Friesland: II
48, IV 17, 24, 36, 38, 39, 41-43, 238, 247, V 37, 62, 107, 281, 303, VI 16,
17, 112, 333, VII 47, 54, 84, 123, 155, 179, 180, 339, 341 |
Andreae, Joachim van (André) (1586-1655); President van het Hof van
Friesland, gedeputeerde van Friesland ter Staten-Generaal, curator van de
Academie te Franeker. I 3, II 29, III 18, 189, 190, 194, 195, IV 9, 11, 13,
17, 23, 24, 29, 32, 34, 36, 38, 39, 41-44, 49, 58, 66, 81, 83, 91, 93, 94,
107-113, 115-117, 120, 121, 124, 130, 131, 134, 139, 200, 209, 211, 212,
214, 218, 219, 223-226, 233, 248, 249, 250, V 37, 47, 48, 53, 70, 75, 76,
81, 83, 85, 86, 90, 99, 110, 112, 124, 126, 130, 141, 143-145, 150, 159-162,
164-168, 170-177, 259, 261, 262, 274-276, 286, 288, 317, VI 13, 19, 47, 79,
80, 83-86, 93-95, 116, 118, 120, 121, 137, 140, 141, 216, 231, 236, 239,
242, 282, 285, 288, 289, 294, 298, 300, 304, 312, 332, 336, VII 39, 42, 45,
47, 49, 52, 78, 84, 125, 159, 190, 231, 238, 240, 242, 320, 337, 350,
354-356, 359, IX 13, 171 |
Andreae, Poppe Martijn van (André) († 1645); kapitein der infanterie in
het Staatse leger: III 55-57, 59, 63 |
Andriess Simens; boer te Stiens: I 117 |
Andringa, Regnerus van (1612-1671); grietman van Utingeradeel en volmacht
namens Utingeradeel in de Staten van Friesland: I 96, III 194, 195, IV 9,
15, 27, 33, 245, V 60, 111, 154, 168, 231, 251, 254, 257, 258, VI 73, 76,
77, 80, 343, VII 341 |
Andringa, Tjaerdt van (1620-1674); vaandrig in |
| |
| |
het Staatse
leger: III 57 |
Angennes Charles d', heer van Le Fargis, graaf van La Rochepot (Dufargy);
kolonel in het Franse leger: II 37 |
Angoulesme, zie Valois, Charles van |
Anguign(s), Anguin, Anguyn(s), zie Bourbon, Louis II van |
Anhalt (Aenhalt, Aenholt), prins van: III 176, IX 235 |
Anhalt (Aenholt), hertog van: III 42, IV 58 |
Anhalt (Anholt), hertogen van: V 192 |
Anna, zie 1) Merode; 2) Crato |
Anne Herckes (Anne Herckess, Heress); Bolswarder regent: VII 25, 62 |
Ansta, Gerbrandus; 's lands medicus (Friesland): VII 86 |
Antigonus: IV 270, V 348 |
Antonio; kardinaal: IV 167 |
Aquilius, Tieleman; agent der Staten-Generaal bij het Franse leger: II 34,
IV 126, 127, 135, V 81, VI 135 |
Arambure (Rambure); kolonel in het Franse leger: II 37, IV 130 |
Arent; dienaar van Willem Frederik: III 21, 52, 58 |
Argyl, zie Campbell |
Armav(e)ille, zie Beringhen |
Arnhem (Aernheim, Arnheim); bediende van de keurvorst van Brandenburg: V
215, 218, VII 173 |
Arnhem, Gerrit van (Aernem) (1598-1648); lid van de ridderschap van de
Veluwe, gedeputeerde van Gelderland ter Staten-Generaal: II 29, V 140, VII
27 |
Arnhem († 1645): III 186 |
Arnhem, vrau: III 185, 187, VII 27 |
Askyn, zie Erskine |
Asperen, zie Boetzelaer, Philips Jacob van |
Asperen: V 186 |
Asperen, vrau van, zie Noot, Genoveva van der |
Atsma, Gossuinus; secretaris van Baarderadeel en volmacht namens
Baarderadeel in de Staten van Friesland: I 0, 52, 99 |
Attila († 453); koning der Hunnen: V 123 |
Aubepine, François de l', heer van Hauterive (Haulterive, Hauterive);
Frans kolonel der infanterie in het Staatse leger: I 61, II 29, 30, 43, 48,
52, 55, 58, 60, 62, 63, 73, 76, 83, III 72, 79, 81, 85-87, 94, 115, 135-138,
146, 157, 158, 160, 179, 180, 182, 205, IV 83, 88-90, 107, 109, 111-113,
127, 144, 156, 168, 171, 173, 183, 184, 195, 198, V 138, 143, 145, 150, 155,
194, VI 148, 149, 208, 297, VII 206, 208, 242, IX 31 |
Audorp, zie Hogendorp |
Aumâle, Charles d', heer van Hautcourt (Haucourt, Haukourt, Houcourt) (†
1654); Frans ritmeester in het Staatse leger: I 94, 96, II 25, 42, 73, 74,
79, 80, 88, 94, IV 133, 134, 212, 213, 215, V 310, VI 127, VII 240, 295, 324 |
Avau, Avau(l)x, (D'), zie Mesmes, Claude de |
Axma, Petrus; volmacht namens Wonseradeel in de Staten van Friesland,
ontvanger-generaal van Friesland: IV 23, 27, 28, 31, 41, 42, 59, V 63, 239,
295, 296, 315, VI 21, 27, 33, 34, 36, 37, 39, 41, 44, 46-49, 51-53, 58, 60,
64, 73, 81, 103, 198, 330, 331, 336, 341, 342, VII 41, 45, 47, 158, 161,
173, 184, 188, 342, 351, 354, IX 36 |
Aylva, Van (Alua, Aluva, Aluvaas, Aluvae, Aluvani, Aluve, Alvani, Alva,
Aylvani); geslacht: IV 12, 16, 25, 26, 29, 50, 53, 56, 115, 238, 243, V 34,
61-64, 93, 94, 96, 97, 106, 107, 119, VI 50, 198, VII 99 |
Aylva, Van: I 5, III 70, IV 25, V 51, 74, VII 106, 124, 132, IX 14, 21, 29 |
Aylva, juffer, vrau, Van: IV 32, 65, 66, V 53, 74, 79, 99, 130, VI 27,
342, 343, VII 24, 26, 27, 50, 106; zie ook 1) Althan,
Elisabeth van; 2) Lijcklama, Hijlck van |
Aylva, Dorothea van (± 1626-1646): V 303, VII 86 |
Aylva, Douwe van (1579-1638); grietman van Westdongeradeel: III 137, V
124, VI 72 |
Aylva, Douwe van (Dau, Dauw, Dauwe, Douve) (1610-1665); grietman en
volmacht namens Westdongeradeel: II 111, III 9, 189, IV 11, 16, 24, 27, 31,
33, 35, 40, 52, 56, 57, 241, V 34, 51, 52, 54, 57, 61, 62, 68, 75, 77, 78,
94, 99, 106, 109, 168, 174, 239, 240, 252, 253, 263, 274, 286, 288, 296-300,
302, 308, 309, 311, 312, 316, VI 11, 17, 18, 31, 35, 45, 49-51, 53, 57, 58,
62, 77, 81, 84, 85, 96, 103, 104, 116, 118, 130, 135, 198, 331-335, 337-340,
343, VII 16, 27, 42, 43, 47-50, 53, 56-58, 63, 67, 69, 71, 73, 76, 79, 80,
85-87, 96, 97, 108, 132, 153, 155, 178-181, 338, 340, 346, 351, IX 16, 32,
82 |
Aylva, Epe van (Ipe) (1612-1645); lid van het Hof van Friesland: III 22 |
Aylva, Ernst van († 1665); sergeant-majoor der infanterie in het Staatse
leger: IV 52, V 49, 51, 59, 70, VI 91, 98, 101, 335, 336, VII 22, 80 |
Aylva, Hans Willem des H.R. Rijksbaron van (1633-1691); III 137, 159, IV
25, V 34, VI 99, 103, VII 48 |
Aylva, Hessel Meckema baron van (colnel, collonel, cornel Aylva)
(1608-1660); kolonel der infanterie in het Staatse leger, gouverneur van
Emden: I 84, III 41, 51, 52, 54, 77, 94, 137, 149, 161, 162, 164, IV 16,
25-27, 29, 31-33, 35, 52, 83, 184, 187, 242, 250, V 47, 49, 51, 53, 54, 57,
59, 61, 68, 77, 78, 93, 94, 98, 99, 252-254, 256, 262, VI 17, 18, 31, 33,
34, 39, 45, 57, 65, 72, 80, 83-85, 98, 99, 103, 111, 113, 116-118, 336,
338-340, 343, 364, VII 13, 15, 17, 22, 25, 29, 30, 39, 44, 47, |
| |
| |
48, 81, 82 |
Aylva, His van (Heeske) († 1675); echtgenote van Gerrit van Loo: III 190,
IV 246, VI 118, VII 25 |
Aylva, Hobbe van (Obbe) (1582-1645); lid van de Gedeputeerde Staten van
Friesland, curator van de Academie te Franeker: III 32, 35, 36, 63, 65, 136,
137, IV 13, 51, V 124, 264 |
Aylva, Johan van (Jan) († 1660); grietman van Hemelumer Oldeferd en
volmacht namens Hemelumer Oldeferd, lid van de Rekenkamer van Friesland: II
108, III 32, 34, 191, IV 11, 14, 26, 27, 36, 40, 51, 52, 238, V 34, 56, 69,
104, 105, 256, 259, 274, 278, 283, 285, 295, 303, VI 24, 27, 32, 33, 39, 40,
43-45, 48, 50, 51, 53, 57, 59, 63, 65, 69, 80, 84, 92-94, 103, 104, 117,
118, 135, 198, 330-332, 334-336, 338-341, 343, VII 20, 27, 29, 42, 43, 46,
48, 49, 72, 85-87, 96, 97, 98, 121, 129, 153, 173, 176, 178-182, 184, 191,
341-344, 350-352, IX 20, 27, 30, 33, 82 |
Aylva, Sipke Meckema van, heer van Tammingaborg, Hornhuizen en
Kloosterburen († 1669); kapitein in het Staatse leger: VI 331, VII 87 |
Aylva, Sjoert van (Sjourt) (1616-1679): IV 31, 56, 237, V 28, 47, 57, 259,
283, VI 31, 45, 58, 257, VII 18, 337 |
Aylva, Tjaert van (Tjeerd, Tjerd) († 1647); grietman van Wonseradeel en
volmacht namens Wonseradeel in de Staten van Friesland, curator van de
Academie te Franeker: III 191, IV 11, 23, 27, 35, 51, 52, 240, 251, V 34,
63, 66, 69, 70, 78, 96, 98, 103-105, 107, 110, VI 43, 65 |
Aylva, Tjaert van († 1652); volmacht namens Kollumerland in de Staten van
Friesland: V 47, 57, 78, 93, 239, 253, 295, 352, VI 80, 331, VII 48, 54, 76,
132, 340 |
Aylva, Tjepke van: V 125 |
Aylva, Ulbe van (Ulb) (1617-1652); grietman van Baarderadeel en
Wonseradeel en volmacht namens Baarderadeel en Wonseradeel in de Staten van
Friesland, lid van de Gedeputeerde Staten van Friesland: III 17, 34, 137,
182, 189-193, 195, 196, IV 7, 9-14, 23-29, 31, 33-35, 38, 39, 51-54, 56, 60,
65, 112, 115, 238-245, 250, 251, 253, V 28, 29, 34-36, 38, 47, 50, 55, 56,
63, 65, 66, 68-70, 76, 78, 93-99, 103-110, 119, 122, 124, 126, 129, 168,
174, 178, 231, 239, 240, 251, 252, 254-258, 263-265, 273, 280-286, 295, 297,
299, 300, 305, 307-311, VI 12, 13, 17-21, 25, 27, 28, 31-36, 38, 39, 41, 42,
57, 59, 91, 92, 103, 111, 113, 198, 330, 331, 336, 341, VII 15, 16, 27, 41,
43, 44, 47, 53, 54, 74, 77, 81, 84, 85, 95, 106, 161, 177, 188, 192, 339,
342, 343, 350-352 |
Aysma, Van (Aisma); geslacht: VI 22 |
Aysma, Albert van (1576-1648); volmacht namens Ferwerderadeel in de Staten
van Friesland, lid van de Gedeputeerde Staten van Friesland: I 12, III 30,
IV 17, 31, 253, V 29, 54, 57, 62, 67, 231, 251, 254, 255, 257, 258, 279,
307, VI 11, 31, 62 |
Aysma, Focke van (Focke-oom) († 1651); secretaris van Ferwerderadeel en
volmacht namens Ferwerderadeel in de Staten van Friesland: IV 17, 237, 241,
VI 333, 340, VII 39, 47-50, 54, 56, 57, 63, 67, 69, 72, 76, 77, 79, 151 |
Aysma, Hothje van (* 1628): V 320, VI 11 |
Aysma, Lolck Alberts van; echtgenote van 1) Claes Epes van Aesgema; 2)
Gozewijn Wijdefelt: V 280 |
Aysma, Lolck Hothjes van (vrau Nauta) (± 1597-1646); echtgenote van Gajus
Nauta: IV 35 |
Aysma, Lolck Scheltes van (Jolcke, Lolcke) (* 1617): IV 263, 264, V 25,
26, 54, 93, 320 |
Aysma, Schelte van (± 1578-1637); kolonel der infanterie in het Staatse
leger: V 104 |
|
Baalen, Margarethe von der; echtgenote van Efferen: VI 225 |
Baard, zie Baerdt |
Baardorf, zie Baersdorp |
Back, Paul de; gouverneur van Moerspui: III 177 |
Backer, Willem (1595-1652); lid van de vroedschap en burgemeester van
Amsterdam, lid van de Gecommitteerde Raden van Holland: II 39, VII 295 |
Bacx, Willem Maurits (Bax); ritmeester in het Staatse leger: I 85, VI 284,
294 |
Baden-Durlach, Anna markgravin van (gravin van Culemburch, Waldeck)
(1587-1649); weduwe van Wolrad IV van Waldeck: I 87, II 26, 28, III 95, IV
69, V 156 |
Baens, zie Beens |
Baerdt, Van (Baard, Baerde, Baerden, Baerdta, Baert); geslacht: III 195, V
110, VI 343 |
Baerdt, Dirck van (1619-1673); grietman van Weststellingwerf en volmacht
namens Weststellingwerf in de Staten van Friesland, lid van de Gedeputeerde
Staten van Friesland: I 12, 96, III 22, 57, IV 14, 27, 32, 61, 245, V 56,
99, 278, VI 73, VII 40, 72, 107, 236 |
Baerdt, Egbert van (1627-1669); grietman van Haskerland: VI 79, 80 |
Baerdt, Hobbe Jans (Obbe de Menist, de Menist mit de baerdt); koopman te
Leeuwarden: IV 62, 249, V 56, 126, VI 96, 332, 334, VII 19, 358 |
Baerdt, Hobbe van (1591-1655); grietman van Haskerland en volmacht namens
Haskerland in de Staten van Friesland: I 53, 56, 96, II 110, III 33, 45, 55,
57, 125, 126, 136-138, 182, 190, 193-195, IV 9, 10, 14, 15, 17, 23, 27, 28,
33, 37, 43, 52, 53, 56, 239-241, 245, V 59, 63, 64, 73, 75, 77, 78, 94, 95,
110, 231, 238-240, 251, 252, 254, 257, 258, |
| |
| |
278, 287, 298, VI
18, 21, 46, 48, 49, 62, 63, 73, 78-80, 116, 329, 364, VII 40, 43, 50, 67,
70, 73, 174, 236, 340, 341 |
Baerler, zie Barels |
Baersdorp, Clement van (Baardorf) († 1645); lid van de vroedschap van
Leiden, lid van de Gecommitteerde Raden van Holland: III 76, 186 |
Baert, zie Baerdt |
Baes, de, zie 1) Frederik Hendrik; 2) Willem II |
Bagnola, graaf (Bangnola); Napolitaans generaal in het Spaanse leger: II
83 |
Bahr, Herman van; officier in het Staatse leger: III 205 |
Balfour, Sir Philip (Balfourt); Schots kolonel in het Staatse leger: II
29, III 158 |
Balvisay; kolonel in het Franse leger: II 52 |
Banck, Laurentius (1617-1662); Zweed; hoogleraar in de rechten te
Franeker: V 65 |
Baner, Johan (Bannier, Bannir) (1596-1641); veldmaarschalk in het Zweedse
leger: II 98, III 43 |
Bangnola, zie Bagnola |
Barbier, Louis, genaamd l'Abbé de la Rivière († 1670); bisschop van
Langres, aalmoezenier van de hertog van Orléans: II 32 |
Barels, Albertus (Baerler); advocaat bij het Hof van Friesland: IV 239,
246, V 37, 38 |
Barnevelt, zie Oldenbarnevelt |
Bartel; burgemeester van Luik: V 211, VII 226 |
Bartolotti, Guillielmo (Bartalotti) (1602-1658); Amsterdams bankier: V 139 |
Bass, zie 1) Frederik Hendrik; 2) Willem II |
Bassompierre, François baron de (Bassompiere) (1579-1646); maarschalk in
het Franse leger: IV 126 |
Batilly, Antoine Lebey de, heer van Montoy (Battilly) (1601-1645); kolonel
in het Franse leger: II 37 |
Bawyr, Johan van, heer van Franckenberg (Franckenburch); ritmeester in het
Staatse leger: III 178, V 233 |
Bax, zie Bacx |
Beaumont, Herbert van (1607-1679); secretaris van de Staten van Holland:
II 102, III 76, 186, V 175, VII 295, X 248, 249 |
Bec-Crespin, Renée (mademoisell de Guebriant) († 1659); echtgenote van
Jean Baptiste Budé, graaf van Guébriant: III 188 |
Beck, Johann baron van (Beeck) (1588-1648); generaal in het keizerlijke
leger: I 70, II 39, III 94, 145, 153, 157, 161, 176, IV 121, 131, 151, 155,
161, 163, 164, 184 |
Beemen, Behmen, koningin van, zie Stuart, Elisabeth |
Beens, Diederik (Baens); ritmeester in het Staatse leger: I 85, IV 130,
132, 195 |
Beer, Hendrick; kapitein in het Staatse leger: III 54 |
Beieren, zie ook Wittelsbach |
Beieren, Willem van, heer van Schagen (1604-1660): V 161 |
Beilanus, Nicolaus (Bellanus) († 1669); pensionaris van Leeuwarden: I 0,
III 23, IV 59, 60, 238, 242, 253, V 30-33, 108, 302, VI 21, 59, 86, VII 21,
86, 98, 107, 109, 131, 160 |
Beima, zie Beyma |
Belckum, Gerard van (Belkum); ingenieur: II 31, III 160, V 120 |
Belida, Olphardus († 1671); rector van de Latijnse school te Harlingen:
VII 324, 339 |
Belinkhoven, heer van (Belckhooven, Belinckhooven): II 29, V 231 |
Bellanus, zie Beilanus |
Bemmelen, Cornelis van (Bemmelen); wachtmeester van de schutterij te
Utrecht: V 152, VII 237 |
Benardi, Benardus, zie Brugbron |
Benn: III 182 |
Bentheim, graaf van (Benthem): VI 138, 166, 201, IX 235, X 239, XI 131,
XII 17 |
Bentheim, Magdalena van: V 231 |
Benthuysen, zie Wijngaerden |
Bentinck, Eusebius Borchart (Benting); majoor der cavalerie in het Staatse
leger: I 71, 75, 83 |
Berch: VI 273 |
Berch, zie ook Bergh |
Berchum: III 72, 185, IV 84 |
Berchum; juffer: IV 223 |
Berck, Matthijs (Bercke, Berckel) († 1655); lid van de vroedschap en
pensionaris van Dordrecht: VI 296, VII 230, 233, 236, 287 |
Berck, Caspar van; officier in het Staatse leger: IV 132 |
Berckel: II 89 |
Berckel, zie ook Berck |
Berckhout, Cornelia Teding van (des admiraels vrau) († 1680); echtgenote
van Maarten Harpertszoon Tromp: II 39 |
Berendrecht, zie Ouseel, Pieter |
Berentrou: V 229 |
Berentrou; juffer: V 229 |
Bergaigne, Hendrik de (Borgagne, Borgaigne) († 1666); ritmeester in het
Staatse leger, hoogschout der Meierij van Den Bosch: V 186, VI 229, 316 |
Bergerac (De Bergera); kapitein in het Franse leger: IV 125, 126 |
Bergerole: IV 149, 151 |
Bergh, Hendrik graaf van den (Berch) (1573-1638); generaal in het Spaanse
en Staatse leger: V 238 |
Bergh, Herman Frederik van den, heer van Goor en Stevensweert (Hermen) (±
1600-1669); kolonel der cavalerie in het Staatse leger: I 114, III 157, IV
135, 170, 190, V 188, VI 148, 250, 251, VII 226 |
| |
| |
Bergh, Maria Isabella gravin van den, markiezin van Bergen op Zoom (±
1613-1671); echtgenote van Eitel Friedrich vorst van Hohenzollern: V 185, VI
134, 246, 286, VII 193, 199, 227, 228, 233, 238, 239, 241 |
Bergh, gravin van den, zie
Löwenstein-Wertheim-Rochefort, Josina Walburga van |
Beringhen, De (Beringam, Beringan); geslacht: VI 258 |
Beringhen, Henri de (1603-1692); opperstalmeester van Lodewijk XIV: V 163,
VI 97, 98, 117, 118, 127, 133, 137, 148, 159, 199, 217, 222, 258, 308, 323,
VII 14, 82, 241, 251, 259, IX 14, 19, 24, 28, 31, 34, 171, X 17, 248, 249,
XI 1, XII 3 |
Beringhen, Maximilien de, heer van Arminvilliers (Almaville, Armaveille,
Armaville, Armeveille); Frans sergeant-majoor in het Staatse leger: I 94, II
25, III 96, IV 165, 201, V 92, 141, 161, 178, VI 96-98, 113, 127, 133,
136-138, 141, 146, 150, 151, 169-171, 186, 193, 217, 218, 226, 258, 269,
308, 323, 364, VII 84, 204, 234, 251 |
Berlaymont, Marie Marguerite gravin van, barones van Lens en Hierges
(gravin van Egmond) († 1654); echtgenote van 1) Antoine de Lalaing, graaf
van Hoogstraten en Montigny; 2) Lodewijk graaf van Egmond, prins van Gavere:
V 190, 192, 211, 212, 216 |
Berleben: IV 175 |
Bernardi, Bernardus, zie Brugbron |
Bernevelt, zie Oldenbarnevelt |
Besançon de Bazoches, Charles baron de († 1669); officier in het Franse
leger: III 205 |
Bette, Guillaume de, markies van Lede (marquys de Leude) († 1658); Vlaams
kolonel der infanterie in het Spaanse leger, gouverneur van Duinkerken: IV
162 |
Beumer, baron de, zie Boeymer |
Beussy Elmort; officier in het Franse leger: II 37 |
Bever(s)weert, zie Nassau, Lodewijk van |
Bever(s)weert, vrau van, zie Hornes, Isabella van |
Beveren, Cornelis van, heer van Strevelshoek (1591-1663); lid van de
vroedschap en burgemeester van Dordrecht, rentmeester-generaal van
Zuid-Holland, gedeputeerde van Holland ter Staten-Generaal, lid van de
Gecommitteerde Raden van Holland: IV 228, 233, V 83, 85, 92, 146, 149, 155,
156, 161, 172, 231, VI 139, 144, 209, 260, 261, 264, 269, 270, 273, 285,
286, 289-291, 294, 296, 299, 302-304, VII 230, 231, 233, 235, 236, 254, 255,
257, 258, 287, 293, 294, 307 |
Beveren, Van; zoon van Cornelis van Beveren: V 83, 85, 92, 149 |
Beverijn: VI 293 |
Beverningk, Hieronymus van (Beverling) (1614-1690); lid van de vroedschap
en burgemeester van Gouda: VI 319 |
Beverom: III 95 |
Beyeren, zie Wittelsbach |
Beyma, vrau van (Beima, Bijma, Bima): V 257, IX 31 |
Beyma, Balthasar van; luitenant-kolonel der infanterie in het Staatse
leger; gouverneur van Coevorden: II 49-51, III 154 |
Beyma, Conradus van; vaandrig in het Staatse leger: VII 86 |
Beyma, Johannes van († 1647); schepen van Leeuwarden en volmacht namens
Leeuwarden in de Staten van Friesland: II 107, 108, IV 17, 28, 263, V 25,
33, 104 |
Beyma, Julius van (1620-1645); volmacht namens Oostdongeradeel: III 32 |
Beyma, Lambert van (1590-1658); secretaris van de Staten van Friesland: I
53, III 60, 65, 191, V 34, 278, VI 26, 118, 334, VII 85-87, 104, 109, 151,
158, 160, 184, 337, 341 |
Bicker, Andries (1586-1652); lid van de vroedschap en burgemeester van
Amsterdam, lid van de Gecommitteerde Raden van Holland, gedeputeerde van
Holland in de Staten-Generaal: II 29, 39, 42, III 71, IV 67, 71, 82, 92, 94,
107, 108, 111-113, 115, 116, 121, 123, 148, 196, 223, 225, 248, V 85, 100,
146, 148, 153, 154, 160-162, 164-166, 171-173, 279, VI 9, 77, 79, 80, 121,
147, 164, 216, 217, 226, 239, 242, 246, 253, 255, 256, 258, 260, 267, 269,
289, 294, 303, 312, 319, 326, VII 103, 132, 236, 254, 258, 297, 309-312,
314, 320, 322, 338, 341, 355, IX 35 |
Bicker, Cornelis, heer van Swieten (Suyten, Switen, Swyten) (1592-1654);
lid van de vroedschap en burgemeester van Amsterdam, lid van de
Gecommitteerde Raden van Holland: IV 67-69, 82, V 165, 173, VI 79, 80, 294,
VII 254, 258, IX 35 |
Bicker, Gerard (1622-1666); drost van Muiden: VII 103 |
Bicker, Jacob (1612-1676); kapitein-majoor van het garnizoen te Amsterdam:
IV 69 |
Bicker; geslacht: VI 216, 283, 292, VII 22, 311 |
Bie, De, zie Bye, De |
Bielcke, Henrick; Deens kapitein in het Staatse leger: V 178 |
Bijekorf, Jan Everts (Evertz) († 1663); volmacht, lid van de vroedschap en
burgemeester van Harlingen, monstercommissaris: V 51, 53, 55, 57, 58, VII
127 |
Bijma, zie Beyma |
Bilandt, zie Bylant |
Bilderbeeck, Hendrik van (Bilderbeck) († 1653); agent der Staten-Generaal
te Keulen: III 51, 79 |
Billeke: VI 147 |
| |
| |
Bima, zie Beyma |
Binnerts, Maaicke Pieters (* ± 1588); echtgenote van Tjerck van Boelens:
IX 85 |
Binsfeld, heer van (Binsfeldt): VI 183 |
Blesjesgraaf, zie Mijle, Adriaan van der |
Block, Hugo († 1661); lid van het Hof van Holland: VI 230 |
Blumenthal, Joachim Friedrich von (Bloemendael) (1607-1657); Brandenburgs
staatsman: V 232, 236 |
Bobbert, vrau: V 233 |
Bockama, Sybrant van (Bockema); lid der gezworen gemeente van IJlst en
volmacht namens IJlst in de Staten van Friesland: III 49, 55, 59, 61, IV 62,
V 32, 99, 282, 310 |
Bockhoven, Frans van (Boeckhoven); commies van de artillerie in het
Staatse leger: III 164 |
Bockingam, zie Villiers, George |
Boeckhoven, zie Bockhoven |
Boelema, Teotardus (Boulema); assessor van het krijgsgerecht van
Friesland: V 278, VI 11, VII 29, 39, 106 |
Boelens, Lieuwe van (jonge Boelens, Boelens' soon, Boelens' kindtskindt)
(1630-1653); grietman van Achtkarspelen, monstercommissaris, lid van de
Generaliteitsrekenkamer: VI 49, 81, 84, 335, VII 23, 71, 72, 76, IX 82 |
Boelens, Taecke († 1648); kapitein der infanterie in het Staatse leger: VI
98 |
Boelens, Tjerck van (Boulens) (± 1583-1651); grietman van Achtkarspelen en
volmacht namens Achtkarspelen in de Staten van Friesland, lid van de
Gedeputeerde Staten van Friesland: I 5, 54, IV 34, 54, 251, 253, V 29, 51,
54, 57, 62, 107, 124, 240, 296, 302, VI 49, 72, 77, 81, 84, 103, 332, 333,
VII 47-49, 56, 57, 69, 71-73, 76, 80 |
Boertjen: V 238 |
Boetzelaer, Van den: II 59 |
Boetzelaer, Anna van den (1584-1650); weduwe van Godard van Reede van
Amerongen: V 155 |
Boetzelaer, Assuerus van den, heer van Leeuwen (Leewen, Lewen) († 1676);
kolonel der infanterie in het Staatse leger, gouverneur van Gennep: IV 199 |
Boetzelaer, Ernestina van den (vrau Haersholdt) (± 1620-1684); echtgenote
van 1) Adolf van Reede; 2) Anthony van Haersolte: IV 157 |
Boetzelaer, Philips Jacob baron van den, heer van Asperen (Aspren,
Boetzeler) (± 1601-1652); lid van de Raad van State: I 88, II 43, III 72,
75, 81, 140, 161, 182, 185, 186, IV 81, 215, 221, V 154, 161, 237, VI 115,
141, 232, 233, 245, 253, 257, 260, 261, 264, 268, 286, 290, 297, 299, 308,
313, 314, 340, VII 295, 296, 309 |
Boeymer, Frans Willem vrijheer van (Beumer, Boyema); kapitein in het
Spaanse leger: VII 129, 130, 147, 148, 153, 156 |
Bohemen, koningin van, zie Stuart, Elizabeth van |
Bohemen, prinses Sophia van, zie Wittelsbach, Sophia van |
Bolleman, Passchier Hendricks (Boolmans) († 1652/1657): VII 79 |
Bolsuyn, heer van: VI 183 |
Bonema, zie Bonnema |
Boner, Hylck († 1656); echtgenote van Johannes Sjoerds Saeckma: VII 131 |
Boniface, Gaspar; kolonel in het Spaanse leger: III 97 |
Bonnema, Fedde Feddes (Bonema) († 1655); lid van de vroedschap en
burgemeester van Harlingen: IV 43 |
Boolmans, zie Bolleman |
Booreel, zie Boreel |
Booswel, zie Boswell |
Boote, zie Bothe |
Bootsma, Hessel van († 1674): V 259, 298, VI 329, VII 19, 21, 55, 72, 98,
99, 101, 102, 106-108, 110, 124, 125, 161, 177, 180, 183 |
Bootsma, Johan van († 1637); ontvanger-generaal van Friesland: V 302, VI
17, VII 123 |
Borckxdorf, zie Burgsdorff |
Boreel, Jacob (1593-1644); lid van de vroedschap en burgemeester van
Middelburg: II 64, 68 |
Boreel, Johan (1617/1621-1673) (jonge Boreel van Middelburch); lid van de
vroedschap en burgemeester van Middelburg: III 163 |
Boreel, Willem (Booreel) (1591-1668); pensionaris van Amsterdam, gezant
van de Republiek: II 89, III 73, V 85, 165, 179, 180, VII 298, 300 |
Borga(i)gne, zie Bergaigne |
Borgia, Juan de (Jan de Borgia, Bourg); luitenant-generaal der cavalerie
in het Spaanse leger: I 85, 86, IV 141 |
Boritius, zie Bouricius |
Bormania, zie Burmania |
Borneva(e)l, vrau zie Zuylen van Nyeveld, Machteld van |
Bornius, Henricus (± 1617-1675); hoogleraar in de ethica en logica aan de
Illustre School te Breda: IV 159 |
Borre, Petronella (1578-1653); echtgenote van François van Aerssen: V 80,
VI 285, 306, VII 318 |
Borxdorf, zie Burgsdorff |
Bosch, Everhardus van den; vaandrig in het Staatse leger: IV 50 |
Boshuysen, Philips van (Boschuysen, Boschhuysen, Boschuisen, Boshuysen)
(1584-1652); grietman van Het Bildt en volmacht namens Het Bildt in de
Staten van Friesland, gedeputeerde van Friesland ter Staten-Generaal: II
107, 108, III 19, |
| |
| |
29, 32, 36, 40, 138, 191, IV 11, 15, 31, 33,
39-42, 54, 55, 57, 59, 60, 81, 94, 155, 157, 161, 163, 209, 223, 239, 253, V
30, 37, 49, 50, 58, 61, 63, 66, 81, 83-85, 90, 94, 98, 119, 124, 146, 240,
251, 262, 265, 276, 277, 283, 295, 298, 299, 311, VI 15, 19, 20, 59, 70,
242, VII 28, 85, 338, IX 32 |
Boschuysen, vrau, zie Eisinga, Anna van |
Boshuysen, Willem van (Boschuysen) († 1654/1657); luitenant-kolonel der
infanterie in het Staatse leger: III 94, 113, 205 |
Boswell, William (Booswel) († 1650); resident van Engeland te
's-Gravenhage: III 108, 111, IV 70 |
Bothe, Frederick (Fredrick Boote, Bote); volmacht namens Bolsward in de
Staten van Friesland: V 51, 55, 57, VI 339, 341 |
Botizon, Antonio; kolonel der infanterie in het Spaanse leger: III 161 |
Botnia, Van; geslacht: VII 109 |
Botnia, Dominicus Justus van (Bottinga, Bottnia) († 1660); grietman van
Baarderadeel en volmacht namens Baarderadeel in de Staten van Friesland,
monstercommissaris: IV 27, 28, 31, 52, V 67, 93-96, 99, 104-106, 109, 119,
168, 174, 239, 252, 253, 257, 263, 285, 286, 297-300, 305, 307, VI 12, 13,
17, 18, 21, 28, 31, 33-37, 39, 42-45, 47, 50-55, 58, 59, 63, 67, 111, 115,
119, 198, 330, 335, VII 29, 39, 41-45, 106, 154, 183, 337-339, 349, 350,
352, 354, IX 82 |
Botnia, Foockel van († 1673); echtgenote van Julius van Eisinga: VII 337 |
Bottaket: VII 125 |
Botter, Gijsbrecht; lid van de vroedschap van Schoonhoven, lid van de
Gecommitteerde Raden van Holland: III 76, 186 |
Botterwech, Hans (Botterwecht); notaris, majoor der burgerwacht van
Leeuwarden: IV 244, 263, V 25, 60, 254, 278, 295, VI 32, 41, 42, 48, 71,
100, VII 29, 180 |
Bottinga, Bottnia, zie Botnia |
Bouat, zie Culan |
Bouchorst, Amelis van den, heer van Wimmenum (Wimenum, Wimmenum, Wymenum)
(† 1669); lid van de ridderschap van Holland, gedeputeerde van Holland ter
Staten-Generaal, gezant van de Republiek te Munster: III 72, 80, 86, 122,
124, 155, 186, IV 55, 58, 68, 70, 107, 117, 143, 151, 157, VI 146, 253, 264,
323, 324, VII 289, 310 |
Bouckingam, zie Villiers, George |
Boudaen, Balthasar (Boudan) († 1642); lid van de Raad van Brabant: I 93 |
Boulema, zie Boelema |
Boulens, zie Boelens |
Boullion, hertog van, zie Tour d'Auvergne, Frédéric
Maurice de la |
Bouquoy, zie Longueval |
Bourbon, César van, hertog van Vendôme (Vandosme) (1594-1665): VI 274 |
Bourbon, Gaston van, hertog van Orléans (Monsieur) (1608-1660);
luitenant-generaal in het Franse leger: II 29, 30, 32-35, 37, 39, 40, 44,
48, III 27, 95, 96, 101, 107, 137, 138, 187, IV 105, 109, 110, 126-129, V
165 |
Bourbon, Henri I van, prins van Condé (1552-1588); Frans staatsman: VI 274 |
Bourbon, Henri II van, prins van Condé (1588-1646); Frans staatsman en
officier in het Franse leger: IV 105, 212, VI 273, 274, VII 147 |
Bourbon, Henriette Marie van (1609-1669); echtgenote van Karel I van
Engeland: I 77, 79, 91, II 88, III 150, IV 70, 105, 115, 117, 118, 164, 201,
247, V 156, 163, 186, VI 141, 157, 207, 227, VII 80, 81, 122 |
Bourbon, Louis II van, prins van Condé, hertog van Enghien (Anguin,
Anguyn, Anguyns) (1621-1686); maarschalk in het Franse leger: I 78, 80, II
73, III 27, 110, 121, 138, IV 127-129, 133, 150, 151, 157, 160, 162, 165,
167, 212, V 70, VI 208, 211, 215, VII 240 |
Bourbon, Louis van, graaf van Soissons (1604-1641) (Soisons): VI 102 |
Bourbon, Philippe prins van, hertog van Anjou (1640-1701): VI 321, VII 297 |
Bourdeille, Claude de, graaf van Montrésor (1606-1663); jagermeester van
de hertog van Orléans: III 122 |
Bourg, zie Borgia |
Bourgondiën, zie Habsburg; geslacht |
Bouricius (Boritius, Bouritius): I 8, III 62 |
Bouricius, Gellius († 1653); luitenant in het Staatse leger: VI 332 |
Bouricius, Johannes (jonge Bouritius d'advocaet) († 1671); advocaat,
volmacht namens Menaldumadeel in de Staten van Friesland: V 55, VI 19, 52,
53, 55, 59, 63, 82, 103, 115, 117, 340, VII 132, 177, 180, 185, 187, IX 14,
15 |
Bournaux († 1645); gouverneur van Hulst: III 70 |
Bourom, Bourum, zie Burum |
Bouthillier, Léon, graaf van Chavigny (De Chavingny) (1608-1652); Frans
staatsman: IV 106 |
Bouwe, Lieuwes (Bouwe Liewess): VI 345 |
Bouwes, Lieuwe (Bouwe Lieuwes, Lieuwe Bouwe); schepen van Leeuwarden: V
320, 321, 331 |
Boyema, zie Boeymer |
Brabant, Raad van (Brabantschen Raedt): IV 217, VII 227, 228 |
Bracamont y Gusman, Gaspar de, graaf van Peñaranda (Pegneranda,
Pigneranda, Pygneranda, Pynjeranda); ambassadeur van Spanje te Munster: V
88, 123, 297, VI 66, 197, 235, 236, 244, 251, 333, VII 176, 211 |
| |
| |
Braeckel, zie Brakell |
Brahe, Tycho (Tiche Bray) (1546-1601); Deens astronoom: IV 229 |
Brakell († 1647): V 179, 266 |
Brakell (Braeckel, Brakel), vrau: V 156, 266 |
Brame (Breme); Frans edelman in dienst van Mazarin: IV 107, 116 |
Branckert, zie Pancras |
Brandenburg, zie Frederik Willem, Georg Wilhelm en zie ook Hohenzollern |
Brandenburg, keurvorstin van, zie Wittelsbach, Elisabeth
Charlotte |
Brandenburg, Stenden van: IV 211 |
Brandijn (Brandyn); advocaat: I 91, II 98, 99, IV 89, VII 1 |
Brants à Boelens, Auckje; echtgenote van Epeus Meynsma: VII 80 |
Braremont; officier in het Franse leger: II 37 |
Brasser, Govert (Brassart, Brassert) (1589-1654); thesaurier-generaal van
de Unie: II 100, IV 49, 50, 52, 54, 55, 57, 217, VI 56, 58, 62, 63, 65, 71,
74, 75, 82, 251, 290, VII 131, 147-149, 155-157, 235 |
Brasset, Henri (1591-na 1654); secretaris van de gezant van Frankrijk,
resident van Frankrijk in de Republiek: I 95, III 185, IV 166, 212-224, V
159, VI 127, 222, 235, 323, VII 240, 257, 322, 359 |
Brasset; zoon van Henri Brasset: V 159 |
Brauwert, zie Brouart |
Bray, Salomon de (Van Bree) (1597-1664); schilder, bouwmeester en
minnedichter: VI 328 |
Breda, Illustre School te: IV 114, 157-159 |
Brederode, (me)vrau van, zie Solms-Braunfels, Louise
Christina van |
Brederode, Amalia Margaretha van (Ammali, Ammelie, vrau Slabata, Slavata)
(† 1663); echtgenote van Albrecht Hendrik van Slavata: III 82, 85, 125, 178,
VI 147, 209 |
Brederode, Florentina van (Florentine) (1624-1698); echtgenote van Moritz
van Solms-Hungen: II 42, 43, III 82, 85, 178, IV 150, V 186, 188, VI 147,
206, 208, 210, VII 202-204 |
Brederode, Hedwig Agnes van (Hedwich Agnis) (1643-1684): I 86 |
Brederode, Helena van (vrau van Podelits, Potlits) († 1666); weduwe van
Stephan Gans, vrijheer van Potlitz: II 42, V 237, VI 189, 192, 209, 211, VII
200, 208 |
Brederode, Johan Wolfert van (Brederod, Bredrode, Brederodd, Brederodde,
Brederoot) (1599-1655); lid van de ridderschap van Holland, veldmaarschalk
in het Staatse leger: I 62, 63, 67, 71, 75, 76, 78, 80, 84, 86, 87, 91, 94,
95, II 25, 27-31, 39, 41, 42, 47, 49-56, 61-63, 65-68, 71, 72, 74-80, 85,
98, 100, 101, III 69, 81, 82, 85-88, 93, 94, 96, 99, 100, 107-116, 122-126,
135, 136, 138, 139, 141, 143-146, 149-155, 158, 160-163, 173-175, 179, 182,
185, 187, IV 69, 85, 86, 90, 106, 108, 110, 112, 113, 116, 119, 121, 124,
126, 129-132, 139-142, 144, 145, 148, 150, 161, 164, 168-170, 172, 174, 183,
185, 186, 190, 192, 194, 195, 197, 198, 217, 225, 228, 229, 236, V 80, 84,
130-132, 137, 139, 140, 145, 146, 151, 154, 155, 161, 164, 168, 170, 171,
173, 174, 178-180, 185, 187, 189, 191-196, 207, 208, 211-213, 215-218, 229,
230, 234, 236, 237, VI 80, 122, 127, 143, 147-150, 152, 159, 167, 168, 170,
175, 183, 188-190, 192-194, 197, 199-206, 208-211, 226, 232, 235-237, 242,
294, 296, 297, 301, 303, 308, 314-316, 319, 320, 324, 327, 336, VII 199,
200-205, 207-209, 211, 225-228, 231, 237, 239, 253, 292, 344, IX 34 |
Brederode, Juliana van (freule Julian) (± 1621-1678): V 186, 188, 237, VI
206, 208, 210, VII 202-204 |
Brederode, Margaretha van (Marchau, Marchaut, Manchau, Manschau) (±
1595-1634/1656); echtgenote van François de la Place: 177, II 68, 71, 73,
85, 96, III 75, 125, 141, 157, 187, IV 144, 145, 148, 150, 164, V 137, VI
166, 167, 174, 190 |
Brederode, Sofia Theodora van (Sophi, Sophie, Phijcken, vrau van Donau de
jonge, Sophia de vrau van Donau) (1620-1678); echtgenote van Christian
Albrecht van Dohna: I 94, II 27, 42, 79, III 182, IV 105, V 170, 237, VI 212 |
Brederode, Wolfert van: VII 292 |
Bredt, De, zie Barton, Jean |
Bree, zie Bray |
Breme, monsieur du, zie Brame |
Brese, Breze, zie Maillé |
Brichanteau, François de, markies van Nangis (Nangy) (1618-1644); kolonel
in het Franse leger: II 37 |
Brienne, zie Lomenie |
Brissac, zie Cossé |
Brochum: VI 286 |
Broeck, Van den; vaandrig in het Staatse leger: III 95 |
Broeckhuysen, Willem van; sergeant-majoor der cavalerie in het Staatse
leger: IV 197, VI 284, 294, 310 |
Broer, Heres; burgemeester van IJlst: V 58, VII 17 |
Broers, Ipe: V 295 |
Broersma, Taco (Broesma, Broursma); sergeant-majoor der infanterie in het
Staatse leger: III 126, 167, 177, IV 83, 132, 161, 174, V 146 |
Bronckhorst, Andrea Lucia van (vrau Ebinga) († 1666); echtgenote van
Schelte van Aebinga: VII 124 |
Bronckhorst, Cornelis van; gedeputeerde van Gelderland ter
Staten-Generaal: I 83 |
| |
| |
Bronckhorst: VI 323 |
Brosterhuisen, Johan (± 1596-1650); hoogleraar in de plantkunde en het
Grieks aan de Illustre School te Breda: IV 159 |
Brouart, Thomas (Brauwert); thesaurier van Frederik Hendrik: IV 84 |
Broursma; Groninger regent: IX 88 |
Broursma, zie ook Broersma |
Brugbron, Matthaeus Bernardi (Bernardus, Mathias Bernhardi) (± 1595-1670);
predikant te Bolsward: III 20, 41, 47, 48, 54, 55, 59, IV 42 |
Bruin, De, zie Brun |
Bruinsma, Bruisma, zie Bruinsma |
Bruinsma, Cyprianus (Siprianus); advocaat bij het Hof van Friesland: III
20 |
Bruinsma, Homerus: V 285, 299, 303, 305 |
Bruinsma, Regnerus Joannis (Bruisma, Bruynsma, Bruysma); lid van de
vroedschap van Bolsward, secretaris van Hennaarderadeel, volmacht namens
Wonseradeel in de Staten van Friesland, lid van de Gedeputeerde Staten van
Friesland: II 110, III 32, 34-36, 39, 189-191, 193, 196, IV 7, 10, 13, 23,
26, 28, 29, 33, 35, 36, 38, 53, 57, 238, 240, 242-244, 250, 253, V 29, 34,
35, 37, 38, 47, 54, 58, 60, 75, 94, 95, 97, 98, 107, 124, 168, 231, 239,
251, 258, 263, 280, 281, 284-286, 295, 299-301, 303, 309, VI 14, 15, 26, 39,
44, 59, 103, 330, VII 21, 23, 62, 74, 75, 87, 97, 157, 183, 188, 342 |
Bruinsma, Suffridus Joannes; secretaris van Hennaarderadeel: III 28 |
Bruinsma; zoon van Regnerus Joannis: V 75 |
Brun, Antoine (De Bruin, Bruyn) (1599-1654); ambassadeur van Spanje te
Munster en in de Republiek: V 124, 216, VI 158, 333, VII 177, 186, 187, 190,
194, 199, 237, 253, 257, 259, 287-293, 296, 313, 337, 338, 348 |
Brunsvelt (Brunsveltz): VII 17 |
Brunswijk-Lüneburg, Christian Ludwig hertog van (Brunswijck, Lunenburch)
(1622-1665): III 180, IV 92, 93, 155, 157, 169, 221, 234, V 192 |
Brunswijk-Lüneburg, Friedrich hertog van (Fridrich, Lunenburch)
(1574-1648): IV 114, 155, V 195, 196, 283, VI 48, VII 22 |
Brunswijk-Lüneburg, Georg Wilhelm hertog van (Lunenburch) (1624-1705): IV
93, V 196 |
Brunswijk-Lüneburg; geslacht: V 192, 195, 196, VII 22 |
Brunswijk-Wolfenbüttel, August hertog van (Augustus) (1579-1666): IV 155,
V 196, VI 142, 143, 157, 160, 166, 171, 176, 182, 188, 201, 301 |
Brunswijk-Wolfenbüttel, Rudolf August hertog van (tweden hertoch van
Brunswijck) (1627-1704): VI 319 |
Brunswijk-Wolfenbüttel, Sofia Hedwig hertogin van (hertogin van Pommeren)
(1561-1631): V 196 |
Brunswijk-Wolfenbüttel, Sophie Hedwig hertogin van (1592-1642); moeder van
Willem Frederik: I 11, II 98, V 154, 215 |
Bruyn van Buytewech, Hester Cornelia (vrau van Alckemade); echtgenote van
Albrecht van Wassenaer: IV 150 |
Bruynsma (Bruysma), zie Bruinsma |
Bua(d)t, zie Culan, Fleury de |
Budé, Jean Baptiste, graaf van Guébriant (Gebrian, Guebrian) (1602-1643);
maarschalk in het Franse leger: V 217, VI 136 |
Bünau, Helena van: VI 343 |
Bullion, hertog van, zie Tour d'Auvergne, Frédéric
Maurice de la |
Burch, Hendrik van der; agent van de Staten-Generaal: VI 322, 323 |
Burch, Pieter van der (Verburch van Middelburg) († 1643); pensionaris van
Middelburg: I 51, 91 |
Burch, Van der: V 120 |
Burckstorf, zie Burgsdorff |
Burgh, Albert Coenraetsz (Conradus) (1592-1647); lid van de vroedschap en
burgemeester van Amsterdam, lid van de Raad van State, lid van de
Gecommitteerde Raden van Holland en lid van de Admiraliteit van Amsterdam:
II 42 |
Burgh, Rompt Jacobs ter; schepen van Leeuwarden: V 295, VII 81, 160 |
Burghorst, Jan ter; kapitein der infanterie in het Staatse leger: III 54 |
Burgsdorff, Konrad Alexander Magnus van (Borcksdorf, Borckxdorf, Borgdorf,
Borgstorf, Borgxsorf, Borxdorf, Burcksdorf, Burckstorf, Burckxdorf,
Burgsdorf, Burgstorf, Burgxdorf, Burxdorf) (1595-1652); Brandenburgs
staatsman: IV 201-203, 212, 216, 218, 221-223, 226, 248, V 81, 132, 137,
140, 142, 144, 145, 150, 152, 179, 209, 217, 230, 234, 236, VI 159, 163,
164, 167, 170-174, 180, 184, 185, 188, 194, 203-206, 237, 324, 339, VII 100,
205, 260 |
Burlamachi, Philippe (Kirlamachi) († 1645); koopman te Londen: IV 54 |
Burmania, Van (Bormania, Buermania, Burmanie); geslacht: III 25, V 55, 68,
VI 22, 334 |
Burmania, Doecke Martena van (Ducce, Ducke) (1627-1692): IV 24, 65, 240, V
32, 36-38, 47, 49, 50, 58 |
Burmania, Doedt van (Dude): III 57, 194, IV 8, 38, 66, 241, 264, V 26, 47,
110, 296, 318, VI 9, 16, 56, 99 |
Burmania, Feye van (1626-1679); kapitein der infanterie in het Staatse
leger: III 63, VI 99, 117, 118 |
Burmania, Gemme Laes van (1626-1671); houtvester van Friesland, volmacht
namens Ferwer- |
| |
| |
deradeel in de Staten van Friesland: III 33-35,
37, IV 65, 246, V 287, 288, VI 15, 22, 52, VII 99, 154 |
Burmania, Idzart van (* 1594): V 122 |
Burmania, Jarich Idzarts van (jonge Burmania) († 1661): V 122, VI 343, VII
20, 21, 25 |
Burmania, Laes van (1638-1691): IV 65, 241, 242 |
Burmania, Magdalena Sybrants van († 1692); echtgenote van Hero van
Ockinga: V 308, VI 95, 105, 282 |
Burmania, Poppe van (Bormania Oostenda) (1603-1676); kapitein der
infanterie in het Staatse leger: III 51, VII 78, 79, 84 |
Burmania, Rienck van (Rynick, Rynyck) († 1645); grietman van
Leeuwarderadeel, volmacht namens Ferwerderadeel in de Staten van Friesland,
curator van de Academie te Franeker: II 112, III 10, 23, 43, 45, VII 97 |
Burmania, Rints van (1619-1676); echtgenote van 1) Poppe Martijn van
Andreae; 2) Frederick van Grovestins: III 57, VI 86 |
Burmania, Sipke (Sippke) van: V 111 |
Burmania, Sjuck van (Schiouck, Sjouck, Syuck) (1597-1650); grietman van
Wymbritseradeel en volmacht namens Wymbritseradeel in de Staten van
Friesland: I 1, 97, 113, II 96, III 25, 30, 33-35, 37, 41, 56, 191, 194-196,
IV 8-11, 13, 17, 23, 24, 27, 30, 31, 34-37, 40, 51-55, 57, 60, 65, 115,
239-242, 244, 246, 247, 251, 252, 263, V 26, 32, 36-38, 50, 51, 54, 55, 58,
66-69, 96, 97, 104-106, 110, 122, 174, 239, 254, 258, 276, 282-285, 288,
298, 299, 301, 303, 317, VI 18, 22, 24, 33, 35, 38, 39, 41-43, 52, 66, 69,
71, 72, 75, 76, 78, 81, 82, 86, 87, 115, 331, 337, 341, 343, 364, VII 15,
16, 20, 21, 28, 30, 45, 49, 52, 72, 74, 83, 126, 127, 173, 178, 337 |
Burmania, Susanna Idzarts van († 1691); echtgenote van Pieter van Harinxma
thoe Slooten: V 122, VII 124 |
Burmania, Upcke van; lid van de Gedeputeerde Staten van Friesland: VII 84 |
Burum, Alle Jans van (Bourom, Bourum) (1599-1668); burgemeester van
Leeuwarden, lid van de Gedeputeerde Staten van Friesland: I 1, 5, 7, 11-13,
II 88, 107-110, 112, III 11, 15, 18, 19, 21, 23, 24, 27, 29, 34, 36, 39, 46,
49, 50, 52-55, 61, 63, 189, 191-195, IV 7-9, 12, 13, 16, 17, 23, 24, 28, 37,
52, 60, 238, 242, 243, 248, 249, V 26, 31, 33, 38, 51, 55, 57, 58, 62-64,
73, 94, 100, 103, 106, 108, 111, 120, 127, 239, 252, 256, 257, 259, 273-276,
279-281, 283, 284, 286, 297, 298, 300, 302-304, 306, 307, 312, 315-317,
319-321, 331, 332, VI 12-14, 21, 23, 24, 36, 48, 49, 63, 77, 80, 100, 121,
333, 334, 337, 340, 342, 345, VII 13, 16, 19, 29, 42, 44, 46, 48, 50, 55,
57, 58, 63, 69, 70, 74-76, 83, 97, 100, 132, 149, 153-156, 158, 160, 174,
176, 190-192, 339-344, 350, 351, 354, 358, IX 13, 14, 16, 17, 20, 29, 33 |
Burum, Tjetscke Allarts van (1623-1661); weduwe van Godefridus Jorritsma:
V 302, VI 23 |
Burxdorf, zie Burgsdorff |
Busdorf: IX 235, X 239, XI 131, XII 17 |
Buselins, baron van: V 208 |
Buseroy, zie Buysero |
Buttinga, Cornelis van (Buttingha) (± 1603-1645); secretaris van
Weststellingwerf, lid van het Hof van Friesland: III 32, 45, 49, 50, 53, 55 |
Buttinga, Jacobus van; secretaris van Tietjerksteradeel en volmacht namens
Tietjerksteradeel in de Staten van Friesland: III 30, 62, 64, IV 26, 27, 42,
54, V 53-55, 264 |
Buttinga, Pieter van († 1670); wijnkoper te Amsterdam, bewindhebber van de
VOC: IV 42, V 56 |
Buysero, Laurens (Buseroy, Buyseroy) († 1674); griffier van Frederik
Hendrik: III 30, IV 160, 167, 192, VI 133, 313, VII 212, 227, 234, 288, 289 |
Bye, Abraham de, heer van Albrandswaard (Alberartsweert, De Bie) († 1644);
luitenant-kolonel in het Staatse leger: I 62, II 51, 90 |
Bye, Nicolaes de († 1665); resident van Polen in de Republiek: VI 136 |
Bye, De (Deby): VI 323 |
Bylant (Bilandt): V 236, VI 181 |
Bylant; geslacht: V 236 |
|
Cabauterte, Cabauterti, zie Solms-Braunfels, Johann
Albert II van |
Cabeljau, Johan Willem (Cabillau); kapitein der infanterie in het Staatse
leger, commandant van Liefkenshoek: III 45, 48, 205 |
Cabrero, Josepho; officier in het Spaanse leger: III 96 |
Caesar, Gajus Julius (Caesar) (100-44 v.C.); Romeins veldheer en
staatsman: II 26, VI 328 |
Caire, madamoiselle: V 165 |
Callenfels, Hartman Godfried van Stein (Stein Calevels, Stein Calevelts,
Kalevelts, Steincalefelt, Steinckaleveldt) († 1667); kolonel der infanterie
in het Staatse leger, commandant van Maastricht: II 101, V 167, 168, 188, VI
129, 266, 295 |
Caluard († 1644); kapitein in het Staatse leger: II 90 |
Camer, Johan van der (Ter Cameren, Van de Cameren, Van der Cameren) (†
1669); lid van de vroedschap van Haarlem, lid van de Gecommitteerde Raden
van Holland, gedeputeerde van Holland ter Staten-Generaal, gedeputeerde te
velde: I 76, II 47, III 72, 76, 186 |
Cammerarius, Joachim (1602/1603-1687); geheimraad van Zweden en de Palts,
gezant van de Palts te Munster: VI 46 |
Cammingha, Catharina van; echtgenote van |
| |
| |
Homme van Harinxma
thoe Slooten: V 275, 296, 304 |
Cammingha, Hijlck van; moeder van Jeltje van Aebinga: V 277 |
Cammingha, Taecke van († 1668); grietman van Wonseradeel en volmacht
namens Wonseradeel in de Staten van Friesland: VI 103, 330, VII 22-24, 47,
188 |
Cammingha, Valerius Francisci van, heer van Ameland (1603-1668): IV 246, V
67, 254, 262, 275, 286, VI 9, 11, 28, 31, 95, VII 73, 128, 189 |
Cammingha, Watze van († 1686); lid van de Gedeputeerde Staten van
Friesland: V 124, VII 18 |
Cammingha, Wijtze van (jonge Camminga): VI 345, VII 18, 103, 123 |
Camp, zie Kann |
Camp, Hendrik Jansz; kapitein op de Staatse vloot: II 38, III 61 |
Campbell, Archibald, graaf van Argyll (Argyl) (1598-1661); Schots
staatsman: VII 291 |
Campen, Jacob van (1595-1657); schilder, bouwmeester: V 150 |
Campigni: III 178 |
Camstra, gebroeders van (Kamstra): III 53, 57, 59, 61, IV 15, 36-39, 42,
66, 264, V 27, 37, 94, 102, 103, 107, 109, 178, VI 83, 96, VII 176 |
Camstra, Goffe van († 1663): III 19, 40, 56, V 33, 79, VI 32, 51, 53, VII
77, 176 |
Camstra, Homme van (Hommo) († 1652): III 19, 40, 56, V 33, 79, 109, 111 |
Camstra, Tjallingh van (Tjalling) († 1664): I 3, III 19, 40, 56, IV 238,
240, 264, V 27, 33, 68, 79 |
Camstra, vrau: VII 24 |
Candael, zie Nogaret |
Canilla y Toledo, Luis Benavides de, markies Caracena (Carasena,
Carassena, Carassene, Carazeno, Corazena) († 1668); generaal in het Spaanse
leger, gouverneur van Milaan: II 74, 77, IV 132, 150, 155 |
Cant, zie Kann |
Cantelmo, Andrea (Kantelmo) (1598-1645); officier in het Spaanse leger,
gouverneur van Brugge: I 61, 62, 67, 70, 71, 73, 75-79, 84, 85, III 114 |
Capel, zie Cardouillacq |
Capellen, Alexander van der, heer van Aartsbergen, Boedelhof en Mervelt
(Capel) (1592-1656); lid van de ridderschap van Zutphen, gedeputeerde van
Gelderland ter Staten-Generaal: III 186, IV 70, V 153, VI 150, 168, 169,
217, 247, 302, 304, VII 204, 240 |
Caracalla, Marcus Aurelius Severus Antonius, bijgenaamd (Caracalla)
(186-217); Romeins keizer [211-217]: IV 173 |
Caraffa, gravin van: VI 188 |
Carancy, markies van: V 207 |
Carasena, Carassena, Carassene, Carazeno, zie Canilla y
Toledo |
Cardouillacq, François de, heer van La Capelle (Lacapel, Lacapell,
Lacapelle, Lakapel, Laquapelle); Frans kolonel der infanterie in het Staatse
leger: II 49, 50, 59, 87, III 146, 148, 175 |
Carel, Sibylle (juffer Sibil, Sibill, Sibille, Sibilleke); kamenier van
Amalia van Solms-Braunfels: I 88, IV 94, 112, 124, V 209, VI 310 |
Carleton, Dudley († 1651); resident van Engeland in de Republiek: I 83 |
Caron, François (± 1600-1673); lid van de Raad van Indië, gouverneur van
Formosa, directeur-generaal van de handel in Oost-Indië: VII 177 |
Carracci, Annibale (Carrazzi) (1560-1609); Italiaans schilder en graveur:
I 115 |
Cartou, Geert Joostes (Cartau) († 1662); lid van de vroedschap en
burgemeester van Harlingen en volmacht namens Harlingen in de Staten van
Friesland: IV 252 |
Casembroot (Casembroodt, Casembrot, Kasembroot): I 5, III 181, IV 83, 87,
89, 107, 201, 203, 229, 236, V 98-100, 103, 142, 168, 171, 173, 177, 179,
180, VI 0, 22, 141, 144, 226, 243, 253, 292, 296, 323, VII 192, 311, 320,
323 |
Casembroot, Johan; commissaris-generaal der schepen: I 84, VII 51 |
Casembroot, Leonard: VII 1 |
Casembroot, Reinier de (± 1575-na 1650); commies van de
generaliteitsfinanciën: II 98, 99 |
Casembroot († 1649): VII 153 |
Casimir, prins, zie Jan II Casimir Wasa |
Cassendra: IV 123 |
Cassiopijn, Dominicus van (Cassopijn) († 1651); luitenant-kolonel der
infanterie in het Staatse leger, gouverneur van Geertruidenberg: III 162, V
214 |
Castelby, George; kolonel in het Spaanse leger: III 97 |
Castelrodrigo, zie Mouray Cortereal |
Castillego (Castyliego, Castyllego): VI 234, VII 1 |
Catrine, madame (madamoisel Catrijn): IV 120, 145 |
Cats, Jacob (Catz, Katz) (1577-1660); raadpensionaris, dichter: I 84, 92,
93, II 90, 98, 99, 101, III 110, IV 111, 112, V 137, 159, 176, 233, VI 254,
271, 291, 293, 320, 324, VII 295, 299, 300 |
Caumont, De; geslacht: VII 82 |
Caumont, Anne de (mademoiselle La Force): VI 96-98, 120, 122, 159, 193,
201, 207, 222, 267, 269, 299, 327, VII 77-79, 81, 95, 128-130, 202, 204,
241, 259 |
Caumont, Jacques Nompar de, markies van La Force (1558-1652); maarschalk
in het Franse leger: IV 126 |
| |
| |
Caumont, Philippe de, markies van La Force (Laforce); Frans kolonel der
cavalerie in het Staatse leger: II 29, 49, 51, 71, 77, 83, 89, 100, III 125,
VII 83 |
Cave, Josua de la (Lacave) (± 1596-1661); predikant te Culemborg: II 109 |
Chabot, Henri de, hertog van Rohan (1616-1655) (Schabott): III 75 |
Chamaer (Schamaer); burgemeester van Luik: V 211, VII 226 |
Chambre mi-parti: V 275, VI 137, VII 78, 147, 150, 155, 161, 174 |
Charlot, zie Hessen-Kassel, Charlotte van |
Charnasté: VI 256 |
Chastillion, Chastillon, Chastilon, zie Coligny |
Chatelet, markies van Frichâteau, Erard († 1648); Frans staatsman: VI 135 |
Chavingny, De, zie Bouthillier |
Chèvre, zie Potier |
Chevreuse, hertogin van, zie Rohan |
Choiseul, César de, graaf van Plessis-Praslin (Plessis-Prallyn)
(1598-1675); maarschalk in het Franse leger: IV 126 |
Christiaan II, koning van Denemarken, Zweden en Noorwegen [1513-1523]
(1481-1559): VII 239 |
Christiaan IV, koning van Denemarken en Noorwegen [1588-1648] (1577-1648):
II 25, 101, III 25, 80, 81, IV 229, V 147, VI 142, VII 83, 176, 234 |
Christina Augusta, koningin van Zweden [1632-1654] (1626-1689): II 98, III
79, IV 112, 216, V 49, 68, 236, VI 169 |
Cierckxsma, zie Siersma |
Cijtses, zie Sijtses |
Cillegray, zie Killegrew |
Cingema, zie Kingma |
Cirksena, Enno III, graaf van Oost-Friesland (1563-1625): IV 243 |
Cirksena, Enno Ludwig, graaf van Oost-Friesland (1632-1660): IV 65, VI 308 |
Cirksena, Ulrich II, graaf van Oost-Friesland (graaf van Embden)
(1605-1648): II 48, 96, III 51, 52, 54, 185-187, IV 65, 91, 93, 114, V 104,
297, VI 209 |
Cirpatrickx, zie Kirckpatrick |
Claes Pieters; schepen van Leeuwarden: VI 345 |
Clant (Klandt, Klant); Gronings regent: VI 287, IX 34, 86, 87 |
Clant, vrau, zie Tamminga van Bellingeweer |
Clant van Stedum, Adriaen (Clandt, Clant, Klandt, Klant) (1600-1665);
Gedeputeerde van Groningen ter Staten-Generaal, gevolmachtigde van de
Republiek te Munster: I 76, 84, 91, 92, II 86 |
Clarembeeck, zie Huygens, Rutger |
Clenck, Johannes (Klinck) (1620-1672); hoogleraar in de rechten te Leiden
en in de filosofie aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam: IV 67, 70, V
179, VII 177 |
Cleon, zie Kleon |
Clermont-Tonnerre, Charles de, prins van Ligny († 1674): IV 187, 191, 193,
197 |
Clinchamp, Charles baron van (Klinschan) († 1652): II 52 |
Clingbijl, Johannes (Klinckebijl) († 1649); secretaris van Barradeel, lid
der gezworen gemeente en vroedschap en burgemeester van Harlingen: IV 37,
40, 49, 55, 56, V 62, 63, 104, VI 13, 14 |
Cloppenburgh, Johannes (Cloppenburch) (1592-1652); hoogleraar in de
theologie te Franeker: VII 186, IX 31 |
Cnoop, Isac (meester Isac); chirurgijn: III 56 |
Cnuyt, zie Knuyt |
Coalin; officier der cavalerie in het Franse leger: II 37 |
Coccejus, burgemeester van Bremen: IX 235, X 239, XI 131, XII 17 |
Cock, Frans Banningh, heer van Purmerland en Ilpendam (heer van de Purmer,
Purmerlandt) (1605-1655); lid van de vroedschap en burgemeester van
Amsterdam: V 165, VI 10 |
Codde (Code): X 17, 248, 249, XI 1, XII 3 |
Coehoorn: VII 49 |
Coeller: IX 235, X 239, XI 131, XII 17 |
Coenders van Helpen, Berend (1601-1678); gedeputeerde van Groningen ter
Staten-Generaal, lid van de Raad van State, gezant: V 81, VI 53, 80, 227,
266, VII 82 |
Coerlandt, zie Kettler |
Coignet de la Thuillerie, Gaspard, graaf van Courson (Latuillerie, La
Tulleri, Latullerie, Latuylerie, Tuillerie) (1597-1653); ambassadeur van
Frankrijk in de Republiek: I 71, 78, 83, 94, 95, IV 72, 73, 81, 83, 84, 117,
119-121, 123, 125-129, 212, 213, V 157, 180, 185, 131, 132, 158, 160, 256 |
Coligny, Gaspar III de, hertog van Châtillon-sur-Loing (Chastillion)
(1584-1646); maarschalk in het Franse leger: II 40 |
Coligny, Gaspar IV de, markies d'Andelot (1620-1649); Frans kolonel in het
Staatse leger: II 55, 58, 62, 65, 70, 75, 77, 78, 88, IV 135 |
Coligny, Louise de (princess saeliger) (1555-1620); echtgenote van Willem
van Oranje: V 84, VI 321 |
Coligny, Maurice de (1618-1644); Frans kolonel in het Staatse leger: I 83,
II 29 |
Collegray, zie Killegrew |
Colligny, zie Coligny |
Comandeur: IV 107 |
Commanderij van de Duitse Orde te Utrecht: IV 61, 69, V 185 |
Condé, prinses van, zie Montmorency, Charlotte |
| |
| |
Marguerite de |
Condé, zie Bourbon, Henri II van |
Conflans, Michel de, markies de Saint Remy: V 196, 207 |
Coningmarck, Coningsmarckx, Connincksmarck, zie
Köningsmarck |
Conradus, zie Burgh, Albert Coenraetsz |
Cool, Pyrius; ingenieur, kwartiermeester-generaal der infanterie in het
Staatse leger: III 167 |
Copal, Antonie (Coopal, Coopall) (± 1600-1672); lid van de vroedschap van
Vlissingen, geheim agent: IV 91, 93, 108, 109, 111, 113, 116, 120, VII 174 |
Copius, Arnoldus; volmacht namens Hennaarderadeel in de Staten van
Friesland: II 108, 111, III 9, V 57, 64, 78, VI 70, 80, 82, 116, VII 110 |
Cops, Henrico († 1647); Nederlands zaakgelastigde te Constantinopel: I 92 |
Corazena, zie Canilla y Toledo |
Cornelis, Arjens; generale ontvanger van Het Bildt, dorpsrechter en
notaris te Sint Annaparochie: I 3, 7 |
Cornput; officier in het Staatse leger: III 147 |
Correggio, Antonio Allegri genaamd (Correge) (1489-1534); Italiaans
schilder: I 115 |
Cossé, Louis de, hertog van Brissac (1625-1661); Frans hoveling en
staatsman: IV 127 |
Costerus, Petrus; secretaris van Hindeloopen: III 29 |
Cotera de Gusman, Pedro de la; gouverneur van Antwerpen: IV 91, 108, 109,
113, 116, 131 |
Couvielle; militair in het Franse leger: IV 131 |
Crack, Johannes van (Krack) (1600-1652); grietman van Engwirden en
volmacht namens Engwirden in de Staten van Friesland, lid van de
Gedeputeerde Staten van Friesland: I 43, 93, 96, 97, II 112, III 11, 29, 35,
36, 41, 46, 54, 57, 59, 61, 70, 126, 138, 182, 189-191, 193-196, IV 7-15,
23, 27-29, 31, 32, 35, 38, 39, 51, 53, 56, 58-61, 66, 112, 239, 241,
243-247, 250, 251, V 28-30, 34-38, 47, 52, 63, 77, 78, 94-96, 98, 107,
109-112, 123, 124, 127, 129, 154, 238, 264, VI 48, 78, 329, VII 54, 104,
156, 159, 174, 233, 236-238, IX 19 |
Craft (Crafts): VI 265, VII 305 |
Crato, Anna Louise van, prinses van Portugal (Anne) (1605-1669): II 95,
97, IV 70, 83, 228, V 111, 164, 165, 167, 170, 172, 174, VI 298 |
Crato, Eleonora Mauritia van, prinses van Portugal (Eleonora, Maucken,
Maucquen, Mauquen, Maurits, Mauritz, Moritz, M.M.) (1609-1674); echtgenote
van Georg Friedrich van Nassau-Siegen: II 25, 27, 40, 41, 43, 89, 93-101,
III 79, 81, 82, 84, 85, 121, 122, 150, 182, 183, 185, IV 58, 70, 84, 87-89,
92, 106, 116, 124, 159, 160, 162-164, 168, 200, 213, 216, 219, 225, V 90,
146, 161, 165, 172, 173, 176, 195, 212, 234, VI 196, 246, 271, 298 |
Crato, Emanuel Antony van, prins van Portugal (1600-1666); kapitein der
infanterie in het Staatse leger: I 78, II 90, 95, III 188, IV 225, 227, V
150, VI 57, 298 |
Crato, Emilia Louise van, prinses van Portugal (± 1603-1670): V 165, VI
298 |
Crato, Guillaume Christophe Louis van, prins van Portugal (1601-1660): II
95, VI 298 |
Crato, Juliana Catharina van, prinses van Portugal (Juliaen, Juliaene,
Juliane) (1607-1680): II 95, IV 72, 85, 165, VI 298, VII 202, 205, 207 |
Crato, Maria Belgica van, prinses van Portugal (± 1598-1647): V 165, VI
298 |
Crato, Sabina Delphica van, prinses van Portugal (1612-1670): V 165, VI
298 |
Craven, William baron van (Grevin, Greving) (1606-1697); Engels kolonel in
het Staatse leger: II 29, 53, 58, 59, 61, 65, 70, 76, III 115, 146, 149,
153, 158, 159, IV 118, 189, 190, V 150, 164, VI 215 |
Crévant, Louis de, markies van Humières (d'Humiere) (1628-1694); officier
in het Franse leger: IV 139 |
Crocq, Anthony (Crock, Krock); majoor der cavalerie in het Staatse leger:
I 84, 85, II 94, III 83, 85, 156, IV 109, 115, 118, 131, 135, 157, VI 187,
188, VII 230 |
Crocq, juffer, vrau: IV 115, 157 |
Croddebosch, Leonard Cornelis († 1660); lid van de vroedschap van
Harlingen: VII 354 |
Crofts; ambassadeur van de Republiek in Polen: VII 259 |
Croix, Johannes de la (De la Croy, Crucius) (1598-1666); predikant te
Zaandam en Haarlem: V 194 |
Crol, Fredrick Wigbolts († 1650); burgemeester van Harlingen en volmacht
namens Harlingen in de Staten van Friesland: V 280, VI 38, 45 |
Croll (Grol); geslacht: VI 298 |
Croll, Johann Theodor von (Grol): VI 298 |
Cromwell, John (Crommel, Krommel); Engels kolonel in het Staatse leger: II
29, 55, 58, 63, III 152, 153 |
Cromwell, Oliver (1599-1658); lord-protector van Engeland: VII 121 |
Croseck: VI 169, 173 |
Croy, De la, zie Croix, De la |
Croy, Filips van, hertog van Arenberg en Aerschot (1625-1674) (hertoch van
Aerschot): VI 324 |
Croy, graaf van: VI 167 |
Croy, madame de (De Kroy): V 216 |
Croy, madamoiselle de (De Kroy): V 191, 194, 196, 207, 211, 214-216 |
Croy, Philippe-François de, hertog van Havré († |
| |
| |
1650);
gouverneur van Luxemburg: IV 130 |
Croy-Crèques, Albert-François de, graaf van Megen (Meghen) († 1674);
gouverneur van Namen van Spanje: II 65, 66, VI 232, 293 |
Cueva, Alphonsus de la († 1655); kardinaal, ambassadeur van Spanje te
Brussel: VII 257 |
Culan, Henri de Fleury, heer van Buat (Bouat, Buadt) († 1666); Frans
ritmeester der cavallerie in het Staatse leger: V 212, 310, VI 281, 282,
299, VII 103 |
Culemburch, graaf van, zie 1) Pallandt, Floris II van;
2) Waldeck-Wildungen, Philipp Theodor van |
Culemburch, gravin van, zie 1) Baden-Durlach, Anna van;
2) Nassau-Siegen, Maria Magdalena van |
Curetten, Anneke (weduwe Flaming): V 107 |
Cuyck van Meteren, Adriaen; luitenant-kolonel in het Staatse leger: I 95,
IV 190, 194, IX 36 |
Cuypijf, zie Kupijff |
Cyrpatrickx, zie Kirckpatrick |
|
Dalen, Lambert van (± 1583-1651); zijdekramer, schrijver van ritmeester
Willem van Haren: IV 60 |
Dalen, Van (Van Daelen, Vandalen); commandant van Loevestein en
Woudrichem: III 37, 45, 52, 54, 61, 62 |
Dalon(n)e, zie Alonne, Charles d' |
Dancke(n), Dancker, zie Tancke |
Dannoy, Gustav de (Denoy, Donoy); stalmeester van de koningin van Zweden:
III 79, IV 107 |
Dauber, Johann Henryk (1600-1672); hoogleraar in de rechten aan de
Illustere School te Breda: IV 158 |
Dauma, zie Doma; Douma |
Daumans, Dauwema, zie Douma |
Deby, zie Bye, De |
Dechand(s), Dechandt, Dechans, zie Plessis |
Decker; officier in het Spaanse leger: V 83, 85 |
Decker; officier in het Staatse leger: III 205 |
Dekema, Van; geslacht: VI 112 |
Dekema, Luts Sickes van († 1652); echtgenote van 1) Tjallingh Tjallinghs
van Eisinga; 2) Juw Feyes van Meckema: V 274, VI 112 |
Dekema, Sicke van († vóór 1648); lid van de Gedeputeerde Staten van
Friesland: V 297, VI 112 |
Delimares; Portugees kolonel in het Spaanse leger: III 97 |
Deloge(s), zie Rechignevoisin |
Denemarken, Stenden van: IV 229, VII 83, 234 |
Denemarken en Noorwegen, zie Christiaan II, Christiaan
IV en Frederik III en zie ook Oldenburg |
Denoy, zie Dannoy |
Depyn († 1644); militair in het Staatse leger: II 62 |
Desand(s), Deschand(s), zie Plessis |
Desloge(s), zie Rechignevoisin |
Destrade(s), Destraede, zie Estrades |
Destre, zie Estrées, Jean d' |
Devereux, Robert, graaf van Essex (Exsex) (1591-1646); generaal in het
leger van het Engelse parlement: I 77, 84 |
Dibbedts, Henricus (± 1601-1673); predikant te Den Briel en Dordrecht: VI
234 |
Diefholt; juffer: VI 56 |
Diemen, Anthony van (Van Dymen) (1593-1645); gouverneur-generaal van
Nederlands-Indië: V 36 |
Dijckman, Harmen; notaris, volmacht namens Weststellingwerf in de Staten
van Friesland: III 45 |
Dillemburch, zie Nassau-Dillenburg |
Dinant: VI 157 |
Dionisi(us), Pieter, zie Loomaars |
Dirck Jurjens; lakei: III 52, 181 |
Dirck Claesen; lid van de vroedschap van Hindeloopen en volmacht namens
Hindeloopen in de Staten van Friesland: VI 38 |
Dirck Claessen: V 32, VII 191 |
Dirck Jansen: VI 345 |
Dirckslandt, Dirckxlandt, Dircxlandt, zie Gruyter |
Dixtra, zie Dyxtra |
Dögen, Matthias († ± 1672); agent van Brandenburg te Amsterdam: VI 128,
130, 304, VII 148 |
Does, Simon Willemsz van der (1584-1652); lid van de vroedschap van
Amsterdam, bewindhebber van de WIC: III 205 |
Does, Wigbold van der, heer van Noordwijk (Noordtwijck, Noortwijck)
(1611-1669); lid van de ridderschap van Holland: I 83, 84, 94, II 29, 49-51,
102, III 138, IV 57, 93, 210, V 141, 148, 165, 166, 168, 176, 177, 207, VI
142, 266, 270, VII 233, 240, 297 |
Dohna (Dona, Donau, Donaw, Donnau), heer, baron, vicomte van: I 75, 76,
79, 80, 83, 87, 92, 96, II 43, 53, 56, 68, 71, 79, 87, III 68, 79, 99, 108,
121, 122, 125, 126, 136, 155, 157, 187, IV 106, 108, 143, 148, 157, 159,
164, 167, 181, 226, V 132, 145, 151, 156, 163, 210, 235, 236, 310, VI 164,
194, 202, 205, 206, 209, 210, 215, 227, 232, 301, VII 204, 211, X 248, 249 |
Dohna (Dona, Donau, Donaw, Donnau); geslacht: IV 225, V 132, VI 179, 180,
225, 311 |
Dohna, Agatius baron van (1581-1647): VI 324 |
Dohna, Christian Albrecht burggraaf van (1621-1677); ritmeester in het
Staatse leger: I 94, II 25, 72, 101, III 86, 96, 115, IV 115, VII 200 |
Dohna, Elisabeth Charlotte burggravin van (freule van Donau) (1625-1691);
echtgenote van Otto van Limburg en Bronckhorst: I 45, II 87 |
| |
| |
Dohna, freule van: X 249 |
Dohna, Friedrich burggraaf van (1621-1688); Duits kolonel der infanterie
in het Staatse leger: III 96, IV 115, V 80, IX 35 |
Dohna, Heinrich burggraaf van (Henrick) (1623-1648): I 77, 96 |
Dohna, Henriette Amalie burggravin van (1626-1655): II 87 |
Dohna, Katharine burggravin van (1627-1697): II 87 |
Dohna, Louise burggravin van (1633-1690): II 87 |
Dohna, vrau, zie 1) Brederode, Sofia Theodora van; 2)
Solms-Braunfels, Ursula van |
Dolman, Thomas (Doolman); luitenant-kolonel der infanterie in het Staatse
leger: III 70 |
Doma, Pibo van (Dauma, Domans) (1614-1675); lid van de Rekenkamer van
Friesland, volmacht namens Kollumerland in de Staten van Friesland: III 57,
196, IV 11, 24, 32, 33, 34, 36, 40, 41, 42, V 53, 265, VI 31, 45, 47, IX 36 |
Dona, Donau, Donaw, zie Dohna |
Donckel; kolonel der cavalerie in het Spaanse leger: III 161 |
Donia, zie Harinxma van Donia |
Donia, juffer, vrau, zie Heucklum, Helena van |
Donnau, zie Dohna |
Donoy, zie Dannoy |
Dooitje Robijns (Doitje, Dooitje Roubijns); burgemeester van Workum en
volmacht namens Workum in de Staten van Friesland: V 28, 35, 36 |
Doolman, zie Dolman |
Dorp: III 94, IV 91 |
Dorp, Philips van (1587-1652); luitenant-admiraal van Holland, lid van de
ridderschap van Holland, lid van de Admiraliteit van Rotterdam en Zeeland:
VII 122 |
Dorp, Van; geslacht: VI 297 |
Dort, heer van: II 88, III 182, VI 135 |
Doteil, viconte; officier der cavalerie in het Franse leger: II 37 |
Douchand(s), Douchant(s), zie Plessis |
Douglas, George; Schots kapitein in het Staatse leger: V 33, 37 |
Douglas, James graaf (1617-1645); Engels kolonel in het Franse leger: II
37 |
Douma, Aeltje van; echtgenote van Lieuwe van Boelens: VI 335, VII 23, 72,
76 |
Douma, Bartholt van (jonge Douma) († 1678); grietman van Ferwerderadeel:
VI 335, VII 23, 47, 48, 50, 72, 74, 77, 85, 86, 96, 99, 107, 123 |
Douma, Cnier van († 1651); moeder van Sjuck van Burmania: V 122, VII 20,
21 |
Douma, Epe van (Ipe Dauma, Daumans, Dauwema) († 1650); grietman van
Ferwerderadeel en volmacht namens Ferwerderadeel in de Staten van Friesland:
I 0, 5, 8, 13, IV 237, 240, 241, V 47, 55, 58, 62, 106, 255, 296, 297, VI
39, 253, 335, 338, VII 23, 47, 48, 50, 53, 56, 63, 71, 72, 74, 76, 79, 85,
86, 97, 99, 106, 107 |
Douma, Erasmus van: VII 71 |
Douma, Frouck van; echtgenote van Tjepke van Aylva: V 125 |
Douwe Simons (Dauwe Simens, Simes, Simons); lid van de vroedschap en
burgemeester van Stavoren en volmacht namens Stavoren in de Staten van
Friesland: II 110, III 22, IV 33, 238, 250, V 55, 57, 70, 253, VI 42, 46,
48, 99, 118, VII 41, 71, 160, 183 |
Doux, Alexandre de, zie Zoete de Lake, Alexander de |
Doyem, Orck van (Doyen, Doyum) († 1647); lid van het Hof van Friesland:
III 33-35, 50, 53, IV 27 |
Drummond, William, graaf van Roxburgh (Drommont, Tromont); Schots kolonel
in het Staatse leger, opperstalmeester van Maria Stuart: II 27, IV 239, 240 |
Dubret: IV 197 |
Dudley, Sir Robert, graaf van Warwick (Warwyck) (1574-1649): VI 200, 213,
319 |
Dürer, Albrecht (Alberdur) (1471-1528); Duits schilder en graficus: I 115 |
Dufargy, zie Angennes, Charles d' |
Duis(t), zie Duyst |
Duitse Rijk, Rijksdag van: VI 248 |
Dukenburg, heer van (Duyckkenburch): V 185 |
Dunay († 1645); militair in het Staatse leger: III 94 |
Duivenvoorde, zie Wassenaar |
Duvett, zie Veth |
Duyckkenburch, zie Dukenburg |
Duyst van Voorhout, Johan (Duis van Voorhout, Duist van Voorhaut) (†
1666); lid van de vroedschap en burgemeester van Delft, lid van de
Gecommitteerde Raden van Holland: III 76, VII 295 |
Duyvenvoorde, zie Wassenaar |
Dyxtra, Seerp van (Dixtra) († 1669): V 281 |
|
Eberstein (Everstein): VI 194 |
Eberstein, Ernst Albrecht graaf van (Everstein, Eeverstein) († 1644);
luitenant-generaal in het Hessische leger: II 48, 89 |
Ebinga, Ebingha zie Aebinga |
Ecama, Rincke Mircks (Ryntje Merckx); ontvanger en volmacht namens IJlst
in de Staten van Friesland: V 51, 53, VII 41, 46 |
Echten, Roelof van Echten tot Echten (1592-1643); drost van Coevorden, lid
van de Gedeputeerde Staten van Drenthe: I 83 |
Eck tot Medler en Harselo, Hendrik van († 1655); schout van Zutphen,
opperjagermeester van Gel- |
| |
| |
derland, gedeputeerde van Gelderland
ter Staten-Generaal: V 82, 238, 239, 251-255, 261, VI 150 |
Eck, Lubbert van (1598-1667); majoor der infanterie in het Staatse leger,
vice-commandant van Emmerik: III 175, 176 |
Eding, Johannes Wilhelm († 1651); secretaris van Corfitz Ulfeldt: VII 233 |
Eduard, prins, zie Wittelsbach, Eduard van |
Eebinga, Eebingha, zie Aebinga |
Eerentruyter, zie Erentreyter |
Eeringa, zie Eringa |
Eetsma, zie Aitzema |
Eeverstein, zie Eberstein |
Efferen genaamd Hall, Agnes von; echtgenote van Eppelmann: VI 247 |
Egmond, Lodewijk van, prins van Gavre (prins van Gaveren, Gavren)
(1600-1654); kamerheer van Filips III van Spanje: V 191, 214 |
Egmond van den Nijenburg, Thomas van (Nieuburch, Nuyburch) (1599-1657);
lid van de vroedschap en burgemeester van Alkmaar, gedeputeerde van Holland
ter Staten-Generaal en lid van de Raad van State: VI 56, 58, 62, 65, 71, 74,
75, 82 |
Egmont, gravin van, zie Berlaymont |
Ehrentruyter, zie Erentreyter |
Eiben, zie Eyben |
Eisinga, Van (Eisingani, Eissinga, Eissingani); geslacht: III 40, IV 12,
26, 56, 115, 238, 241, 246, V 34, 61, 62, 96, 97, 106, 239, 240, 263, 265,
273, 303, VI 12, 35, 50, 72, 335, VII 20, 47, 48, 63, 99 |
Eisinga, Van: III 28, IV 215, V 306, 352, VII 23, 340, 353, IX 29 |
Eisinga, Aede van: VI 76, 82 |
Eisinga, Aede Ritskes van: VI 112 |
Eisinga, Aeltje van (1622-na 1673); echtgenote van Frans van Eisinga van
Jousma: V 111, 319, VI 37, 56, 77, 109, VII 23, 85 |
Eisinga, Anna van (1594-1655); echtgenote van 1) Here Upckes van Burmania;
2) Filips van Boshuysen: V 262, 273, 274, VI 70, VII 85 |
Eisinga, Foeck van († 1686): VI 335, VII 48 |
Eisinga, Frans van († 1603); lid van het Hof van Friesland: VI 112 |
Eisinga, Frans van (1594-1661); grietman van Tietjerksteradeel en volmacht
namens Tietjerksteradeel in de Staten van Friesland, gedeputeerde van
Friesland ter Staten-Generaal: III 32, 40, 62, 64, IV 16, 42, 238, 241, V
57, 68, 73, 74, 274, 279, 296, 297, 303, VI 31, 35, 39, 51, 72, 96, 105,
112, 224, 230, 235, 335, VII 15, 23, 47, 48, 62, 76, 78, 80, 82, 108, 109,
152, 154, 156, 157, 173-182, 187, 337, 340, 342, IX 82, X 4 |
Eisinga, Hessel Roorda van (Roorda, Roorde van Eissinga) († 1654);
grietman van Leeuwarderadeel en volmacht namens Leeuwarderadeel in de Staten
van Friesland: III 47, 55, 56, 59, 195, IV 9, 11, 30, 52, 56, 57, 59, 240, V
33, 62-64, 75, 77, 78, 94-97, 108, 119, 124, 127, 128, 239, 262, 296, 299,
312, VI 12, 31, 33, 39, 70, 72, 335, 344, VII 53, 57, 58, 62, 71, 85, 97,
99, 174, 175, 353 |
Eisinga, Hylck van († 1652); echtgenote van Tjaert Douwes van Aylva: VII
48 |
Eisinga, Hylck van (1600-1668); echtgenote van Menne Houwerda van Meckema:
VII 85 |
Eisinga, Julius van (Juw) (± 1564-1631); luitenant-kolonel in het Staatse
leger: VI 35 |
Eisinga, Julius van (Juw) (1623-1647); student: V 281 |
Eisinga, Julius van (Juw) († 1649); volmacht namens Barradeel in de Staten
van Friesland: I 5, III 19, 29, 31, IV 16, 240, V 68, 74, 239, 251, VII 15,
28, 53, 150, 337 |
Eisinga, Lisck van († 1665); echtgenote van Sippe Meckema van Aylva: VII
48 |
Eisinga, Pieter van (Piter) (1564-1645); lid van de Gedeputeerde Staten
van Friesland: III 17 |
Eisinga, Pieter van: V 124, 240 |
Eisinga, Ritscke van († 1573): VI 112 |
Eisinga, Ritscke van (1603-1652); grietman van Kollumerland en volmacht
namens Kollumerland in de Staten van Friesland: I 5, III 25, 40, IV 16, 17,
25-28, 31, V 51, 53, 54, VI 65, 72, 80, VII 107, 154, 175, 176 |
Eisinga, Sjuck van: VII 338 |
Eisinga, Tjallingh van († 1572): VI 112, VII 85 |
Eisinga, Tjallingh van (Tjalling, van Marssum, Menaldum) (1596-1653);
grietman van Menaldumadeel en volmacht namens Menaldumadeel in de Staten van
Friesland: I 0, 7, 8, 13, 52, II 47, 108, III 27, 30, 191, IV 11, 14, 25-27,
31, 36, 51, 52, 54, V 67, 69, 78, 105, 106, 109, 119, 240, 258, 282, 284,
285, 295, 303, VI 27, 32, 33, 35, 39, 44, 45, 47, 50, 51, 59, 63, 69, 70,
83, 100-102, 109, 119, 121, 198, 331, 335, 338, 339, 343, VII 16, 18, 20,
21, 23, 24, 50, 53, 55, 58-61, 67, 72, 74, 78, 85, 96, 97, 99, 106, 107,
123, 154-156, 174, 176-178, 336-339, 341, 349, 354, 355, IX 27, 36, 82 |
Eisinga, Tjallingh van (Tjalling, van Rauwerd) (1603-1658); grietman van
Rauwerderhem en volmacht namens Rauwerderhem in de Staten van Friesland, lid
van de Gedeputeerde Staten van Friesland: I 113, II 47, 107, 110, III 12,
29, 31, 33-35, 38, 39, 41, 46, 54-56, 59, 64, 135, 136, 182, 189-196, IV
7-13, 15, 16, 23-30, 32-35, 37-39, 42, 49-51, 53-56, 66, 240-244, 246, 247,
250-252, V 32-34, 36-38, 47, 52, 55, 56, 66, 68, 76, 78, 95-97, 106, 107,
110, 119, 126, 168, 174, 239, 240, 251, 257-259, 262, 263, 265, 278,
282-285, 296, 297, 299, 300, 302, 303, 307, 311, 312, 319, VI 13, 14, 17,
20, 23, 31, 33, 39, 58, 59, 65, 66, 69, 70, 72, |
| |
| |
93, 335, 344,
VII 15, 16, 18, 24, 28, 47, 53, 62, 63, 67, 71, 77, 79, 85, 174, 342, 344 |
Eisinga, Tjallingh van: IV 44, 59, V 93, VI 110, 111, 113, 114 |
Eisinga jr., Tjallingh van (* 1620); zoon van Tjallingh van Eisinga van
Marssum: III 27, VI 27, 35, 51, 102, VII 20 |
Eisinga van Jousma, Frans van (1621-1673): III 182, IV 11, VII 97, 99, 161 |
Eisma, Tymen Fransen (Timen); burgemeester van Bolsward en volmacht namens
Bolsward in de Staten van Friesland: III 28 |
Eissinga, Pieter (1594-1658); lid van de vroedschap en burgemeester van
Groningen: V 30, 48, 51, VI 80, VII 338, IX 17, 86 |
Elbeuf, d', zie Lotharingen, Charles II |
Elcke Fettjes; volmacht namens Workum in de Staten van Friesland: V 36 |
Elderen: VI 181 |
Eldersich, zie Heilersieg |
Eleonora, zie 1) Leonora; 2) Crato |
Elgersma, Franciscus Jacobi (± 1627-1712); predikant te Oudkerk: VII 337 |
Elisabet, madamoiselle, zie Wittelsbach, Elisabeth van |
Elisabeth I, koningin van Engeland (1533-1603): VI 234 |
Ellersich, zie Heilersieg |
Ellery; secretaris: IX 35 |
Elmort, Beussy; officier in het Franse leger: II 37 |
Embden, graaf van, zie Cirksena, Ulrich II van |
Eminga, Van (Imminga): III 37, 64, IV 239, V 260, VI 13, 71, VII 29, 87,
158 |
Eminga, Albert Sybrant van (van Goutum) († 1662): III 191, IV 62, V 239,
251, 296, 300, VI 16, 45, 60, 81, 83, 95, 109, 111, 113, 198, 331, 341, VII
15, 39, 44, 352 |
Eminga, Frans van (± 1574-1653): VI 2 |
Eminga, Hessel van (± 1542-1605); lid van de Gedeputeerde Staten van
Friesland: VI 20 |
Eminga, Petrus van (van Bolsward); advocaat voor het Hof van Friesland,
burgemeester en raad van Bolsward en volmacht namens Bolsward in de Staten
van Friesland: IV 249, VI 43, VII 54, 75, 97 |
Engeland, Schotland en Ierland, zie Elisabeth I; Jacobus
I; Jacobus II; Karel I en II en zie ook Stuart |
Engeland, koningin van, zie Bourbon, Henriette Marie van |
Engeland, Parlement van: I 43, 84, II 88, IV 68, 69, 87, 94, 105, 115,
117, 196, V 70, 85, 165, VI 213, 215, 226, VII 83, 103, 121, 200, 209, 237,
289, 315 |
Entens, Berent (Entes); majoor der cavalerie in het Staatse leger: II 94 |
Entens, Catharina (Catrijntje, Catrina, Catrine Entes, Trijntje-moy) (†
1660); echtgenote van Sjuck van Burmania: IV 23, V 50, 55, 58, 67, 68, 105,
110, VI 22, 87 |
Epema (eenen Ipema): III 195, IV 9 |
Epema (Jepema); lid van de Admiraliteit van Rotterdam: V 63 |
Epema, Hector van (Jepema, Ipema); secretaris van Leeuwarderadeel en
volmacht namens Leeuwarderadeel in de Staten van Friesland: V 128, VII 17 |
Epema, juffer van: V 108 |
Epema, Seerp (Ipema, Jepema); volmacht namens Hemelumer Oldeferd in de
Staten van Friesland: VII 27, 72 |
Eppelmann (Melander, graaf van Holzappel): VI 246, VII 97, 128 |
Eppelmann, Peter (Melander, graaf van Holzappel) (1585-1648); generaal in
het Venetiaanse, Hessische en keizerlijke leger: VI 188, 244, VII 97 |
Erbach, Christine gravin van (gravin van Nassau) (1596-1646); weduwe van
Wilhelm van Nassau-Siegen: I 0, 1, 87, II 26, 28, 63, 87, 93, 94, 100, 106,
III 22, 69, 77, 81, 83, IV 69, 85, 91, 92, 94, 105, 161 |
Erentreyter sr., Ernhart (vaer van collonel Eerentruyter); Duits kapitein
der infanterie in het Staatse leger, commandant van Emden: III 51 |
Erentreyter jr., Ernhart (Eerentruyter, Erentruyter, Ehrentruyter); Duits
kolonel der infanterie in het Staatse leger, commandant van Emden: I 63, 83,
114, II 29-31, 96, 101, III 51, 108, 115, 116, 136, 137, 146, 148, 157, IV
131, 183, 186-188, V 153, 155, 252, VI 17, 266, 268, VII 159, 160, 162, 176,
252 |
Erentreyter von Hofreit, Barbara (vrau Hemmema) († 1673); echtgenote van
Doecke van Hemmema: IV 66, VI 95, 103, 112, VII 39, 50, 129, 131, 148, 157,
159 |
Eringa, Focke Fockens (Eeringa, Ehringa, Ering, Eringh); secretaris van
Smallingerland en volmacht namens Smallingerland in de Staten van Friesland:
I 11, 54, IV 237, 242, 265, V 27, 54, 55, 59, 75, 78, 119, VI 34, 52, 97 |
Ernst Casimir graaf van Nassau-Dietz (mijn vader, vaeder, graef Eernst)
(1573-1632); stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe, veldmaarschalk
in het Staatse leger: I 11, II 44, 84, III 125, IV 17, 123, 217, 220, 249,
250, V 84, 141, 155, 170, 179, 239, 253, 322, VI 263, VII 47, 107, 203 |
Erskine, James (Askyn) († 1655); Schots kolonel in het Staatse leger: II
29, 50, III 152, IV 190 |
Espelbach, Anna: V 277 |
Espenon, Espernon, (D'), zie Nogaret, Bernard de |
| |
| |
Essex, zie Devereux |
Estrades, Louis Godefroy graaf van (Destrade, Destrades, Destraede,
d'Estrad, d'Estrade) (1607-1686); gezant van Frankrijk in de Republiek,
kolonel in het Staatse leger: II 29, 53, 54, 58, 61, 65, 70, 73, 75, III 27,
84, 86, 96, 98, 99, 108, 122, 153, 154, IV 50, 58, 70, 82, 107, 109, 112,
117, 119, 120, 123, 127, 128, 141, 160, 164, 166, V 120, 121, 157 |
Estrées, François-Annibal I hertog van (Estre) (1573-1670); maarschalk in
het Franse leger: IV 126 |
Estrées, Gabrielle d' (belle Gabrielle) (1571-1599): VI 273, 274 |
Estrées, Jean graaf van (Destre) (1624-1707); kolonel in het Franse leger:
II 37 |
Etampes, Jacques d', markies van La Ferté-Imbault (la Ferte-Imbo)
(1590-1668); kolonel in het Franse leger: I 83, II 37 |
Everstein, zie Eberstein |
Evert Taekes (Taekess); burgemeester van Dokkum: V 313 |
Evertsen, Johan (1600-1666); vice-admiraal van Zeeland: IV 136 |
Evertz, Jan, zie Bijekorf |
Exsex, zie Devereux |
Eyben, Hieronymus (Eiben) (1602/1603-1648); raadsheer van Groningen,
gedeputeerde van Groningen ter Generaliteit, lid van de admiraliteit van
Friesland: IV 225, 229, V 139, 172 |
Eyberghen; secretaris: VI 299, 300 |
Eyerschael van Orsoy; kanonnier in het Staatse leger: I 92 |
|
Faber van Sedan, zie Fabert |
Faber, Timaeus; advocaat voor het Hof van Friesland: III 51, 54 |
Fabert, Abraham de (Faber van Sedan) (1599-1662); maarschalk in het Franse
leger, gouverneur van Sedan: IV 130 |
Fairfax van Cameron, Thomas baron van (Ferfax) (1612-1671); generaal in
het leger van het Engelse parlement: I 77, VI 313, VII 121 |
Falckenhaen, Erasmus van (Valckenhaen); kapitein der infanterie in het
Staatse leger, commandant van Breda: VII 230 |
Falckenhaen, vrau: IV 107 |
Falkenstein, Anna Elisabeth gravin van († 1706); echtgenote van Johan
Albert II van Solms: I 88, 96, II 100, III 70, 113, 135, 136, 138-141, V
130, 141, 143, 144, 186, 192, 194, 207, 210, 212, 214, VI 248, VII 49, 160,
201, 204 |
Fallade, La, zie La Feuillade |
Famas, Famars, zie Levin, Philips de |
Farcx, Taekle Thomas; burgemeester van Sneek en volmacht namens Sneek in
de Staten van Friesland: III 41 |
Feitsma, Feitzma, zie Feytsma |
Feitsma, Bocke van (jonge Feitzma); kapitein der infanterie in het Staatse
leger: VI 79, 103, 104, 111, 310, VII 154 |
Feitsma, Jelger van (Feitsma); kapitein der infanterie in het Staatse
leger: III 54 |
Feitsma, Ruurt van (Feitzma); kapitein der infanterie in het Staatse
leger: VI 79, 103, 104, 111 |
Ferdinand III, keizer [1636/1637-1657] (1608-1657): I 78, 96, 99, II 47,
48, III 42, 94, 109, 143, 186, IV 143, 155, V 122, 169, 187, 195, 209, 218,
230, 234, 275, VI 130, 138, 143, 179, 180, 192, 248, 253, VII 160, 189, 226,
229, 288 |
Feree, vrau: VI 328 |
Ferentz, Enno (Feren, Ferens, Ferents, Fierentz); Duits kolonel der
infanterie in het Staatse leger: I 114, II 26, 29, 51, III 112, 149, 160,
163, IV 87, 196, 197, 213, V 164, VI 129 |
Ferentz, Thomas; Duits kolonel der infanterie in het Staatse leger,
gouverneur van Sas van Gent: I 63, 70, 83, 114, II 29, 40, 53, 55, 58, 60,
63, 67, 74, 76, 79, III 88, 96, 97, 123, 139, 166, 167, 182, IV 131, 145,
184, 186, 215, V 83, 86, 146, 149, 164, 165, 168, 175, 176, VI 128, 129,
253, 266, 268 |
Ferfax, zie Fairfax |
Ferie, zie Ferrier |
Fermersum, Fermesum, vrau, zie Rengers, Anna Margaretha |
Ferrara, graaf van; officier in het Spaanse leger: I 86 |
Ferrier, François de, heer van Morsant (Ferie) († 1647); ritmeester in het
Staatse leger: IV 107, 121 |
Ferté Pont St. Pierre, baron de la (Laferte); Frans ritmeester in het
Staatse leger: III 96, 121 |
Ferte-Imbo, la, zie Etampes |
Feuillade, François graaf van La (Fallade, Feullade, La Feullade)
(1625-1691); kolonel in het Franse leger: II 37, III 143 |
Feullade, zie La Feuillade |
Feycke, meester; chirurgijn: III 20, 21, 24, 27, 31 |
Fierentz, zie Ferentz |
Filips II, koning van Spanje [1556-1598] (1527-1598): V 296, VI 19, 20,
252, VII 44 |
Filips III, koning van Spanje [1598-1621] (1578-1621): V 296 |
Filips IV, koning van Spanje [1621-1665] (1605-1665): I 86, 89, II 40, 74,
III 162, IV 196, 204, V 86, 120, 122, 191, 214, 276, VI 66, 134, 246, 324,
VII 25, 83, 130, 211, 228, 259, 287, 288, 296, 297, IX 30 |
Flaming, Jasper († 1647): V 107 |
Flaming, weduwe, zie Curetten, Anneke |
Flodorf, Adriaan Balthasar graaf van; kolonel in |
| |
| |
het Staatse
leger: V 154, 155 |
Florentina, Florentine zie Brederode |
Flut; kapitein in het Staatse leger: III 67, 68 |
Focke Jacobs: VII 158, 160, 162 |
Fockens, Margaretha: VI 113 |
Fockens, Martinus (1565-1635); grietman van Opsterland, lid van de
Gedeputeerde Staten van Friesland: IV 251, VI 19 |
Fockens, Martinus (1630-1692); grietman van Opsterland: VI 54, VII 86,
150, 346 |
Fockens, Saco van (Focken) (1599-1652); grietman van Opsterland en
volmacht namens Opsterland in de Staten van Friesland: I 93, 96, II 88, III
33, 41, 65, 69, 77, 126, 136, 182, 190, 194, IV 9, 27, 32, 33, 37, 43, 56,
57, 61, 239, 241, 242, 245, 247, 251, V 28, 29, 34, 47, 59, 62, 64, 96, 112,
119, 124, 127, 168, 178, 231, 238-240, 251, 254, 258, 263, 264, 278-280,
282, 284-287, 299, 300, 305, 307-311, 313, VI 13, 18, 19, 31, 36, 37, 49,
51, 53, 54, 74, 76-78, 92, 104, 117, 118, 332, 335, 343, VII 24, 43, 44, 46,
86, 150, 181, 182, 341, 346 |
Fogelsangh, Wyger Rommerts; volmacht namens Baarderadeel in de Staten van
Friesland, mederechter van Baarderadeel: VII 349 |
Fontaine, Claude (Fontaine) (1597-1654); boekdrukker der Staten van
Friesland: VII 149, IX 20 |
Fontaine, Paul Bernard graaf de, heer van Gomery (1576-1643); generaal in
het Spaanse leger: IV 198 |
Fontein, Jurjen Scheltes (Jurgien Scheltiss) (± 1647); burgemeester van
Harlingen: V 263 |
Force, La, zie Caumont, Jacques Nompar de |
Foreest, Nanning van (1578-1668); lid van de vroedschap van Alkmaar, raad
en rekenmeester der domeinen van Holland, lid van de Rekenkamer van Holland:
III 76 |
Fox; onderstalmeester van Willem II: VI 151 |
Francelides, zie Frencelius |
Francisca, zie Merode |
Franciscus: IV 85 |
Franckenburch, zie Bawyr |
Franeker, Universiteit van: I 0, III 12, IV 246, V 65, 297, 303, VI 75,
VII 26, 50, 55, 78, 81, 82, 130, 149 |
Frankrijk, Parlement van: III 138, IV 166, VII 22, 25 |
Frankrijk, zie Frans I; Hendrik IV; Lodewijk XI, XII,
XIII en XIV en zie ook Bourbon, Orléans en Valois |
Frans I, koning van Frankrijk [1515-1547] (1494-1547): V 117 |
Frans Dircks (Frans Dircksen) († 1662); burgemeester van Harlingen: VII 15 |
Frans Melliss († 1650); boer te Cornjum: I 118 |
Fransen, Timen, zie Eysma |
Fredrick; kamerling van Willem II: VI 146 |
Frederik Hendrik, prins van Oranje, graaf van Nassau (Sijn Hocheit,
Hoocheit, de Baes, de groote corprael, onsen general, het hooft, Mijnheer,
de Prins, de Smit, O.V.P., O.V.P.D.J.) (1584-1647); stadhouder van Holland,
Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Groningen en Drenthe: passim |
Frederik III, koning van Denemarken en Noorwegen [1648-1670] (1609-1670):
VI 228 |
Frederik Willem, keurvorst van Brandenburg [1640-1688] (courvorst,
kourvorst, Sijn Durchlaucht, Sijn Courvorstelijkce Durchlaucht) (1620-1688):
I 91, II 86, 93, III 42, 121, 123, 136, 180, 186, 187, IV 72, 89, 92, 93,
105, 106, 145, 164, 174, 199-204, 209-223, 225-229, 233-236, 248, 264, V 26,
52, 79, 81, 90, 132, 137, 140, 142, 144, 145, 148-150, 152, 155, 156, 164,
179, 190, 194, 209, 215, 217, 218, 229-236, 318, VI 128, 136, 137, 143, 157,
159-171, 173, 174, 176, 179, 180, 182, 184-190, 219, 226, 230, 233, 236,
237, 288, 300-302, 304, 320, 324, VII 25, 52, 85, 100, 126, 148, 157, 205,
226, 251, 252, 260, 287, X 34 |
Frencelius, Joachim (Francelides) (1611-1669); hoogleraar in de
geneeskunde te Franeker: IX 30 |
Frenck: I 8 |
Frentz (Frens, Frents); luitenant der garde van Willem Frederik: II 34,
50, 94, 98, 99, III 22, 28, 125, 159, 167, IV 85, V 98, 237, 239, 253, 265,
VI 11, 55, 79, 94, 194, 238, VII 105, 149, 174, 189-191, 351 |
Fries, De, zie Vries, De |
Friesendorff, Johann Friedrich; raadsheer der stad Lüneburg: VI 49, 60 |
Friesland, Gedeputeerde Staten van: I 2-4, 12, 13, 15, 51, 97, II 3, 13,
100, 107, 112, III 3, 4, 11, 12, 30-33, 35, 37-40, 52, 57, 60-62, 79, 135,
136, 182, 189-191, 193-196, IV 1, 2, 7-10, 13, 16, 25-29, 32, 33, 35, 57,
58, 60, 61, 237, 238, 242, 243, 248, V 1, 2, 28, 33-38, 47, 53-60, 62, 64,
67, 68, 75-77, 97, 98, 105-107, 109, 124, 168, 178, 231, 238, 251, 253, 254,
256-259, 275, 279, 280, 284, 285, 296, 299, 302, 303, 311, 312, 352, VI 1,
2, 12, 14, 19, 31, 34, 36-45, 50-54, 57, 58, 62, 63, 69, 73, 79, 84, 85, 92,
103, 104, 111, 113, 117, 118, 120, 130, 198, 329, 331, 332, 337, 339, VII 2,
3, 17, 30, 40, 41, 44, 48, 50, 51, 71, 72, 76, 79, 86, 87, 99, 107, 109,
121, 129, 152-154, 158, 162, 173, 176, 177, 179-187, 192, 193, 236-339, 341,
344, 351, 361, IX 20-23, 27, 30, 31, 233, X 3, 236, XI 128, XII 12 |
Friesland, Hof van: I 2, 12, 14, 97, II 3, 107, 108, III 4, 12, 21, 30,
32-34, 36, 39, 46, 49, 51, 57, 58, 61, |
| |
| |
63, 189, 190, 193, 195,
IV 2, 8, 9, 11, 13, 16, 25, 42, 66, 237, 238, 241, V 2, 28, 31, 33, 49, 51,
94, 99, 100, 103, 107, 109, 238, 252, 265, 274, 275, 279, 281, 286, 297,
302, 320, 321, VI 2, 67, 72, 98, 100, 102, 112, 113, 115, 121, 329, 331,
339, 344, VII 3, 28, 54, 70, 73, 74, 77, 84, 98, 101, 106-108, 110, 123,
131, 149, 152, 154, 156, 157, 160-162, 175-182, 184, 185, 187, 191-193,
338-340, 351, 358, IX 13, 20-23, 27, 32, 85, 233, X 3, 236, XI 128, XII 12 |
Friesland, Krijgsgerecht van: V 107, 109, 120, 122, 275, VI 116, 117, VII
28, 29, 30, 39, 105, 106 |
Friesland, Rekenkamer van: I 6, 12, 97, II 107, III 30, 32, 33, 41, 43,
64, 189, 190, 193, IV 7, 11, 23, 24, 33, 34, 36, 37, 40, 42, 49, 58, 237,
245, V 53, 58, 238, 265, 296, VI 31, 329, 332, VII 52, 339, 341, IX 32 |
Friesland, Staten van: I 1, 2, 7, 12, 13, 15, 16, 51-55, 93, 94, 97, II 3,
13, 99, 100, 107, 109-112, III 3, 9-11, 13, 19, 20, 22, 23, 27, 30, 35, 36,
40, 41, 45, 47, 49-51, 53-55, 57-60, 108, 189, 191, 192, 195, 196, IV 1, 9,
10, 13, 15, 16, 24, 25, 29, 42, 43, 50, 54, 55, 57, 60, 200, 237, 244, 250,
253, V 1, 29, 33-35, 48, 49, 52, 53, 55, 57, 62-65, 69, 73-75, 86, 87, 94,
95, 97, 98, 103, 108, 111, 115, 117, 121-123, 125-129, 142, 144, 153, 170,
173, 174, 177, 231, 238, 251, 254-259, 262, 285, 352, VI 1, 12, 23, 36, 38,
42, 54, 64, 67, 69, 74, 79-82, 103, 120, 137, 224, 331, 336, 337, 339, 368,
VII 2, 21, 26, 40, 42-44, 50-53, 55, 60-62, 67, 69-71, 73-75, 84, 107, 128,
129, 131, 150, 152, 154, 156-158, 173-175, 177, 189, 190, 338-340, 342, 344,
346, IX 15, 34, 62, 63, 82, 88, 233, X 4, 236, XI 128, XII 12 |
Fungeri, Baudiur; klerk: III 52 |
Fusille; officier in het Franse leger: II 37 |
|
Gabbema, Abbe Frerickx († 1651); klerk: VII 123 |
Gabbema, Menzo (Gabama, Gabbama, Gammema) († 1652/1653); advocaat voor het
Hof van Friesland, lid van de vroedschap, schepen en secretaris van
Leeuwarden: III 190, IV 42, 252, 263, V 25, 30, 32, 257, 259, 298, 300, 302,
307, 312, 316, VI 11, 13, 15, 21, 23, 54, 55, 82, VII 105, 173 |
Gabrielle, belle, zie Estrées, Gabrielle d' |
Gachet, Bertrant († 1683); gouverneur van het stadhouderlijk hof te
Leeuwarden: I 8, 91, IV 58, VI 71 |
Gaesbeeck: V 207 |
Galis(s), prins de, zie Karel II |
Galla de Salamanca, Antonio, heer van Noirmont; Spaans diplomaat: V 86,
191 |
Gallas, Matthias graaf van, hertog van Lucera (1584-1647); generaal in het
keizerlijk leger: II 97, III 42 |
Gallus, amicus, zie Frankrijk |
Galtje Jans; lid van de vroedschap van Stavoren: II 110 |
Gammema, zie Gabbema, Menzo |
Gans; vertegenwoordiger van de heer van Brederode: I 91 |
Gans van Potlitz (die van Potlitz); geslacht: VI 225 |
Garcia II, koning van Kongo († 1661): I 71 |
Garcia, conte de; kolonel in het Spaanse leger: III 97 |
Gassion, Jean de (1609-1648); maarschalk in het Franse leger: I 80, II 29,
32, 34, 35, 37, 38, 42, 44, 48, III 84, 96, 99, 111, 140-145, 179, IV 126,
127, 151, 155, V 90, VI 148, 230 |
Gauma, Tjeerd (1593-1647/1648); apotheker, burgemeester van Dokkum en
volmacht namens Dokkum in de Staten van Friesland, lid van de Gedeputeerde
Staten van Friesland: V 49, 53-59, 62, 63, 65, 100, 231, 259, 279, 280, 299,
313, VI 63 |
Gauma, Wilhelmus (* 1622): V 49 |
Gautsmit; vaandrig in het Staatse leger: V 273 |
Gaveren, Gavren, prins van, zie Egmond, Lodewijk van |
Gavre, Jan Rogier de (Jan Reinir, Jan Rogir, Rogiers de Gavere) († 1653);
burgemeester van Harlingen: V 275, 278, VI 15, 74, VII 97, 108 |
Gebrian, zie Budé |
Gedeputeerden te velde: I 61, 62, 64, 68, 71, 75, II 32, 42, 47, 53, 68,
72, 74, 78, 84, III 46, 84, 86, 96, 99, 123, 125, 141, 142, 144, 146, 155,
156, 167, 176, IV 107-109, 111-113, 116-118, 120, 121, 123, 125, 126, 131,
139, 141, 142, 144, 145, 150, 155, 160, 162, 163, 165, 169, 185, 193, 196,
197, V 157 |
Geelvinck, Jan Cornelis (Gelvinck, Gheelvinck) (1579-1651); lid van de
vroedschap en burgemeester van Amsterdam, lid van de Admiraliteit van
Amsterdam: II 42, V 165, 166, 172 |
Geer, Lodewijk de (Luys de Guerre) (1587-1652); wapenhandelaar en
-fabrikant: III 77 |
Geerridt Willems; schepen van Leeuwarden: VI 345 |
Geersema, Bruyn Gijsberts (Bruin, Gijsbertz, Gisbert, Gisbertz, Gyses) (†
1656); burgemeester van Harlingen: VI 9, 17, 21, VII 17, 19, 44, 45, 55, 75,
76 |
Geest, Wybrand Symons de (1592-na 1660); kunstschilder: V 125, VI 9 |
Gelderland, Hof van: V 152-154, VI 166, VII 69, X 238, XI 130, XII 17 |
Gelderland, Rekenkamer van: VII 69 |
Gelderland, Staten van: V 152-154, 185, VI 157, VII 126 |
| |
| |
Geldorpius, Wibrandus († 1659); procureur-generaal bij het Hof van
Friesland: I 0, 13, II 108, IV 36, V 56, VI 21, 42, 91, 120, VII 22, 182,
183 |
Gelvinck, zie Geelvinck |
Gemenich, zie Ghemmenich |
Gendt, zie Gent |
Generaliteitsrekenkamer: I 1, III 32, 82, IV 56, 217, V 296, VI 31 |
Gent, Barthold van, heer van Loenen en Meinerswijk (Meinderswijck,
Meinerswijck, Menderswijck, Mengerswijck, Meynerswijck) († 1650); lid van
het Hof van Gelderland, lid van de Rekenkamer van Gelderland, gedeputeerde
van Gelderland ter Staten-Generaal, ambassadeur van de Republiek te Munster:
IV 133, 134, V 83, 153, 218, VI 16, 59, 60, 66, 251, 333, VII 323 |
Gent, bisschop van, zie Triest |
Gent, Johan van, heer van Oosterwedde (Gendt) (± 1605-1679); Gedeputeerde
van Gelderland ter Staten-Generaal: II 96, III 70, 72, IV 82, 90, 221, V
170, 232, 234, VI 239, 243, 251-253, 258, 304, 311, 322, IX 36 |
Gent, Margaretha van († 1652); weduwe van Floris van Merode: II 86, III
85, 124, 187, IV 70-73, 85, 121, 124, 174, 202, 216, 221 |
Gent, Walraven baron van, heer van Oyen (Gendt) († 1644); kolonel der
infanterie in het Staatse leger: I 114 |
Gentillot, Elie de; sergeant-majoor in het Staatse leger: IV 69, VII 259 |
Georg Wilhelm, keurvorst van Brandenburg [1619-1640] (1595-1640): III 121,
VI 185, 194 |
Gerbren Jacobs; lid van de vroedschap van Stavoren: II 110 |
Gercoma, Gerco Johannes († 1682); predikant te Ee: III 48, 49 |
Germein, Germyn, zie Jermyn |
Gerrit Ates (Gerridt Atiss); boer te Wirdum: I 117 |
Gerroltsma, Menelaus van (1610-1651); secretaris van Achtkarspelen en
volmacht namens Achtkarspelen in de Staten van Friesland: I 54 |
Geusau, Levin van (Gesau); kapitein der infanterie in het Staatse leger:
III 138 |
Gevershaen, Willem van (Gevershan) († 1645); majoor der cavalerie in het
Staatse leger: III 94 |
Gheelvinck, zie Geelvinck |
Ghemmenich, Cornelius van (Gemenich, Gemmenich, Gemmich, Gemmnich,
Gemnich) († 1666); burgemeester van Franeker en volmacht namens Franeker in
de Staten van Friesland, lid van de Gedeputeerde Staten van Friesland: III
28, 29, 32, 33, 55, 58, 61, 62, 64, 191, 196, IV 10, 35, 37, 44, 56, 59-61,
65, 66, 243, 246, 249, V 28, 54, 59, 64, 95, 231, 238, 252, 263, 279, 280,
303, 305, VI 18, 33, 34, 43, 104, VII 52 |
Ghemmenich, Jacobus; advocaat voor het Hof van Friesland, secretaris van
Franeker: III 58 |
Gijsels van Lier, Aert (Gijssels van Delft) (± 1593-1676); geheimraad van
de keurvorst van Brandenburg: VI 71, 72, 160 |
Giorgio da Castelfranco (Jargion, Jorgion) (1478-1510); Venetiaans
schilder: I 115 |
Girardyn; kolonel in het Spaanse leger: III 164 |
Giviscourt; kolonel in het Franse leger: II 52 |
Gleen, graaf (heer Gleen): VI 128, 129 |
Gleser, George (Gleeser) († 1652); kolonel in het Staatse leger: I 68, 76,
83, 92, 95, II 31, 42, 53, 56, 58, 59, 61, 64, 65, 68, 70, 86, 96, III 81,
144, 145, 150-152, 154, 161, IV 113, 136, 144, 200, 202, 215, 226, V 168, VI
135, 142, 300, VII 290, 307, IX 35 |
Glins, Van: VI 11, 104, 330, VII 24, 28, 106 |
Glins, Laes van (± 1580-1652); generale ontvanger van Menaldumadeel,
volmacht namens Het Bildt in de Staten van Friesland: II 108, III 27, IV 43,
VII 100 |
Glins, Sjoucke van (Suffridus) (± 1621-1677); hofjonker, vaandrig der
garde van Willem Frederik: VII 87, 100 |
Glins, Taecke van († 1660); officier in het Staatse leger: VI 332 |
Glinstra, Van: IV 264, V 64, 284, 308, VI 42, VII 23, 110, 343 |
Glinstra, Eelco van (1608-1667); volmacht namens Menaldumadeel in de
Staten van Friesland, lid van de Gedeputeerde Staten van Friesland: III 30,
IV 27, V 282, 283, 303, 304, VI 12, 17, 21, 27, 33, 41, 43-45, 52, 53, 55,
59, 63, 72, 118, 335, 339, 340, 342, 344, VII 51, 72, 130, 158, 337,
352-355, IX 13, 27, 28, 30 |
Glinstra, Epeus van (1605-1677); griffier van het Hof van Friesland: I 11,
III 19, 34, 49, 57, V 95, 103, VI 12, 43, 59, 67, VII 98, 101, 102, 156,
161, 183, 341, IX 14, 19 |
Glinstra, Johannes van (1612-1678); schepen van Leeuwarden, raadsheer in
het Hof van Friesland: III 56, 70, 125, IV 238, 242, 245, V 62, 98, 107,
275, 303, 306, 321, VI 17, 78, 93, 112, VII 161, IX 14 |
Glinstra, vrau van: VII 124 |
Goethals, Johannes (Goedthals) (1611-1673); hofpredikant: II 89, 95, III
85, 112, 140, 149, IV 91, 129, 162, 168, V 84, 157, 172, 178, 185, 188, 191,
211, 215, 216, VI 144, VII 304, 306, 311-313 |
Goltstein, Joachim von (Goldstein, Golsstein, Golstein); Duits
luitenant-kolonel der infanterie in het Staatse leger: II 51, 55, III 140, V
229, 230 |
Gomarra, Stephan; kolonel in het Spaanse leger: III 97 |
Gondi, Pierre de, hertog van Retz, graaf van Joigny |
| |
| |
(1602-1676); officier in het Franse leger: IV 127 |
Goring, George baron (1608-1657); luitenant-generaal der cavalerie in het
Engelse leger: II 29, III 113 |
Goring, George baron, graaf van Norwich (1583-1663); ambassadeur van
Engeland in Frankrijk: I 91, 94, IV 105, 118, 162, 163, 181, 196, 201, V
185, 195 |
Gorp, Gerryt Aerts; burgemeester van Sneek: VI 337, VII 350 |
Goyer, Dirck de (1569-1648); lid van de vroedschap en burgemeester van
Utrecht: IV 69 |
Goyer, Den; predikant te Liesveld: II 94, VI 141, 208-210, 249 |
Graeff, Cornelis de, vrijheer van Zuid-Polsbroek (De Graef, Graf)
(1599-1664); lid van de vroedschap en burgemeester van Amsterdam, lid van de
Gecommitteerde Raden van Holland, bewindhebber van de VOC: II 42, III 76,
186, IV 218, V 165, 175, VI 9, VII 295 |
Graham, James, markies van Montrose (Montroos) (1612-1650); generaal in
het leger van de Engelse koning: V 86, VII 291 |
Gramberringen, J. van (Grandperin, Grandperyn, Groteperyn); baljuw van
Liesveld, kapitein in het Staatse leger: I 88, II 90, 93, 94, III 205, IV
121, VII 79, 80 |
Grammont, Antoine III hertog van (Gramondt, Gramont) (1604-1678);
maarschalk in het Franse leger: IV 125-132, 134, 135, 139, 141-144, 149-151,
158, 160-171, VI 148 |
Grammont; kolonel der cavalerie in het Spaanse leger: III 161 |
Grancay, Gancey, zie Rouxel |
Grandperin, Gran(d)peryn, zie 1) Gramberringen; 2)
Soutelande |
Granvelle; militair in het Staatse leger: III 124 |
Granzay, zie Rouxel |
Graswinckel, Dirck (1602-1666); advocaat-fiscaal van de grafelijkheids
domeinen van Holland, secretaris van het gezantschap van de Republiek naar
Munster, griffier der Chambre-mi-partie te Mechelen: VI 147, 148, VII 323 |
Gratinga, Rinthje Rienckdr van (Grettinga): VI 35 |
Gravius; ammunitiemeester-generaal in het Staatse leger: I 119 |
Gravius, Marten († 1644); grietman van Het Bildt: II 47, IV 13, V 124 |
Gravius, Oene († 1646); majoor der burgerwacht te Leeuwarden: IV 12 |
Gravius, Regnerus; volmacht namens Wymbritseradeel in de Staten van
Friesland: I 97, IV 60, V 53, 56, 256, 264, 278, 283, 295, VI 81, VII 74,
149 |
Grebber, Pieter Fransz de (± 1600-1652/1653); kunstschilder: VI 328 |
Grettinga, Harmanus; compagnieschrijver: IV 242, V 35, 258, 262, 263, 279,
306 |
Grettinga, Reinerdt Oetses (Reinert Oetjes Grettingha) († 1653); lid van
de gezworen gemeente en de vroedschap, burgemeester van Harlingen en
volmacht namens Harlingen in de Staten van Friesland, lid van de
Gedeputeerde Staten van Friesland: II 107, III 30, 34, 39, 46, 54, 59, 189,
191, 195, 196, IV 10, 13, 25, 34, 35, 37, 39, 44, 56, 59, 60, 66, 237,
242-244, 246, V 28, 34, 35, 52, 53, 56, 57, 60, 63, 64, 75, 78, 274, 306, VI
40, 93, VII 15, 77, 95, 150, 339, 359, IX 32 |
Grettinga, zie ook Gratinga |
Grevin(g), zie Craven |
Grimbergen, Honorata gravin van (hertogin van Guise) († 1679); echtgenote
van Henri van Guise: I 96 |
Grison, Nicolaes († 1647); kapitein der infanterie in het Staatse leger:
IV 71, 169 |
Groenlandse Compagnie (Gronlantze Compagnie): VII 155, 359, IX 32 |
Groestein, Groestin, zie Grovestins |
Grol, zie Croll |
Groningen, Universiteit van: IX 86 |
Gronsfeld, freules van (Gronsfelt): VI 174 |
Gronsfeld, Joost Maximiliaan graaf van († 1660); kolonel in het leger van
de Ligue: VI 188 |
Groot, De: VI 169 |
Groot, Hugo de (Grotius) (1583-1645); rechtsgeleerde: VII 104 |
Groot(e)peryn, zie Gramberringen, Soutelande |
Grootvelt, Willem Jansz († 1652); lid van de vroedschap van Gorinchem, lid
van de Gecommitteerde Raden |
Groperyn, Groteperyn, zie Gramberringen, Soutelande |
Grotperyn, zie Gramberringen, Soutelande |
Grotius, zie Groot, Hugo de |
Grovestins, Van: III 17, 65, IV 12, 62, 115, V 106, 296, VI 92, VII 16,
25, 26, 29, 40, 106, 161, 178, IX 34 |
Grovestins, Van (Groestein, Groestin, Grovestein, Grovesteins, Grovesten);
geslacht: V 64, 65, VI 57, VII 77 |
Grovestins, Foppe van (tot Engelum) († 1658); majoor der infanterie in het
Staatse leger: I 118, III 173, 177, 180, IV 32, 34, 52, 53, 239, V 67, VI
95, 117, VII 73, 188 |
Grovestins, Frederick van († 1669); ontvanger-generaal van de
floreenrente: I 52, 53, III 12, 22, 37, 62, 64, IV 12, 40, 55, 61, 237, V
62, 63, 65, 66, 76, 129, 252, VI 73, 86, 92, 95, 103, 344, VII 28, 52, 84,
85, 121 |
Grovestins, Hector van (1606-1643); lid van het Hof van Friesland: I 52 |
| |
| |
Grovestins, Laes van (1634-1667): IV 65, VII 73 |
Grovestins, Oene van (Une, Uno); kapitein der infanterie in het Staatse
leger, grietman van Hennaarderadeel en volmacht namens Hennaarderadeel in de
Staten van Friesland: I 52, IV 52, 61, 65, 240, 246, V 47, 104, 111, 129,
256, 282-285, 295, 299, VI 17, 24, 25, 27, 32, 33, 36, 37, 39, 44, 63, 82,
198, 331, 342, VII 21, 22, 43, 47, 57, 58, 69, 74, 77, 154, 177, 337, 338,
349, 350, 354, IX 30, 82 |
Grovestins, Sicke van († 1665); grietman van Hennaarderadeel en volmacht
namens Hennaarderadeel in de Staten van Friesland, lid van het Hof van
Friesland: I 12, 52, 53, II 108, 110, 111, III 9, 18, 28, 46, 191, IV 11-13,
25-27, 36, 40, 44, 51, 52, 54, 61, 65, 239, 246, V 57, 62-64, 67, 69, 96,
104, 105, 122, 129, 240, 264, 283, 295, 298, 299, 306, VI 14, 18, 20-22, 24,
27, 35, 39, 41, 43, 44, 48, 57, 70, 73, 80, 96, 115, 331, 343, VII 20, 21,
54, 69, 72-74, 108, 121, 178, 339, 341, 344 |
Gruys, Johan (1614-1678); kapitein der infanterie in het Staatse leger:
III 157 |
Gruys; lid van de Gecommitteerde Raden van Holland: III 186 |
Gruyter, Filips de, heer van Dirksland (Dirckslandt, Dirckxlandt,
Dircxlandt) († 1647); luitenant-kolonel der infanterie in het Staatse leger,
commandant van Brielle: III 147, 149 |
Gualtheri, Gualtherus Henrici (Henricides, Walteri, Wolteri) (1592-1652);
lid van het Hof van Friesland: I 0, III 22, 41, 43, IV 15, 23, 25, 43, 54,
238, 242, 248, V 79, 99, 100, 109, 110, 275, 280, 303, 304, 307, 312, VI 17,
19, 41, 46, 56, 112, VII 17, 109, 122, 196, 342-344, 350, 360, IX 17, 36 |
Gualtheri, Johannes Henrici; volmacht namens Leeuwarderadeel in de Staten
van Friesland: V 302, 312, 315, 316, 320, VI 13, 339, VII 132, 162, 340, IX
15 |
Guasco, Octavio; kolonel in het Spaanse leger: II 77 |
Guebrian, zie Budé |
Guebriant, mademoisell de, zie Bec-Crespin |
Günther, Frederik (1581-1655); Deens diplomaat: II 25 |
Guerre, zie Geer |
Guicciardini, Lodovico (Guichardijn) (1521-1589); Italiaans
geschiedschrijver: V 81 |
Guise, zie Lotharingen |
Guise, hertogin van, zie Grimbergen |
Gulsing, zie Julsing |
Guntroy: V 192 |
Gussignies-Ternicourt, Anna de; echtgenote van Jacques van Haynin: III 146 |
Gustaaf II Adolf, koning van Zweden [1611-1632] (1594-1632): III 137, IV
229, V 193 |
Gysemburch, zie Hardenbroek |
|
Habsburg; geslacht (Bourgondiën, Burgundiën): I 76, 96 |
Habsburg, Anna van, aartshertogin van Oostenrijk, infante van Spanje
(Raine-Maire) (1601-1666); weduwe van Lodewijk XIII, regentes van Frankrijk:
II 34, 42, 85, 86, III 187, IV 105, 117, 158, 164, V 82, 169, 170, VI 194,
321, VII 79, 314 |
Habsburg, Isabella Clara Eugenia van, aartshertogin van Oostenrijk,
infante van Spanje (1566-1633); echtgenote van Albertus van Oostenrijk,
vorstin [1598-1621], landvoogdes van de Zuidelijke Nederlanden [1621-1633]:
I 91 |
Habsburg, Leopold van, aartshertog van (artzhertoch Leopoldus)
(1614-1662); generaal in het keizerlijk leger, landvoogd van de Zuidelijke
Nederlanden [1647-1656]: V 169, VI 135, 138, 157, 158, 188, 194, 208, 215,
253, VII 130, 173, 229, 287, 357 |
Habsburg, Maria Anna van, aartshertogin van Oostenrijk (1635-1696);
echtgenote van Filips IV: VII 288 |
Habsburg, Maria Theresia van, aartshertogin van Oostenrijk, infante van
Spanje (1638-1683): V 128, VII 209, 297 |
Hachtingius, Arnoldus († 1657); predikant te Dokkum: III 57 |
Hachtingius, Frederick; belastingpachter: VI 334, 339, VII 19 |
Hacket (Haket); kolonel in het Staatse leger: VI 246 |
Haeck; kolonel in het Staatse leger: VI 170 |
Haen, Woudter de; bode: IX 171 |
Haen; officier in het Staatse leger: III 205 |
Haercourt, zie Lotharingen, François Louis van |
Haeren, zie Haren |
Haerensma, juffer, zie Botnia, Tieth van |
Haeringsma, zie Harinxma thoe Slooten |
Haerma, zie Haersma |
Haershol(d)t, zie Haersolte |
Haersma, Van (Haerma, Harsma): VI 52, 112, 113 |
Haersma, Annius Jacobi van; secretaris van Hemelumer Oldeferd en volmacht
namens Hemelumer Oldeferd in de Staten van Friesland: III 59, V 56, VI 43,
44, 92, 94, VII 46, 76 |
Haersma, Arent van († na 1640); grietman van Smallingerland en volmacht
namens Smallingerland in de Staten van Friesland: VI 72 |
Haersma, Aulus van (± 1611-1669); grietman van Smallingerland en volmacht
namens Smallingerland in de Staten van Friesland, lid van de Gedeputeerde
Staten van Friesland: I 11, 54, III 29, 35, 46, 53, 62, 136, 137, 182,
189-191, 193, 196, IV 7, 10, 13, 28, 29, 31, 51, 53, 56, 237, 238, 243, |
| |
| |
251, 253, V 28, 29, 34, 47, 51, 54, 57, 62, 106, 107, 119, 124,
127, 168, 238-240, 255, 258, 280, 284-286, 296, 300, 301, 303, 305, 308-311,
313, VI 19, 31, 34, 97, 333, VII 47, 51, 76, IX 15, 82 |
Haersma, Jan Jacobs; secretaris van Stavoren: II 111, III 9, 59 |
Haersolte, Van: I 92, II 43, 102, V 84, 170, 207, 260, 261, IX 36 |
Haersolte, Van (Haersholdt, Haersholt, Haersoldt, Haersolt); geslacht: V
138 |
Haersolte, Anthony van (± 1609-1670); kolonel der cavalerie in het Staatse
leger, lid van de ridderschap van Overijssel, luitenant-stadhouder van
Overijssel: I 85, II 29, 31, 51, 73, III 82, 139, IV 135, 157, 170 |
Haersolte, Rutger van (1608-1674); lid van de ridderschap van Overijssel,
drost van Lingen, lid van de Raad van State: IV 49, 50, 52, 54, 55 |
Haersolte, vrau, zie Boetzelaer, Ernestina van |
Haersolte, Willem van († 1646); kapitein der infanterie in het Staatse
leger, drost van Bredevoort: III 205, IV 132 |
Haestrecht: VII 108 |
Haga, Cornelis (Hagha) (1578-1654); president van de Hoge Raad van Holland
en Zeeland: III 71, 124, IV 93, V 69, VI 176, 182, 232, VII 128, 209, 317,
355, 359, IX 34, X 248 |
Hagedoren, zie Ram |
Hagha, zie Haga |
Hagius, Adrianus (Haghius); commies van de financiën van de Rekenkamer van
Friesland: IV 73, 126, V 155, 177, 264, 265, 275, 279-281, 283, VI 74, VII
202 |
Hagius, zie ook Hasius |
Hallart, Maurice de (Alart, Allart); Frans luitenant-kolonel in het
Staatse leger: I 75, 77, 78, IV 170 |
Hamel, Gisbert van; lid van de vroedschap van 's-Hertogenbosch: VII 70 |
Hammema, zie Amama |
Hanau, vrau, gravin, zie Nassau, Catharina Belgica van
Oranje- |
Hanau-Münzenberg, Amalie Elisabeth gravin van (landgravin van Hessen)
(1602-1651); weduwe van Wilhelm V van Hessen-Kassel: I 83, III 52, 53, 72,
IV 107, 112, V 90, 192, 213, VI 130, 169, 208, 338 |
Hanau-Münzenberg, Charlotte Luise gravin van (Scharlotte): II 93, 97, III
77, 181, IV 71, 83, 228, 229, VI 224, 225, 324 |
Hanau-Münzenberg, Johanna gravin van (princess van Portugal) († 1673);
echtgenote van 1) Wolfgang Friedrich Rijngraaf van Salm; 2) Emanuel Antony
prins van Portugal: IV 200 |
Hanenburg, Jelle Hendricks (Hanenburch, Hanneburch, Hannenburch) (* 1610);
kamerbode en klerk van de Gedeputeerde Staten van Friesland, commies van de
financiën van de Rekenkamer van Friesland: V 265, 279, 280, VII 49, 51 |
Hania, juffer van (Hannia) († 1648): IV 37, 49, 66, V 47, 48, 61, 110-112,
308, VI 15, 21, 39, 56, 83 |
Hania, Van; officier: VI 48 |
Hanneburch, zie Hanenburg |
Hannema, Laess Laessen († 1654); burgemeester van Harlingen: VII 339 |
Hannenburch, zie Hanenburg |
Hanniwoud, zie Honeywood |
Hans Jacobs (1626-1649); dienaar van Willem Frederik: VII 225 |
Hansma, Folpert Riencks (Folperus); burgemeester van Bolsward en volmacht
namens Bolsward in de Staten van Friesland: III 20, IV 248, VI 103, 338, VII
25, 29, 62, 183 |
Harcourt, Sir Simon (Cimon) (1603-1642); Engels sergeant-majoor in het
Staatse leger, gouverneur van Dublin: I 94 |
Harcourt, zie Lotharingen, François Louis van |
Hardenbroek, Gijsbert van, heer van Giesenburg (Gysemburch, Hardenbroeck)
(† 1658); majoor der infanterie in het Staatse leger: IV 155, VI 157, 296,
314 |
Hardenbroek, Gijsbert Johan van: VI 314 |
Haren, Ernst van (jonge Haeren) (1623-1701); ritmeester in het Staatse
leger: III 122, 125, IV 40, 49, 58, 62, 143, 263, V 25, 27, 34, 38, 47, 49,
61, 66, 71, 78, 83, 94, 100, 110-112, 129, 264, 265, 281, 285, 311, 313,
317, VI 9, 14, 20, 28, 53, 55, 58, 67, 74, 83-85, 91, 94, 96, 98-101, 110,
111, 114-118, 120, 230, 249, 286, 327, VII 78, 79, 85, 96, 106, 110, 129,
154, 159, 187, 189, 191, 192, 323, 351, 359, IX 14, 19-21 |
Haren, Margrieth van (Jongstals frau, juffer Jungstal); echtgenote van
Allart Pieter van Jongestall: III 194, IV 8, V 58, 111, 308, VI 11, 58, 83,
94, 103, 112, 118, 326, VII 50, 64, 81, 105, 124, 129, 148, IX 15, 19, 21,
28 |
Haren, Sophie van (Phijcke, Pijck, Pijcke, Py-moy, Pye-moy, Sophijcke,
Sophike) († 1649); echtgenote van Willem van Vosbergen: IV 44, 150, V 62,
78, 99, 109, 129, 130, 256, 316, VI 11, 16, 26-28, 34, 39, 43, 58, 65, 72,
74, 76, 81, 84, 92, 94, 105, 109, 116, 129, 198, 225, 228, 234, 236-238,
245, 246, 259, 264, 265, 267, 271, 274, 282, 285, 289, 304, 307, 310, 314,
316, 320, 324, 326, 327, 330, VII 14, 85, 86, 128-131, 148, 150, 289, 293,
297, 299, 323 |
Haren, vrau, zie Vierssen, Magdalena van: III 190 |
Haren, Willem van (Haeren) (1581-1649); ritmeester in het Staatse leger,
gedeputeerde van Friesland ter Generaliteit: II 47, III 15, 28, 56, 57, 107,
109, 122, 138, IV 24, 238, 263, V 25, 30, 35, 37, |
| |
| |
50, 58, 63,
65, 77-79, 124, 129, 130, 239, 240, 251, 254, 262, 277, 283, 306, 308, 316,
352, VI 14-16, 19, 23, 26, 35, 38, 47, 51, 64, 65, 71, 76, 78, 81, 82, 105,
109, 127-130, 217, 224, 225, 232, 235, 236, 238, 243-246, 248-250, 252-254,
258, 259, 264, 267, 271, 285, 286, 289, 292, 293, 297, 298, 300, 302, 304,
306, 308, 314-316, 320, 323, 326-328, 331, 341, VII 51, 76, 83, 99, 127-131,
150, 155, 156, 162, 177, 181, 186, 190, 193, 194, 199, 207, 208, 232, 234,
235, 239, 240, 257, 259, 288-293, 297-299, 301, 305, 307, 313, 320, 345 |
Haren, Willem van (jonge Haeren) (1626-1708); volmacht namens Het Bildt in
de Staten van Friesland: VII 338 |
Harinxma (Haerensma), juffer van: IV 57 |
Harinxma thoe Heeg, Haringh van (1604-1669); kapitein in het Staatse
leger: VI 24, 115, VII 49, 59, 79, 342 |
Harinxma thoe Slooten, Homme van (1607-1663): V 275, 296, 304 |
Harinxma thoe Slooten, Julius van (Haringsma); lid van de Gedeputeerde
Staten van Friesland, volmacht namens Barradeel in de Staten van Friesland:
IV 60, 67, 265, V 320 |
Harinxma thoe Slooten, Pieter van (Haeringsma, Haringa, Haringsma)
(1610-1669); lid van het Hof van Friesland: II 109, III 50, 64, 79, 190, IV
49, 60, 237, 238, 250, 252, V 27, 50, 51, 54, 62, 99, 107, 265, 274-276,
280, 286, 297, 301, 303, 304, 306, 307, 311, 313-315, 317, 319-321, VI
11-13, 17, 18, 21, 22, 28, 38, 40, 42-44, 48, 49, 51, 56-58, 60, 63, 64, 66,
70-73, 80, 82, 83, 91-94, 96, 100, 103, 105, 114, 115, 331, 335, VII 15, 20,
21, 25-27, 29, 41, 42, 49, 53, 54, 74, 79, 110, 124, 132, 149, 178, 183-185,
339, 340, 342, IX 14, 21, 27, 29 |
Harinxma van Donia, Frans van (1580-1651); gedeputeerde van Friesland ter
Staten-Generaal: III 27, 34-36, 40, 47, 63, 181, 182, V 54, 69-71, 73, 74,
94, 105, 124-126, 252, 259, 297, 316, 317, VI 26, 59, 60, 65, 66, 75, 78,
82, 94, 95, 236, 246, 285, 293, 294, 297, 298, 300, 302, 308, 332, 338, 339,
VII 39, 47, 78, 124, 147, 150, 151, 155, 158, 161, 162, 173, 186, 187, 210,
340, IX 36 |
Harinxma van Donia, Keimpo van (Cempe) (1593-1660); lid van de
Gedeputeerde Staten van Friesland: I 6, 11, 12, 99, V 69, 275, VI 115, 117,
VII 55, 78 |
Harinxma van Donia, Rixt van (juffer Donia) (1620-1681); echtgenote van
Valerius van Cammingha: V 275, 296 |
Harpagon, d': VI 15 |
Harsma, zie Haersma |
Hart: V 306 |
Hartain, zie Hertaing |
Hartevelt: VI 162 |
Hartingshausen: V 215 |
Hasius, Adrianus (Hagius, Hasyus) (1601-1650); predikant te Kralingen,
Poortugaal, Den Briel en Leeuwarden: III 16, 60, IV 16, 24, 264, V 27, 33,
52, 56, 103, 125, 129, 255, 274, 306, VI 70, 73, 75, 82, 83, 85, 86, 92,
114, 120, 234, 296, 303, VII 20, 24, 42, 46, 73, 78, 82, 98, 102, 107, 130,
157, 162 |
Hasius, Anna; dochter van Adrianus Hasius: VII 157, IX 31 |
Hasselaer, Pieter Pietersz (1583-1651); lid van de vroedschap en
burgemeester, hoofdschout van Amsterdam, bewindhebber van de VOC: II 39, 42,
IV 68 |
Hasyus, zie Hasius |
Haubois, Cornelis (Hobois) († 1670); burgemeester van Sneek en volmacht
namens Sneek in de Staten van Friesland, lid van de Gedeputeerde Staten van
Friesland en de Rekenkamer van Friesland: I 5, 6, 12, 97, III 20, 22, 24,
29, 32, 33, 35-41, 47, 51, 55, 65, 189, 196, IV 10-12, 14, 15, 23, 25, 26,
29, 31, 32, 34, 37-39, 42-44, 50, 53-57, 65, 242, 247, 250, V 28, 29, 33,
52, 53, 55-60, 62, 69, 110, 119, 120, 126, 127, 137, 177-180, 185, 262,
277-279, 307, 312, 313, VI 34, 45, 46, 61, 74, 76, 81, 86, 87, 111, 130,
136-138, 147, 152, 337, 339, 364, VII 30, 45, 49, 52, 55, 58, 70, 72, 74,
75, 77, 83, 125, 193, 196, 199, 339, 342, 344, 350, 360, IX 20, 27 |
Haucourt, zie Aumâle |
Haudorp, zie Hogendorp |
Hauerda, zie Meckema, Menno Houwerda van |
Haulterive, vrau, zie Volvire |
Haulterive, zie Aubepine |
Haultyn, zie Zoete de Lake, Alexander de |
Hauma: VI 18 |
Hauren: I 79 |
Hausman (Haussman): VI 136, 297 |
Hausman, Jan Jacob (Haussman); lid van de vroedschap van Breda, secretaris
van de Illustre School te Breda: IV 158, V 172 |
Hautain, zie Zoete de Lake, Alexander de |
Hautemont de Larguier; Frans kapitein in het Staatse leger: II 84 |
Hauterive, zie Aubepine |
Hautyn, zie Zoete |
Hauuerda, Hauwerda, zie Meckema, Menno Houwerda van |
Havre, Du, zie Croy, Philippe-François de |
Haynin (Henin, d'Henyn), madame: V 193, 211, 214, 216 |
Haynin, Jacques graaf van (d'Henyn); Vlaams kolonel in het Spaanse leger,
gouverneur van Hulst: I 67, II 53, 54, 77, III 146, 157, 162, 163 |
Hedwich Agnis, zie Brederode |
| |
| |
Heemstede, heer van, zie Pauw |
Heemstra, Focke Piers (Hijmstra, Himstra) († 1662); lid van de vroedschap
van Harlingen, commissaris-generaal der convooien: III 30, 37, IV 252, 264,
V 26-28, 275, VI 227, 246, VII 19, 48, 324, 339, 342 |
Heenvliet, heer van, zie Polyander |
Heerema, Heerma, zie Herema |
Heermans, Cornelis (Heerman); burgemeester van Dokkum en volmacht namens
Dokkum in de Staten van Friesland: VI 42, 43 |
Hees, Anthonis van; bouwmeester van Leeuwarden: V 33 |
Heilersich, J.; tweede secretaris van Willem II (Eldersich, Ellersich): VI
145, 276, VII 307, X 248 |
Heimans, Eise Pieters; kapitein der infanterie in het Staatse leger: III
54 |
Heimbach, Christian von; agent van Brandenburg in de Republiek: IV 89 |
Heinsius, Jodocus (1599-1665); syndicus der Ommelanden: IX 86-88 |
Hel(l)ema, zie Heloma |
Hellendoorn, Melchior Dircks (Hellendoren); burgemeester van Sneek: V 306 |
Helm, zie Wrangel |
Helmitz, Wolbertus; kapitein in het Staatse leger: III 54 |
Heloma, Tjaerd van (Helema, Hellema); volmacht namens Schoterland in de
Staten van Friesland: V 111, 112, 119, VI 48, 77, 78, 92 |
Hemmema, Doecke van (1603-1698); kapitein in het Staatse leger: III 159,
167, IV 66, 243, 252, 253, V 74, 103, 104, 110, 120, 130, 239, 257, 265,
275, 281, 298, 303, 309, VI 14, 19, 26, 38, 40, 49, 50, 53, 57, 62, 72, 75,
84, 85, 91, 94-98, 100, 101, 103, 104, 112, 114, 118, 121, VII 14, 18, 21,
22, 24, 28, 39, 49, 51, 55, 79, 81, 102, 105, 122, 123, 128-131, 148-150,
152, 157-159, 162, 173, 185-187, 189, 192, 338, 342, 358, IX 13-15, 19, 20,
29 |
Hemmema, Sicke van († 1664): VI 97, IX 31 |
Hemmema, vrau, zie Erentreyter von Hofreit |
Hendema, zie Hindema |
Henderson (Hindershum, Hindersum); Engelse officier in het Staatse leger:
II 31, 44, V 192, 260 |
Henderson, Anne; echtgenote van Hartman Godfried van Stein Callenfels: V
168, VI 129 |
Henderson, Jane; echtgenote van Thomas Ferentz: VI 129, 269 |
Henderson, juffer (Hindersum): I 94 |
Hendrick: VII 358 |
Hendrick; medicus: IV 110 |
Hendrick Harmens (Hermens): I 11, IV 15, V 252, 253, 260, IX 13 |
Hendrik Casimir graaf van Nassau-Dietz (mijn broeder, graef Hendrick)
(1612-1640); stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe: I 7, 52, 68,
95, II 101, III 75, 85, 86, 122, 125, 138, IV 17, 118, 236, 249, 250, V 170,
232, 276, 298, 322, VI 11, 57, 72, 224, 247, 305, 328, VII 47, 107, 204 |
Hendrik IV, koning van Frankrijk [1589-1610] (1553-1610): III 18, 76, V
296, VI 273, 274, 306 |
Henin, zie Haynin |
Henrici, Edo; secretaris van het krijgsgerecht in Friesland: VII 30, 39 |
Henricides (Henricidess van Dokkum): VII 105 |
Henricides, zie ook Gualtheri |
Hentema, zie Hindema |
Henyn, d', zie Haynin |
Herbert, François (Herberts, Herbertz) († 1661); lid van de vroedschap van
Gouda, gedeputeerde van Holland ter Staten-Generaal, lid van de
Gecommitteerde Raden van Holland: III 76, 186, IV 117, 131, 143, VI 226, 310 |
Herbert, Henry (Herberts) († 1644); Engels kolonel in het Staatse leger: I
63, 94, II 29, 47, 53, 56, 58, 64, 70, 80 |
Herbert, Philip, graaf van Pembroke (Pembroeck) (1584-1658): VII 12 |
Herborn, Universiteit van: III 61, VII 99, 105 |
Herema, Van: IV 238, V 79, 262, VI 16, 60, 103, 262, VII 19, 25, 47, 106,
188, 192, 350 |
Herema, Jarich Tjercks van (Heerma, Heerema) (1609-1661); kapitein der
infanterie in het Staatse leger: III 49-51, 157, IV 59 |
Herema, Johan van (Jan) (* ± 1604); kapitein der infanterie in het Staatse
leger: V 38, 47, 49, 67, 71, 75, 98-100, 108, 111, 120, 239, 258, 264, 265,
273, 281, 285, 288, 303, 305, 311, 317, VI 9, 20, 26, 34, 53, 57, 66, 67,
69, 71, 74, 83-87, 91, 96, 98, 103, 110, 114, 115, 118, 120, 330, 344, VII
15, 21, 22, 24, 28, 76, 85, 96, 105, 152, 157, 159, 160, 174, 181, 187, 189,
338, 359, IX 20, 32 |
Herema, Otto van: V 297, VI 35, 55 |
Herema, Tjerck van (± 1574-1655); grietman van Menaldumadeel, houtvester
van Friesland: III 37, VII 78, 176 |
Herema, juffer van: III 37 |
Heress, zie Herckes |
Heringa, Trijn van; moeder van Tjerck van Herema: VII 19 |
Heringa, Womck van († 1596); moeder van Tjalling van Eisinga (van
Marssum): VII 85 |
Herman, Hermen, zie Bergh |
Hermanus, zie Albertus Hermani |
Hermanus Feyckens; assessor van het krijgsgerecht in Friesland: VII 29,
102 |
Hermen Herckes (Heress, Herckens) († 1673); burgemeester en bouwmeester
van Leeuwarden en volmacht namens Leeuwarden in de Staten van |
| |
| |
Friesland: V 273, 320, 321, 331, VI 24, 345, VII 13, 186, IX 15, 21 |
Hermens, zie Harmens |
Hertaing, Daniël de, heer van Marquette († 1626) (Marquet): IV 148, V 155,
VI 149 |
Hertaing, Maximilien de, heer van Marquette (Hartain, Marquet); ritmeester
in het Staatse leger: III 205, IV 13, 44, 84, VI 122 |
Hertoghe van Orsmael, Margaretha de (juffer Osmael): I 94, II 93, VII 226 |
Hessel Huyghis, (Huygens): VII 188 |
Hessen, landgravin van, zie Hanau, Amalie Elisabeth van |
Hessen-Darmstadt, Georg I landgraaf van (1547-1596): V 192 |
Hessen-Darmstadt, Juliane landgravin van († 1659); echtgenote van Ulrich
II Cirksena: II 96, III 51, VI 319, VII 82 |
Hessen-Eschwege, Friedrich landgraaf van (1617-1655); generaal-majoor in
het Zweedse leger: VI 266 |
Hessen-Kassel, Charlotte landgravin van (Charlot) (1627-1686); echtgenote
van Karl Ludwig van Wittelsbach: II 28, V 213, VI 338 |
Hessen-Kassel, Elisabeth landgravin van (1634-1688): V 172, 174, 212, 213,
VI 338 |
Hessen-Kassel, Emilie landgravin van (1626-1693); echtgenote van Henri
Charles de la Trémouïlle: IV 107, 114, 216, V 213, VI 194, 231, VII 201, 231 |
Hessen-Kassel, Wilhelm IV landgraaf van (1532-1592): V 192 |
Hessen-Kassel, Wilhelm VI landgraaf van (1629-1663): I 77, IV 228, V 235 |
Hessen-Marburg, Ludwig III landgraaf van (1537-1604): V 192 |
Hettinga, Van: IV 53 |
Hettinga, Hans van; kapitein in het Staatse leger: VI 332, 339 |
Hettinga, Homme van (Hettingha) (1563-1649); kolonel der infanterie in het
Staatse leger, burgemeester van IJlst: III 32, 48, 167, IV 14, 29, 31-34,
52, 54, 55, 59, 108, V 53, 74, 174, 281, 282, VI 42, 332, 334-339, VII 78,
84, 86 |
Hettinga, Sybrant van; advocaat, volmacht namens Oostdongeradeel in de
Staten van Friesland: V 178, VII 29 |
Heucklum, Assuerus van (* ± 1621); hofjonker van Frederik Hendrik,
luitenant in het Staatse leger: V 35, 79, 237, 318, VI 55, 91, 99, 100, 110,
111, 334, 335, 338, 339, VII 153 |
Heucklum, Helena van (juffer Donia); echtgenote van Frans van Donia: V 71,
VI 65, 74, 94, 236, VII 106, 151 |
Heucklum, vrau: II 98 |
Heuenfelder, zie Hohenfeld |
Heumen; gedeputeerde te velde: II 22, III 176, IV 116, 117, 120, 196, 198 |
Heydoma, Feye Tjercks (Feye Tjerck); volmacht namens Gaasterland in de
Staten van Friesland: V 301 |
Heyman: V 234 |
Hiddema, Van: V 67 |
Hiddema, Van (jonge Hiddema): VI 51, VII 20 |
Hiddema, juffer van: IV 44, 62 |
Hijmstra, zie Heemstra |
Hilarius, Livius († 1656); predikant te Bolsward en Leeuwarden: V 309, VI
22 |
Hilarius, Sibrandus († 1647/1648); 's lands medicus (Friesland): II 109,
III 61, IV 252 |
Hillama, Arent van (Hillema); volmacht namens Tietjerksteradeel in de
Staten van Friesland: III 29, IV 24, 42, V 54, 55, 274, 298, VI 19, 115, VII
19, 47, 48, 56, 57, 69, 71, 109, 176, 180, 185, 340, IX 14 |
Hilebrantz, Hillebrands, Hillebrandz, Hillebrant, zie
Jacobus Hillebrandts |
Hillema, zie Hillama |
Himstra, zie Heemstra |
Hindema, Olpherdus (Hendema, Hentema); lid der gezworen gemeente van
Franeker en volmacht namens Franeker in de Staten van Friesland, generale
ontvanger van Wonseradeel: V 252, VI 43, VII 95, 132 |
Hindershum, Hindersum, zie Henderson |
Hobois, zie Haubois |
Hocquincourt, zie Monchy |
Hodorp, zie Hogendorp |
Hoeckgeest; ingenieur in het Franse leger: II 35 |
Hoënstein (Hoonsteen, Hoonstein): I 83, III 67, 68, IV 223 |
Hoef, juffer van der: IV 67 |
Hoeff, Van; koopman: VII 76 |
Hoen, F. († 1649); kapitein in het Staatse leger: III 165, 166, 205, IV
140, VII 313 |
Hoendorp, zie Hogendorp |
Hoern, zie Hornes |
Hoeven, Van der: VII 306 |
Hoffmans, Mattheus; Pools student: I 3, 5 |
Hoge Raad: IV 81, 217, VI 261 |
Hogendorp, Daniël van (Hoendorp, Hoodorp, Hooendorp) († 1673); lid van de
vroedschap van Rotterdam, baljuw en dijkgraaf van Schieland, lid van de
Gecommitteerde Raden van Holland, gedeputeerde van Holland ter
Staten-Generaal: II 108, 113, III 12, 13, 122-124, 186 |
Hogendorp, Diederik van (1625-1702) (Audorp, Haudorp, Hodorp, Hoodorp,
Odorp): V 273, 277, 281, 297, VI 112, 115, VII 102, 103 |
Hogenhoep (Hooghenhoup): I 95, VII 27, IX 85 |
| |
| |
Hogenhuys; commies: III 40 |
Hohenfeld, Achatius baron von (Heuenfelder, Hooenfelden); hofmeester te
Dietz: I 119, V 216, 217, VI 217, 344, VII 14, 52 |
Hohenzollern, Hedwig Sophie van, markgravin van Brandenburg (1623-1683):
II 86, V 235, 236 |
Hohenzollern, Louise Charlotte van, markgravin van Brandenburg
(1617-1676); echtgenote van Jakob van Koerland: II 86, III 121, V 236 |
Hohenzollern, Wilhelm Heinrich van, prins van Brandenburg (1648-1649): VI
157, 159, 164, 167, VII 205, 252, 257-259 |
Hohenzollern; geslacht: IV 217 |
Holack, Holeck, zie Hoolck |
Holbein, Hans (Holbeen) (1497-1543); Duits schilder: I 115 |
Holdinga, Doed van (weduwe en vrau van Schwartzenburch) (1569-1646);
echtgenote van 1) Kempe van Harinxma à Donia; 2) Georg Wolfgang thoe
Schwartzenberg: I 0 |
Hollac(k), zie Hoolck |
Hollae, graaf van: VI 132 |
Hollae, Holleck, zie Hoolck |
Holland, Gecommitteerde Raden van: III 72, 76, 181, 186, IV 121, 217, 218,
227, V 308, VI 79, 146, 147, 164, 231, 254, 271, 289, 303, 304, VII 236,
255-257, 260, 293, 295, 296, 299, IX 35 |
Holland, Hof van: V 180, VI 147, 219, 297, VII 254, 297, 301, 317 |
Holland, Rekenkamer van: III 75, 76, 79, 81, IV 81, VI 293 |
Holland, Staten van: I 87, 88, 93, 94, II 47, 86, 90, 101, III 25, 45, 46,
76, 110, 111, 121, 126, 140, 185, 187, IV 55, 57, 59, 81, 82, 85, 93, 152,
171, 222, V 51, 55, 62, 76, 85, 86, 88, 100, 120-123, 125, 129, 131, 132,
137, 139-141, 144, 147-149, 157, 159-161, 165, 166, 169, 178, 180, 185, 233,
259, VI 25, 134, 137, 142-144, 209, 219, 231, 237, 247, 253, 260, 267, 287,
288, 290, 295, 297, 303, 319, 320, VII 80, 100, 132, 148, 192, 232, 255,
256, 259, 260, 290, 291, 293-295, 299-301, 306, 341, IX 34 |
Holle Piers; burgemeester van Stavoren en volmacht namens Stavoren in de
Staten van Friesland: III 22, VI 42, 48, 76 |
Holstein, hertog van, zie Oldenburg, August Philipp van |
Holzappel, zie Eppelmann |
Homay, zie Oseros |
Honeywood, Robert (Hanniwoud) (1601-1686); ritmeester in het Staatse
leger: VI 141 |
Honthorst, Gerard van (Hondhorst) (1590-1656); schilder: VI 139, 235 |
Hoochstraet, Hoochstraten, zie Hoogstraten |
Hoochwou (Hoochwau): II 73, IV 156 |
Hoodorp, Hooendorp, zie Hogendorp |
Hooenfelden, zie Hohenfeld |
Hoofdmannenkamer: IX 86, 88 |
Hooghenhoup, zie Hogenhoep |
Hoogstraten, gravin van (Hoochstraet, Hoochstraten): V 192, 193 |
Hoolck, Gijsbert van der (Van der Holack, Holeck, Hollac, Hollach, Hollae,
Holleck, Van der Horst) (1597-1680); lid van de vroedschap en burgemeester
van Utrecht, gedeputeerde van Utrecht ter Staten-Generaal: II 27, 29, 42,
III 121, 186, IV 65, 152, 209, V 70, VI 132, 133, 134, 147, 209, 226, 239,
246, 254, 255, 296, 297, 300, 306 |
Hoon, zie Hoyngh |
Hoonsteen, Hoonstein, zie Hoënstein |
Hoorn, zie Horn; Hornes |
Hooyen, zie Hoyngh |
Hoptilla, Johan; volmacht namens Bolsward in de Staten van Friesland: IV
24 |
Horeloge, zie Rechignevoisin |
Horn van Björneborg, Gustaf graaf (Hoorn) (1592-1657); veldmaarschalk in
het Zweedse leger: II 98 |
Horn, Philipp von; gezant van Brandenburg in de Republiek: VI 128-130, 304 |
Hornes, Isabella gravin van (vrau van Beversweert, Beverweert) († 1664);
echtgenote van Lodewijk van Nassau-Beverweert: I 87, II 95, III 86, 179, IV
170, V 81, 139, VI 128, 228 |
Hornes, Johan graaf van (Hoern, Hoorn); kolonel der infanterie in het
Staatse leger, gouveneur van Grave: II 29, 58, 61, 62, 65, 67, 70, III 139,
149, 160, IV 174, 194, VI 169, 170, 236, 245 |
Horologe, zie Rechignevoisin |
Hospital, François de L', graaf van Rosnay (Lospital) (1583-1660);
maarschalk in het Franse leger: IV 126 |
Hottinga, Douwe van (Dauwe) († 1662); grietman van Barradeel en volmacht
namens Barradeel in de Staten van Friesland, lid van de Admiraliteit van
Harlingen: I 99, 113, II 110, III 19, 32-34, 36, 41, 43, 47, 55, 58, 61,
189, 195, IV 9, 11, 12, 25-27, 30, 31, 33-36, 39-42, 44, 49, 51-55, 57, 59,
60, 65, 67, 238, 240-242, 252, 265, V 27, 57, 62-64, 66, 68, 69, 73, 75-77,
93, 95, 103-105, 108, 112, 119, 127, 129, 174, 239, 240, 251-253, 256, 262,
274, 276, 282, 300, 301, 303, 305, VI 13, 16, 17, 28, 33, 38, 39, 41-43, 45,
47, 59, 60, 66, 69, 71, 72, 75, 76, 78, 81-83, 86, 87, 95, 109, 115, 119,
198, 247, 330, 331, 341, 364, VII 15, 43, 44, 53, 76, 79, 82, 106, 108, 155,
177, 337, 343, 349, 352 |
Hottinga, Gerbrandt van; 's lands bouwmeester (Friesland): VII 130 |
Hottinga, Jarich van; kapitein der infanterie in het Staatse leger: VI
230, VII 43 |
| |
| |
Hottinga, juffer van: V 58 |
Houcourt, zie Aumâl |
Hous; militair in het Franse leger: II 52 |
Hoyngh, Jacob Gerritsz (Hoon, Hooyen) (1555-1625); lid van de vroedschap
en burgemeester van Amsterdam: VI 56, 283 |
Hulten, Lucas (1602-1652); raadsheer van Groningen, lid van de Raad van
State, curator van de Universiteit van Groningen: IX 86 |
Hum, zie Hume |
Humalda, zie Aebinga van Humalda |
Hume, George (Hum, Humm, Humme); Schots ritmeester in het Staatse leger: I
8, IV 60, V 80, 273, 278, VI 135, VII 103, 126, 150, IX 34 |
Hume, vrau: VI 135, VII 103 |
Humiere, d', zie Crevant |
Humm(e), zie Hume |
Huninga; militair der cavalerie in het Staatse leger: II 53 |
Huygens, zie Hessel Huyghis |
Huygens, Constantijn, heer van Zuilichem (Sulekum, Suylekum, Zulekum,
Zuylekum) (1596-1687); raad en secretaris van Frederik Hendrik: I 76, 80,
84, 91, 93, II 26, 27, 71, 88, 106, III 70, 73, 93, 96, 98, 115, 123, 137,
153, 155, 181, 186, IV 83, 85, 90, 107-109, 112, 117, 127, 143, 158, 164,
167, 204, V 52, 53, 131, 147, 149, 152, 154, 164, 168, 279, VI 128, 145,
149, 229, 256, 290, 333, VII 51, 174, 194, 239, 291, 292, 303, 323, IX 35 |
Huygens, Dirck (1615-1646); sergeant-majoor in het Staatse leger: II 61,
65, 67, 68, III 123, 135, 140, 166, 205, IV 136, 139, 140 |
Huygens, Rutger, heer van Klarenbeek (heer van Claerembeeck), gedeputeerde
van Gelderland ter Staten-Generaal: VI 159 |
Huygens, Steven; kapitein in het Staatse leger: V 131 |
|
Ibrahim (1615-1648); sultan van Turkije [1640-1648]: V 278 |
Ids Tjarnes; lid van de vroedschap van Stavoren: II 110 |
Idsinga, Siricus Zachaei; secretaris van Baarderadeel: VII 39 |
Idzaerda, Homme van (Itsaerda); grietman van Weststellingwerf: V 254, 259 |
Ietsma, zie Itsma |
IJslandt, bisschop van, zie Ussher, James |
IJsselsteyn, Vincent van (IJselstein, IJsselstein, Iselstein, Isselstein);
kolonel der cavalerie in het Staatse leger: I 75-78, II 100, III 108, V 80,
84, 146, 148,218 |
IJtsma, zie Itsma |
Immega, Imminga, zie Eminga |
Inn en Kniphausen, Rudolf Willem, heer van Lutsborg (Lutzburch) († 1666);
luitenant van de Hoofdmannenkamer: IX 86 |
Innema, Paulus Jansen († 1656); lid van de vroedschap en burgemeester van
Harlingen: IV 37, VII 14, 354 |
Innocentius X (1574-1655); paus [1644-1655]: IV 166, V 120, 181 |
Inthiema, Frederick van (Intema, Inthema) († 1652); burgemeester van
Workum en volmacht namens Workum in de Staten van Friesland, gedeputeerde
van Friesland ter Staten-Generaal: I 45, 92, IV 23, 24, 29, 32, 33, 36,
42-44, 57, 237, 242, V 33, 35, 37, 56, 65, 110, 251, 261, VI 44, 76, 330,
VII 46, 72-76, 158, 160, 173, IX 15 |
Inthiema, Reynolt van (Regnolt) († vóór 1649); lid van de vroedschap van
Workum en volmacht namens Workum in de Staten van Friesland: III 16, 30, 65,
IV 24, VII 196 |
Ipema, zie Epema |
Irootieriere: VI 227 |
Iselmuyden, zie Isselmuiden |
Iselstein, zie IJsselsteyn |
Isenburg-Grenzau, Ernst graaf van (Isemburch) (1584-1664); Duits militair
in het Spaanse leger, gouverneur van Namen: II 41, 67, 74 |
Isselmuiden, Johan van (Iselmuyden, Isselmuyden) (± 1610-1671); drost van
Vollenhove: VI 255, VII 307 |
Isselstein, zie IJsselsteyn |
Ite Wibes (Itte); volmacht namens IJlst in de Staten van Friesland: IV 23,
V 51, 70 |
Itsaerda, zie Idzaerda |
Itskema, Egbert Annes (Eckbert, Egbert Anes, Anness); lid der gezworen
gemeente van Dokkum en volmacht namens Dokkum in de Staten van Friesland,
lid van de Gedeputeerde Staten van Friesland: VI 40, 46, 104, 117, 118,
332-335, 340, VII 153, 181, 190, 192, 342, 347, IX 16 |
Itsma, Wibrandus (Ietsma, Jytsma, Yeetsma, Yetsma, Yijtsma, Yitsma, Ytsma)
(† 1653); schepen en burgemeester van Leeuwarden en volmacht namens
Leeuwarden in de Staten van Friesland, lid van de Gedeputeerde Staten van
Friesland: I 1, 7, III 191, IV 11, 17, 24-26, 30, 31, 51, 57, 59-61, 66,
243, 244, 248, 252, 253, 263, 264, V 25-27, 30, 31, 34, 35, 52, 57, 62, 70,
76-78, 95, 119, 231, 252, 256, 257, 265, 275, 279, 280, 286, 288, 298, 300,
303, 304, 306, 307, 309, 315-317, 319-321, 331, VI 11-15, 20, 21, 23, 24,
31, 32, 34, 36, 54, 59, 61, 63, 70, 74, 79, 85, 99, 115, 130, 135, 331-335,
337, 342, 344, 345, VII 13, 16, 17, 24-26, 29, 44, 71, 81, 84, 96, 97, 105,
107-110, 122, 340, 358, IX 21 |
Ittersum, Ernst van († 1681); luitenant-kolonel der infanterie in het
Staatse leger: III 164, 166, 167 |
| |
| |
Jacob Sivers; boer te Leeuwarden: I 117 |
Jacob Stevens (1604-1660); lakenkoper, burgemeester van Leeuwarden en
volmacht namens Leeuwarden in de Staten van Friesland: II 88, 108, 110, III
27, 46, 190-193, IV 26, 36, 66, 243, 244, 246, 252, 263, V 25, 30, 257, 273,
275, 279, 295, 302, 303, 306, 307, 312, 316, 320, 332, VI 38, 42, 75, VII
70, 107, 160, 339, 345, 358, 359 |
Jacobi, zie Hillebrandts |
Jacobus, zie Hillebrandts |
Jacobus Hillebrandts (Hilebrantz, Hillebrands, Hillebrandz, Hillebrant, dr
Jacobi, dr Jacobus) († 1665); lid van de vroedschap, burgemeester van
Harlingen en volmacht namens Harlingen in de Staten van Friesland, lid van
de Gedeputeerde Staten van Friesland: I 6, II 112, III 10, 29, 31, 34, 40,
41, 43, 45, 55, 56, IV 24, 25, 29, 32, 38, 42, 54, 57, 66, 241, 264, V 27,
33, 69, 70, 253, 283, VI 39, 45, 54, 59, 76, 77, 79, 119, VII 17, 71, 108,
125, 191, 344, IX 32 |
Jacobus I, koning van Engeland, Schotland en Ierland [1578/1603-1625]
(1566-1625): VII 81, 103, 289 |
Jacobus II, koning van Engeland, Schotland en Ierland [1685-1689] (Jorck)
(1633-1701): V 86, VI 128, 139, 157, 201, 207, 227, 229, 290, 297, 322, 369,
VII 24, IX 36 |
Jaeckx (Jaetz), barones van: V 191-193 |
Jaeckx, baron van: V 190 |
Jaenequenelle, zie Jannequenel |
Jaersma, juffrouw: VII 161 |
Jaetz, zie Jaeckx |
Jameson (docter Jamson): VI 251 |
Jamet(z), zie Jannette |
Jan II Casimir Wasa, koning van Polen [1648-1668] (prins Casimir)
(1609-1672): VI 136 |
Jan Clasen: V 265 |
Jan Gabbes; boer te Leeuwarden: I 117 |
Jan Geerts; volmacht namens Dokkum in de Staten van Friesland: V 49, 53 |
Jan Gerckes; Dokkumer regent: V 66, 278 |
Jan Hendrickx; lid der gezworen gemeente van Dokkum: IV 252 |
Jan Merks (Janne Merckx): VII 28 |
Jan Sijtses (Jan Cijtses) († 1668); lakenkoper te Leeuwarden: VII 108 |
Jan Simons; lid van de vroedschap van Stavoren: II 110 |
Janeton, juffer: III 72 |
Jannequenel (Jaenequenelle, Janekenelle, Janequenel): IV 72, 87, 91, 93 |
Jannette, juffer (Jamet, Jametz, Janette, Jenette): VII 77-79, 82 |
Janville, zie Jonvillier |
Jargion, zie Giorgio da Castelfranco |
Jarich; chirurgijn: III 29 |
Jaspers, Sibrant: VII 354 |
Jeanv(e)ille, zie Jonvillier |
Jelis, zie Jellis |
Jellis de Bruxellis (Jelis); minderbroeder: I 5, 12 |
Jelte Arjens; kapitein der timmerlieden: II 59, III 15 |
Jeltinga, Juliana van: VI 129 |
Jeltinga, Schelte van (Yeltinga); gedeputeerde van Friesland ter
Staten-Generaal: V 252, 306, VI 37, 41, 80, 129, 137, 152, 218, 236, 297,
298, 322, VII 19, 186, 194, 199, 359 |
Jenette, zie Jannette |
Jepema, Hartesius (Yepema) (1611-1666); lid van het Hof van Friesland: III
194, IV 9, 61, 238, 242, 245, V 62, 98, 107, 303, VI 17, 93, 100, 112, VII
123, 125 |
Jermyn van Saint-Edmundsbury, Henry baron (Germein, Germyn) (1604-1684);
Engels kamerheer, gouverneur van Jersey: II 88, IV 115, VII 81 |
Jeronniss, Meille († 1652); boer te Cornjum: I 118 |
Jeye Oenes; lid van de gezworen gemeente van Hindeloopen en volmacht
namens Hindeloopen in de Staten van Friesland: VI 38 |
Jochem Wybes; burgemeester van Stavoren: II 111, III 9 |
Joeckema, zie Juckema |
Johan IV, koning van Portugal [1640-1656] (1604-1656): I 95, III 71, VII
131 |
Johan Stevens; lid van de vroedschap van Steenbergen: VII 70 |
Jongema: VII 108 |
Jongestall, frau, zie Haren, Margriet van |
Jongestall, Gellius († 1641); lid van het Hof van Friesland: III 61, VI
149, VII 82 |
Jongestall, Joost; lid van de vroedschap van Stavoren en volmacht namens
Stavoren in de Staten van Friesland, lid van de Admiraliteit van Friesland:
III 13, 29, 30, 32, IV 43, 247, 250, V 57, 58, 70 |
Jongestall, Simon; kapitein der infanterie in het Staatse leger, lid van
de vroedschap van Stavoren: II 50, III 61, IV 11, 66, VII 181 |
Jongestall, Van (Jongstal, Jongstall, Jungstal); geslacht: VII 82 |
Jongestall, Allart Pieter van (1612-1679); lid van het Hof van Friesland:
II 108, 109, III 13, 21, 24, 28-32, 36, 37, 41, 45, 50, 53, 54, 56, 57, 61,
65, 193, 194, IV 8, 12, 13, 15-17, 24, 25, 30, 32, 36, 39, 41, 44, 49, 53,
54, 58, 61, 238, 240, 250, V 28, 30, 31, 49, 52, 56-58, 61-63, 65-67, 70,
74, 76, 79, 83, 94, 99, 107, 109, 110, 124, 125, 129, 130, 239, 240,
252-256, 258, 262, 265, 266, 273-277, 279, 280, 283, 285, 295, 297, 298,
303, 306-308, 311, 321, 331, 352, VI 9, 11-13, 15, 17, 19, 24, 26, 28, 32,
34, 37-39, 41, 45, 46, 49, 56, 60-62, 64, 67, 71, |
| |
| |
72, 75-77,
80, 82, 83, 91, 94, 96, 97, 103, 105, 111, 112, 115, 116, 118, 127, 198,
199, 253, 327, 330, 340, 341, VII 24, 25, 28, 29, 39, 40, 42, 45, 50, 51,
61, 63, 64, 72, 76-79, 81, 82, 84, 87, 95, 98, 102, 104-106, 110, 122-125,
128-130, 147, 149, 157, 159, 160, 173, 176-178, 181, 185, 193, 194, 207,
208, 231, 233, 235, 238-241, 323, 338, 341, 342, 345, 347, 349-352, 354,
355, 358, IX 13, 30, 33, 35, 36, 82 |
Jonvillier (Janville, Jeanveille, Jeanville) († 1645); kapitein der
infanterie in het Staatse leger: II 30-32, 84, III 82, 94 |
Joost; kapitein in dienst van de WIC: V 277, 280 |
Jorck, zie Jacobus II |
Jorgion, zie Giorgio da Castelfranco |
Jorritsma, François (1644-1713); kleinzoon van Allart van Burum: VI 23, 36 |
Jorritsma, Godefridus († 1647); advocaat voor het Hof van Friesland,
pensionaris en secretaris van Leeuwarden: I 5, V 297, 298, 303 |
Jouckema, zie Juckema |
Juchem, Maerten van (Marten van Juchen); kapitein der infanterie in het
Staatse leger, vice-commandant van Wezel: II 101 |
Juckema, Edwert van († 1682); echtgenote van Doecke Martena van Burmania:
IV 34, 57, 61, 62, 66, 89, V 28, 37, 38, 47, 49, 50, 55, 58, 67, 254, VI 16,
58, 344 |
Juckema, Gerrolt van (Joeckema, Jukema): III 57, 61, 64, IV 61, 238, V
36-38, 47, 49-54, 58, 67, 68, 95, 110, 254, 303, VI 72, 343, VII 18, 50, 52,
72, 74, 77 |
Juckema, Werp van (Jouckema): V 28 |
Jukema, zie Juckema |
Julian, freule, zie Brederode |
Julsing, Berend (Gulsing) (1583-1647); burgemeester van Groningen, curator
van de universiteit van Groningen: V 30, VII 27, 127 |
Jungstal, zie Jongestall |
Junius, Jacob († 1645); secretaris van Frederik Hendrik: II 102, III 101,
108 |
Junius, Juliana; dochter van Jacob Junius: II 102 |
Jurgen, klerk: VI 334 |
Juwinga, Juw Tiercx, mederechter en volmacht namens Hennaarderadeel in de
Staten van Friesland: VII 21, 74 |
Juwsma, Lisck van; moeder van Juw van Eisinga: VI 35 |
Jytsma, zie Itsma |
|
Kamstra, zie Camstra |
Kann, Claes (Camps, Cant) († 1679); stadschirurgijn en schepen van
Leeuwarden: IV 244, VI 342, VII 13 |
Kantelmo, zie Cantelmo |
Karel de Grote (keiser Caerel) (742-814); koning der Franken [768-814],
keizer [800-814]: V 215 |
Karel I, koning van Engeland, Schotland en Ierland [1625-1649]
(1600-1649): I 77, 79, 84, 94, III 100, 108, IV 69, 87, 89, 94, 105, 106,
115, 117, 118, 162, 196, V 32, 37, 70, 85, 86, 165, 172, 177, 186, VI 58,
60, 208, 226, 265, 296, 313, VII 21, 22, 24, 45, 51, 52, 80, 81, 83, 121,
122, 202, 295 |
Karel I Gonzaga [1630-1637], hertog van Mantua (1580-1637): V 181 |
Karel II, koning van Engeland, Schotland en Ierland [1660-1685] (prins van
Galiss, Walliss) (1630-1685): I 94, III 136, IV 72, 93, 105, 106, 112, 115,
117, 118, 164, 201, 203, 221, 228, 234, 247, V 86, 163, 164, 167, 171, 194,
209, 232-234, VI 139, 142, 143, 157, 160, 191, 200, 202-205, 207, 213,
215-217, 223, 225-229, 234, 237, 246, 252, 263, 290, 297, 311, 313, 319,
322, VII 24, 81, 98, 122, 127, 147, 148, 200-203, 239 |
Karel V, keizer [1530-1556], koning van Spanje [1516-1556], heer der
Nederlanden (1500-1558): II 101, V 117 |
Kasembroot, zie Casembroot |
Katz, zie Cats |
Kelffken, Johan (Kelfken, Kelfsen) († ± 1665); lid van de vroedschap van
Nijmegen, substituutmomber van Gelderland: V 152, VII 241, 320 |
Keth, Gerrit Dircx († 1655); lid der gezworen gemeente, burgemeester van
Harlingen en volmacht namens Harlingen in de Staten van Friesland: III 29,
41, IV 24, 37, 253, VI 15, 333, 341, VII 17, 19, 191, 194, 196, 342, IX 32 |
Kethel, Jancke; weduwe van Tjaerd Gauma: VI 63 |
Ketting de Jongh, Willem; thesaurier en rentmeester-generaal der domeinen:
II 9 |
Kettler, Jacob von, hertog van Koerland (1610-1682): III 121, VI 169 |
Kettler, Louise Elisabeth von (1646-1690): V 236 |
Keyser, Nanning (1611-1655) (Caiser, Kaizer, Keiser, Keizer, Kayser); lid
van de vroedschap en burgemeester en pensionaris van Hoorn, lid van de
Admiraliteit van Hoorn en Enkhuizen: I 51, V 85-90, 92, 105, 120-123,
126-129, 137, 142, 148, 160-163, 168-171, 175, 176, 179, VI 136, 139, 145,
147, 256, 265, 267, 269, 276, 287, 293, 303, 307, 319, 322, 324, VII 76,
236, 237, 254, 258, 312, 314, 341, IX 15 |
Khevenhueller-Frankenburg, Franz Christof graaf van (1634-1684): II 47 |
Khevenhueller-Frankenburg, Franz Christof I graaf van (Kievenhuller)
(1588-1650); ambassadeur van de keizer te Munster: II 47 |
Kien, Nicolaas (Kijn); commies van de levensmiddelen in het Staatse leger:
I 79 |
Kievenhuller, zie Khevenhueller-Frankenburg |
| |
| |
Kijn, zie Kien |
Killegrew, William (Cillegray); Engels luitenant-kolonel in het Staatse
leger: III 149, V 86 |
Kingema, zie Kingma; Kinnema |
Kingma, Ignatius Saeckles van (Cingema, Kingema) (± 1622-1700); kornet in
het Staatse leger: V 59-61, 297, VI 112, 116, 330, VII 28, 162, IX 19 |
Kingma, Saeckle (Kingema) (1584/1585-1652); lid van de Rekenkamer van
Friesland: VI 83, 109, 115-117, 198, 330, 341, 342, 344, VII 40, 52 |
Kinnema, Cornelius (Kingema) (1587-1644); lid van het Hof van Friesland:
III 50, 126 |
Kinnema, Martha van (1624-1708); dochter van Cornelius Kinnema, echtgenote
van Daniël de Blocq van Scheltinga: III 126 |
Kirckpatrick, John (Cirpatrix, Cyrpatrickx, Kirpaetrik, Kyrpaticks,
Kyrpatrickx, Kyrpatricx, Kyrpatrix); Schots kolonel in het Staatse leger: II
29, 41, III 156, 157, IV 194, 195, VI 272, VII 303, 307, 319 |
Kirlamachi, zie Burlamachi |
Klaes(s)en, zie Clasen |
Klaes, zie Sanders, Claes |
Klaes Lewess; boer te Leeuwarden: I 117 |
Klan(d)t, zie Clant |
Kleef, Abraham van; lid van de vroedschap van Schiedam, lid van de
Gecommitteerde Raden van Holland: VII 295 |
Kleef, Krijgsgerecht van: VI 176, 179 |
Kleef, Stenden van: V 236, VII 251, 260 |
Kleist, Ewald von (Kleis, Kleise, Kleiss); Brandenburgs diplomaat: IV 105,
106, 212, 221, 248, V 218 |
Kleon (Cleon) († 422 v.C.); Atheens staatsman: IV 270, V 348 |
Klinck, zie Clenck |
Klinckebijl, zie Clingbijl |
Klinschan, zie Clinchamp |
Knightly, Ferdinand (Knichtelay, Knichtelley, Kinchtelly); Engels kolonel
in het Staatse leger: III 155, IV 212 |
Knuyt, Johan de (Cnuyt) (1587-1654); representant van de Eerste Edele in
de Staten van Zeeland, gevolmachtigde van de Republiek te Munster: I 77, 80,
II 28, 68, III 72, 75, 80, IV 50, 133, 134, 140, 144, 148, 151, 156, 163,
181, 204, 212, V 69, 83, 92, 117, 143, 147, 180, 181, 207, 259, VI 59, 60,
66, 127-129, 131-134, 144, 145, 158, 165, 197, 226, 251, 254, 256, 269, 270,
324, 326, 333, VII 19, 203, 209-212, 225-230, 233, 234, 290, 294, 310, 311 |
Knuyt, Margriet de: III 75, VI 132 |
Kock, Jan: I 7 |
Koels: VI 245 |
Köningsmarck, Hans Christopher graaf von (Coningmarck, Coningsmarckx,
Connincksmarck, Konincksmarck, Koningsmarck) (1600-1663); generaal in het
Zweedse leger: III 42, V 90, 192, VI 138, 179 |
Koerland, zie Kettler |
Koimann (Koimans): VI 121 |
Kongo, zie Garcia II |
Korck: VI 15 |
Korck, vrau: IV 149, 225, V 81, 83 |
Krack, zie Crack |
Krock, zie Crocq |
Krommel, zie Cromwell |
Kroy, (De), zie Croy |
Kuin, Johan (Kuyn) († 1648/1649); luitenant-generaal der artillerie in het
Staatse leger: II 87, III 70, 79, 86, 95, 166, IV 69, 141, 149, 163, 168,
176, 190, 192, 202, 203, 211, 214, 218-221, 227, 264, V 26, 52, 79-81, 84,
124, 139, 149, 151, 164, 171, 196, 208-212, 229, 233, 234, 237, 238, 261,
283, 311, 313, VI 75-80, 82-85, 109, 122, 143, 144, 146, 151, 199, 229, 261,
264, 265, 285, 290, 297, 311, 321, 327, 341, VII 14 |
Kupijff (Cuypijf); predikant: VII 209, 225 |
Kuyck († 1647 of eerder): V 110 |
Kuyn, zie Kuin |
Kyper, Albertus († 1655); hoogleraar in de natuuren geneeskunde aan de
Illustre School te Breda en aan de universiteit te Leiden, lijfarts van
Frederik Hendrik: IV 158 |
Kyrpaetrik, Kyrpaticks, Kyrpatric(k)x, Kyrpatrix, zie
Kirckpatrick |
|
Lacapel(l), Lacapelle, zie Cardouillacq |
Lacave, zie Cave, De la |
Laeder; kapitein in het Staatse leger: VII 81 |
Laer, Johan François (Van der Laen) (1617-1664); kleinzoon van Jarich van
Liauckama, tresaurier en burgemeester van Mechelen: VII 126 |
Laferte, zie Ferté Pont St. Pierre |
Laforce, zie Caumont, Phillippe de Lagarde; kamenier van
Maria Stuart: VI 157, VII 239 |
Lakapel, zie Cardouillacq |
Lambert, Jean de, markies van Saint-Bris (1584-1665); kolonel in het
Franse leger: II 37 |
Lamboy, Guillaume de († 1659); veldmaarschalk in het keizerlijke leger:
III 179, V 217, 252, VI 128, 159 |
Lameillerai, Lameilleray, zie Porte |
Lamot, Godefridus (na 1613-1674); predikant te Westzaandam, Edam,
Rotterdam en 's-Gravenhage: VI 296 |
Lamottri, zie Lannoy, Philippe van |
Landas, juffer: VI 267 |
Landtskroon: II 89 |
Langen, Rudolf van (De Lange, De Langhen); lid |
| |
| |
van de
vroedschap en burgemeester van Kampen, gedeputeerde van Overijssel ter
Staten-Generaal: V 231, 238, 239, 251-255, 261, VI 311 |
Lanier, Nicholas (Lener, Lenier, Lenir van Constantinopelen) (1588-1665);
Engels componist: V 68, 273, 283, 297, 298, 307, VII 336, 338 |
Lannoy, Charles de (Lanoy); kamerdienaar van Frederik Hendrik: II 76, 78,
VI 264 |
Lannoy van la Moterie, Philippe graaf van (Lamottri) († 1658); kolonel in
het Spaanse leger: III 164 |
Laprière: V 211 |
Laquapelle, zie Cardouillacq |
Latremoille, zie Trémouïlle |
Latu(i)llerie, Latuylerie, zie Coignet de la Thuillerie |
Lauckema, zie Liauckama |
Laurenssoon, Minne: I 5 |
Lauta, Taco († 1652); burgemeester van Harlingen: IX 32 |
Lavacquerie (Lavaiqueri); officier in het Staatse leger: III 205, VII 287 |
Lavalet(t), Lavalette, zie Nogaret |
Laverne; gouverneur van Nieuwpoort: V 208 |
Leben: VI 169, 171 |
Lee, François van der (Van der Ley); klerk en rekenmeester van Frederik
Hendrik: V 52 |
Leeuwarden (Lewarden, Lewaerden, Liwarden); dienaar van Willem Frederik:
VI 81, 94, 245 |
Leewen, zie Boetzelaer, Assuerus van; Lewe |
Lendenar, zie Lindener |
Lener, Lenier, Lenir van Constantinopelen, zie Lanier |
Lenox, zie Villiers |
Leon, Rodrigo Ponde de, hertog van Arcos; onderkoning van Napels: V 61,
120 |
Leonore (madame, vrau Eleonore, Leonora): IV 210, 214, 216 |
Leopoldus, zie Habsburg, Leopold van |
Lepiné (Lepinez, Lespine); geslacht: III 96 |
Lepiné († 1646): III 96, IV 108, V 235 |
Leps: VI 339 |
Leroy, zie Roy, Le |
Leslie, Alexander, graaf van Leven (Lesle) (1580-1661); generaal in het
Schotse leger: IV 162 |
Lespine, zie Lepiné |
Leude, zie Bette |
Leuwe, zie Lewe |
Leveston, zie Livingstone |
Levin, Philips de, heer van Famars (Famas); kolonel van het Waalse
regiment: III 205, VII 303 |
Lewa(e)rden, zie Leeuwarden |
Lewe (Leewen, Leuwen, Lewen, Lieuwe, Liewe); geslacht: VI 53 |
Lewe, Abe (Abe Liewe): VI 53 |
Lewe, Evert († 1641) (Liewe): VI 53 |
Lewe; Gronings regent: V 48, 119, VI 80, 266, VII 27, IX 86, 87 |
Lewe; ritmeester in het Staatse leger: V 232, 234 |
Lewen, zie 1) Boetzelaer, Assuerus van; 2) Lewe |
Lewe(n)stein, zie Löwenstein |
Ley, Van der, zie ook Lee, Van der |
Ley, Jurjen van der († 1657); secretaris van Dantumadeel en volmacht
namens Dantumadeel in de Staten van Friesland: I 0, 3, 7, 8, IV 26, 27, VI
257 |
Lezaen, Ida van; weduwe van Sabinus van Wissema: III 23 |
Liauckama, Gerlant van; weduwe van Schelte Aebinga (oude vrau Ebinga): VI
11 |
Liauckama, Jarich van (Liaukema) (1558-1642); kolonel in het Spaanse
leger, gouverneur van Zutphen: IV 40 |
Liauckama, Jel van (Lauckema, Liauckema, Lyauckema, Martena) (1585-1650);
weduwe van Eraert van Pipenpoy: III 53, 59, IV 15, 36-38, 40, 42, 55, 66,
264, V 27, 33, 37, 67, 94, 102, 103, 107-110, VI 39, 43, 67, 71, 72, 87,
121, 345, VII 106, 121, 185 |
Lichtenberch; hofmeesteres: V 230 |
Lichtmar, vrau: VI 176 |
Lier; officier in het Staatse leger: II 79 |
Liere, Willem van, heer van Oisterwijk (Lier) (1588-1649); ambassadeur van
de Republiek te Venetië en Frankrijk: IV 68, VI 304 |
Lieuwe, zie Lewe |
Liewe Wybess; boer te Leeuwarden: I 118 |
Ligne, Ernestina Yolanda prinses van (1594-1663); echtgenote van Johann
VIII de Jongste van Nassau-Siegen: V 189-193, 196, 207, 212, 214 |
Ligny, zie Clermont-Tonnerre |
Lijcklama à Nijeholt, Van (Lijckelma); geslacht: V 55 |
Lijcklama à Nijeholt, Augustinus (1603-1670); secretaris van
Ooststellingwerf: IV 239, 248, V 29, 30, 34, 38, 47, 55, 57, 59, 60 |
Lijcklama à Nijeholt, Suffridus (1599-1645); grietman van Ooststellingwerf
en volmacht namens Ooststellingwerf in de Staten van Friesland: II 88, III
70 |
Lijcklama, Hans van († 1659); grietman van Gaasterland en volmacht namens
Gaasterland in de Staten van Friesland: I 96, II 96, III 40, 47, 182, IV 27,
33, 241, 242, 245, 247, 251, V 28, 29, 34, 47, 57, 96, 111, 112, 119, 238,
255, 257, 258, 263, 264, 279, 282, 287, 295, 298-301, 303, 306, 308, 311, VI
19, 32, 34, 37, 43, 48, 60, 73, 78, 104, 117, 118, 335, VII 40, 54, 87, 153,
154, 199, 341, 342, IX 34 |
Lijcklama, Hijlck van; echtgenote van Ulbe van Aylva: V 265 |
Lijcklama, Jeepcke van; echtgenote van Johannes |
| |
| |
van Glinstra:
V 308 |
Lijn, Cornelis van der (± 1608-1679); gouverneur-generaal van
Nederlands-Indië: VII 177 |
Limburg en Bronckhorst, Herman Otto graaf van (Stirum) (1592-1644);
commies-generaal der cavalerie in het Staatse leger, luitenant-stadhouder
van Overijssel, gouverneur van Wezel: I 59, 85, II 29, 41, 67, 77, 80, 82,
84, 85 |
Limburg en Bronckhorst, Jurgen Ernst graaf van (Stirum) (1593-1661);
sergeant-majoor der infanterie in het Staatse leger: I 75, 80, II 71, III
85, 95, 157, IV 143, V 132, 138, 231, VI 182 |
Limburg en Bronckhorst, Maria Magdalena gravin van (Stirum) (± 1632-1707);
echtgenote van Heinrich van Nassau-Siegen: I 75, 80, 92, III 77, 86, 95, 96,
121, IV 130, 155, V 152, 154, 231, VI 288 |
Limburg en Bronckhorst, Otto graaf van (Stirum) († 1679); ritmeester in
het Staatse leger: I 45, II 75, VI 166, 288 |
Limburg en Bronckhorst, graaf van: VII 160 |
Lindanus, predikant: VI 303 |
Linden, Johannes Antonides van der (Vanderlinde) (1609-1664); hoogleraar
in de geneeskunde te Franeker en Leiden: VII 26, 177 |
Lindener, Harmen Joost; vaandrig in het Staatse leger: III 191 |
Lindener, Johan (Lendenar, Lindenaer) († 1646); majoor der cavalerie in
het Staatse leger: II 94, III 176, 191, IV 156, 211, V 76 |
Lintelo, Willem van (Lintlo, Lintloo) († 1658): III 70, 151, 157, 158,
160, V 154, VI 128 |
Lipping, Jan: VI 0, 22 |
Lipsius, Justus (1547-1606); filoloog, filosoof: VI 235, VII 190 |
Lisebet, freule, zie Wittelsbach, Elisabeth van |
Livingstone, Thomas (Leveston); Engels sergeant-majoor der infanterie in
het Staatse leger: III 157 |
Liwarden, zie Leeuwarden |
Lixem, zie Lotharingen |
Lockhorst, Catharina van (vrau van Market, Marquet, Marquette); echtgenote
van Maximiliaan de Hertaing: IV 89, 91, V 146, VI 121, 122, 130, 137, 146,
151 |
Lodewijk XI, koning van Frankrijk [1461-1483] (Louys 11) (1423-1483): II
73 |
Lodewijk XII, koning van Frankrijk [1498-1515] (Louys 12) (1462-1515): II
73 |
Lodewijk XIII, koning van Frankrijk [1610-1643] (1601-1643): VII 151 |
Lodewijk XIV, koning van Frankrijk [1643-1715] (1638-1715): I 94, II 33,
34, III 84, 122, 138, 187, IV 142, 155, 166, V 86, 122, 149, VI 26, 222,
265, 315, 321, 365, 368, VII 22, 25, 79, 147, 297 |
Löwenstein-Wertheim-Rochefort, Ferdinand Karl graaf van (Lewenstein)
(1616-1672): II 89, VI 296 |
Löwenstein-Wertheim-Rochefort, Josina Walburga gravin van (gravin van den
Berch) (1615-1683); echtgenote van Herman Frederik van den Bergh: III 138, V
230, 231 |
Lomenie, Henri Auguste de, graaf de Brienne (1595-1666); secretaris van
staat van Frankrijk voor buitenlandse zaken: V 171 |
Longeval, zie Longueval |
Longeville, zie Valois, Henri II van |
Longueval, Charles-Albert de, graaf van Bucquoy (Bouquoy, Longeval);
gouverneur van Henegouwen; generaal in het Spaanse leger: I 86, III 161, IV
132 |
Longville, zie Valois, Henri II van |
Loo, Van: I 8, II 43, IV 241, V 275, VI 24, 47, 83, 330, VII 102, 358 |
Loo, Van (De Loon); geslacht: III 38, IV 52 |
Loo jr. (jonge Loo): VII 97 |
Loo, Albert van; lid van de Raad van State: I 94, II 85, III 25, 32, 38,
40, 46, 70, 72, 79, IV 17, V 51, 60, 65, 137, 159, VI 25, 26, 93, VII 147,
338, IX 32 |
Loo, Albert van; advocaat: VII 45 |
Loo, Damas van (Damus); luitenant-kolonel der infanterie in het Staatse
leger: II 94, III 30, 37, 39-41, 45, 52, 54, 55, 61-63, 176, IV 25, 29, 52,
246, V 35, 67, 280, 298, VI 16, 46, 99, 103, 117, 120, 337, 342, VII 52, 79,
84, 87, 104, 105, 161, 187, 337 |
Loo, Gerrit van (Gerredt, Gerridt, Gerrit) († 1645); luitenant-kolonel in
het Staatse leger: I 95, II 98, 99, III 23, 32, 39, 136, 137, 150, 151, 182,
190, IV 26, 37 |
Loo, Jacob van (± 1614-1670); kunstschilder: VI 328 |
Loo, Jacomina van (Jaeckemijn) († 1669); echtgenote van Ernst van Aylva:
III 194, IV 8, 238, V 79 |
Loo, Jan van († 1647); kapitein in het Staatse leger: V 125, 131, 137, VII
87 |
Loo, Johan Claasz van († 1660); lid van de vroedschap van Haarlem,
gedeputeerde van Holland ter Staten-Generaal: VII 293 |
Loo, Maria van (Mari): III 38 |
Loo, juffer van: IV 150, VII 102 |
Loo, vrau van: VI 28, VII 102, 159 |
Loo, vrau van; echtgenote van Damas van Loo: IV 25, 246 |
Loomaers, Pyter Dionysius (Piter Dionisius); volmacht namens Dokkum in de
Staten van Friesland: III 40, 47, V 313, VI 17 |
Loon, De, zie Loo, Van; geslacht |
Lootius, Eleazar (Lotius) (1595-1668); predikant te 's-Gravenhage: III
185, VI 258 |
| |
| |
Loraine, zie Lotharingen |
Lorains, juffrouw: I 75 |
Lorraine, zie Lotharingen |
Lospital, zie Hospital, L' |
Lot: VI 282 |
Lotharingen, Charles II van, hertog van Elbeuf (1596-1657); gouverneur van
Picardië: II 33 |
Lotharingen, Charles III hertog van (Loraine, Lorainen, Lorraine,
Lotteringen, Lotteringhen) (1604-1675): II 52, III 96, 97, 100, 101, 108,
109, 137, IV 105, 107, 126, 127, 131-133, 155, 161, 163, 184, 185, V 214,
VII 207, 227, 348, 353, 355-357 |
Lotharingen, François Louis van, prins van Harcourt (Haercourt)
(1623-1694): II 33, 42, III 101 |
Lotharingen, Henri van, hertog van Guise (1550-1588): IV 192 |
Lotharingen, Henri van, hertog van Guise (1614-1664): II 33, VI 135 |
Lotharingen, hertogin van, prinses van Lixheim (prinses van Lixem): VII
205 |
Lotharingen, Marguerite van (1615-1672); tweede echtgenote van Gaston van
Orléans: III 187 |
Lotharingen, Roger van (chevalier de Guise) (1624-1653): IV 127 |
Lotius, zie Lootius |
Lotten, heer van: VI 184 |
Lottering(h)en, zie Lotharingen |
Louterbach; chirurgijn: IV 24 |
Louterne, graaf van; gouverneur van Limburg: V 189, 208 |
Louterne, gravin van: V 189, 215 |
Louys, zie Lodewijk |
Louyse, Mademoiselle, zie Wittelsbach, Louise van |
Lucanus, Marcus Annaeus (Lucanus) (39-65); Romeins dichter: VI 234 |
Lucas: VI 129, 268 |
Lune(n)burch, zie Brunswijk |
Luttjen; chirurgijn: VI 105, VII 346 |
Lutzburch, zie Inn en Kniphausen |
Lyauckema, zie Liauckama |
|
Mabuse, zie Maubus |
Macdowell, William (Magduel) (1590-± 1667); president van de krijgsraad in
Groningen en Friesland: III 195, IV 9, 35, V 51, VII 98, 161, 174, IX 88 |
Madalena, Madaleintjen, Madeleine, zie Merode, Magdalena
van |
Magalotti; maarschalk in het Franse leger: II 37 |
Magduel, zie Macdowell |
Mailfer; kolonel in het Franse leger: II 52 |
Maillé, Urbain de, markies van Brezé (Brese) (1597-1650); maarschalk in
het Franse leger: II 37, IV 126 |
Mainsma, zie Meynsma |
Mal, du (monsieur du Mal): V 143, 144 |
Malet, Robert, heer van Saint-Martin (Sainct-Martyn): I 84, VII 228 |
Mamminga, Bartel (Manninga) († 1671); schepen van Leeuwarden: IV 263, V 25 |
Manasse; luitenant in het Staatse leger: III 154 |
Manchau(t), Manchaux, zie Brederode, Margaretha van;
Place, François de la |
Manderschiet: IV 91 |
Manisckan; officier in het Franse leger: II 37 |
Manninga, Luist (Menninga) (1624-1668); gedeputeerde van de Ommelanden ter
Staten-Generaal: V 67, 140, IX 28 |
Manninga, zie ook Mamminga |
Mansart, zie Maulde |
Manschau(t), zie Brederode, Margaretha van; Place,
François de la |
Mantua, zie Karel I Gonzaga |
Marcelis Goverts (Marceliss Gouvert, Govertz) († 1660); bouwmeester en lid
van de vroedschap van Leeuwarden: IV 60, V 66, 313, VI 15, 24, 25, 198, VII
107, 354, IX 13 |
Marchau(t), zie Brederode, Margatha van; Place, François
de la |
Marcheville, graaf van; officier in het Franse leger: IV 126 |
Marez, Gillis (Jelis, Jellis Maré, Maree); vaandrig der infanterie in het
Staatse leger: II 77, 79, III 16, 17, 33, 196, IV 11, 49, 143, 175, 218,
243, V 28, 32, 47-49, 62, 107, 108, 125, 251, 255-257, 259, 262-266,
273-278, 281, 282, 288, 295, 306, VI 9, 10, 12, 14, 15, 17, 20, 22, 24, 28,
32, 33, 36, 37, 44, 46-48, 52, 59, 61, 73, 74, 78, 85-87, 91, 92, 94-96, 99,
100, 102-104, 109, 111, 112, 114, 115, 119, 120, VII 18, 22, 23, 28-30,
40-44, 47-49, 52-54, 62, 63, 70-73, 75-77, 82, 84, 86, 97, 98, 101-103, 105,
110, 121, 122, 124, 127, 128, 131, 147, 149, 153, 160-162, 173, 174, 181,
184, 186, 188, 189, 345, 353, 359, IX 14-20, 22, 28-31 |
Marlot, David van, heer van Bavois (Marlott) († 1660); majoor der
cavalerie in het Staatse leger: I 76, II 25, 77, III 186, VI 269, VII 295 |
Marquardus, Johannes; ridder, lid van de raad van Lübeck: IX 235, X 239,
XI 131, XII 17 |
Marquet, zie Hertaing; Lockhorst |
Marsum, Jan van; Bolswarder regent: VII 87 |
Marsum, T., zie Eisinga (van Marssum), Tjallingh van |
Marten Jelles; schoolmeester te Birdaard: VI 53 |
Martena, Bauck van; moeder van Catrijn Entes: V 68 |
Martena, vrau, zie Liauckama, Jel van |
Marwitz, kapitein in het Staatse leger: VI 181 |
| |
| |
Marwitz, majoor in het Staatse leger: VI 160, 181 |
Mathenesse, Johan van (Matenes) (1596-1653); lid van de ridderschap van
Holland, lid van de Gecommitteerde Raden van Holland: III 72, 76, 186, V 85,
142, 161, 177, VI 16, 59, 322, VII 257, 295 |
Mathey: V 214 |
Mathias Harings (± 1593-± 1665); schepen van Leeuwarden, kunstschilder: IV
60, 62 |
Mathias Jellis (Matias); kapitein op de Staatse vloot: II 39, 40 |
Mathon, Petrus (Maton); predikant te Rijnsaterwoude: VI 303 |
Maubus, Anna de (Mabuse); kasteleine van Breda: III 180 |
Maubeuse; commandant te Maastricht: III 205 |
Maucken, Maucquen, zie Crato, Eleonora Mauritia van |
Mauderick, Haye Hendrick van (Mauric, Maurick, Mauryck); kornet in het
Staatse leger: V 110, 258, 259, 279, 283, 298, VII 110, 125-127, 129, 161,
184, 186, 189, 191, IX 19 |
Mauderick (Mauweryck); juffer: VII 121 |
Maulde de Mansart, Louis de (Mansart) († 1663); sergeant-majoor in het
Staatse leger: III 205, V 151 |
Mauriac, zie Tailleter |
Mauric, Maurick, zie Mauderick |
Maurits graaf van Nassau, prins van Oranje (prins Maurits, Mauritz,
N.D.M.P.) (1567-1625); stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Overijssel,
Gelderland, Drenthe en Groningen: I 72, 87, 95, II 26, 44, 97, III 71, 124,
IV 82, 113, 114, 148, 194, 217, 220, 222, 224, 235, 248, 249, V 84, 85, 100,
126, 131, 138, 141, 151, 155, 160, 179, 180, 257, 318, VI 56, 131, 132, 137,
139, 142, 149, 150, 158, 224, 263, 286, 298, 302, 306, 315, 320, 325, VII
25, 81, 129, 206, 211, 226, 227, 238, 239, 241, 242, 258, 315, 319 |
Maurits, Mauritz, zie Crato, Eleonora Mauritia van |
Mauritz, prins, zie Wittelsbach, Moritz van |
Mauryck, Mauweryck, zie Mauderick |
Mazarin, Jules (Cardinael, Raimondo, Mazarini, Mazaryn) (1602-1661);
kardinaal, eerste minister van Frankrijk: II 88, 90, IV 105, 107, V 143,
165, 169, 170, VI 194, 222, 227, 321, 323, VII 22, 25, 79, 314, IX 31 |
Meckema, Van; geslacht: IV 16 |
Meckema, Ebel van (1588-1662); weduwe van Frans Aebinga van Humalda: III
48 |
Meckema, Luts van (1584-1630); echtgenote van Douwe van Aylva sr.: IV 16 |
Meckema, Menno Houwerda van (Hauerda, Hauuerda, Hauwerda) († 1668); majoor
der infanterie in het Staatse leger: III 37, 39-41, 45, 48, 49, 51, 52,
54-56, 61, 62, V 74, 178, 277, 280, VI 79, 111, VII 14, 23, 122, 338, IX 13,
17, 27, 30, 32, 33 |
Meer, Van der, zie Meerman |
Meerenholts: III 95 |
Meerman, Frans (Meermans, Van der Meer) (1590-1657); lid van de vroedschap
van Delft, gedeputeerde van Holland ter Staten-Generaal, gedeputeerde te
velde: IV 152, 197, 209, V 238, 239, 251-255, 261, VI 132, 146, VII 259 |
Megen, Meghen, zie Croy, Albert-François de |
Meinderswijck, zie Gent, Barthold van |
Meine, Marie de; echtgenote van Meynert Pieters Tissinck: IV 58, 65 |
Mein(n)erswijck, zie Gent, Barthold van |
Meinsma, Meintzma, zie Meynsma |
Meinsma, Epeus (± 1621-1660); secretaris van Achtkarspelen: VII 80 |
Meinsma, Horatius (Mainsma, Meinsma, Meintzma); advocaat, volmacht namens
Franeker in de Staten van Friesland: III 39, 41, 45, 61, IV 51, V 65, 252,
VI 43, 45, 54, 76, 77, 79, VII 25, 49, 67, 191, 342, 344 |
Meinsma; juffer: VII 106 |
Melagius; te Anhalt: IX 235, X 239, XI 131, XII 17 |
Melander, zie Eppelmann |
Melcy, zie Meltzi; Mercy |
Mellema, Sybe Piers (1604-1662); rentmeester, schepen van Leeuwarden: VII
358 |
Mellinga, Abraham Isbrandi († 1648); scholtus van het krijgsgerecht van
Friesland: III 28, 33-35, 37, 39, 40, 45, IV 61, 239, 245, V 107, 108, 122,
278, 288, 295, VI 53, 60, 70 |
Melo de Castro, Francisco, markies van Tor de Laguna (1597-1651); generaal
in het Spaanse leger, landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden: 164, 67, 69,
70, 77-79, 84, II 41, 52, 78, V 120, 191 |
Meltzi, abt van (Melcy, Meltcy): V 213-215, VI 157, 165, 194 |
Mengerswijck, zie Gent, Barthold van |
Menninga: zie Manninga |
Mercader, Balthasar; kolonel in het Spaanse leger: III 97 |
Merckx, Ryntje, zie Ecama |
Mercy, Franz baron van (Melcy, Mery) (± 1590-1645); maarschalk in het
Beierse leger: III 79, 109, VI 129 |
Merode, zie Gent, Margaretha van |
Merode, Anna van (Anne): III 181, 183, 185-188, IV 87 |
Merode, Francisca van: II 28, III 183, 185, 186, 188, IV 71, 87, 89, 92,
93, 226, V 160, 164, 207, VI 77 |
Merode, Johan van, heer van half Rummen († 1666); majoor der cavalerie in
het Staatse leger, gouverneur van Ravestein: II 71, 77, III 72, 93, |
| |
| |
94, IV 89, 120, 121, V 79, 82, 216, 218 |
Merode, mademoiselle: II 30 |
Merode, Magdalena van (Madalena, Madaleintjen, Madeleine de Rummen,
M.M.D.R.); hofdame van Amalia van Solms: II 26, 77, 86 |
Merode, Willemine van (Willemijntjen Merod); hofdame van Elisabeth van de
Palts: II 28, 43, III 85, 95, 96, 164, 178, IV 87, 150, 163, V 156, 160,
164, 207, 212, 213, VI 147, 274, 282 |
Mery, zie Mercy |
Mesilli; Frans edelman in dienst van Gaston van Bourbon, hertog van
Orléans: II 40 |
Mesmes, Claude de, graaf van Avaux (Avaulx, Avaux, D'Avau) (1595-1650);
gevolmachtigde van Frankrijk te Munster: I 95, 96, V 234, VII 210 |
Mesonneuf(ve), Mesonneuve, zie Perponcher |
Meteren, zie Cuyck van Meteren |
Meulen, Van der (Vandermeulen): I 5, III 126, IV 143, 149, 151, 185, 204 |
Meyden, Johan van der (± 1609-1677); lid van de vroedschap en burgemeester
van Rotterdam, lid van de Rekenkamer van Holland, lid van de Gecommitteerde
Raden van Holland, bewindhebber van de VOC: III 186, V 172, 173, 175 |
Meyer, Coenraad; lid van de Raad van State: VI 314 |
Meynerswijck, zie Gent, Barthold van |
Michel; lakei: V 231, VII 204 |
Mierop, van (Myroop); lid van de Rekenkamer van Holland: III 75, 76 |
Mierop, Joachim van; ontvanger-generaal van Holland: III 75 |
Mierop, Otto van (Mirop); kapitein der infanterie in het Staatse leger:
III 75 |
Mierseville: II 44 |
Mijle, Adriaan van der, heer van Bleskensgraaf (Blesjesgraaf, Van der
Mijlen, Vandermylen) (± 1604-1665); lid van de ridderschap van Holland,
gouverneur van Willemstad: IV 113, V 85, VI 284, VII 14, 17, 290 |
Milet, Estienne de (monsieur Milett); luitenant in het Staatse leger: IV
162, 165, 212 |
Miloslavskij, Ilja Danilovic: V 179 |
Mindergetal: I 52, 53, 97, III 35, 38, 40, 41, 58, 62, IV 31, 33, 37, 38,
40, 42, 43, 50, 52, 54-56, 237, 239-242, V 35, 58, 63-65, 75, 76, 97, 98,
105, 120, 122, 126-129, 239, 254, 296, VI 31, 49, 54, 62, 63, 71, 75, VII
50, 51, 53, 55, 59, 60, 70, 71, 74, 75, 82, 103, 153-156, 158, 173, 340 |
Minne Hillebrands; secretaris van Wonseradeel: V 119 |
Mirop, zie Mierop |
Moedersbach, zie Mudersbach |
Mol, Hanso (Moll); burgemeester van Sneek en volmacht namens Sneek in de
Staten van Friesland: III 20, IV 31, 249, V 313, VI 338, VII 19 |
Mol, zie ook Moll |
Molandyn; officier in het Franse leger: II 37 |
Moll, Christiaen (Mol) († na 1661); raad van keurvorst Frederik Willem van
Brandenburg, resident, envoyé van Brandenburg in de Republiek: V 82, VI 149,
236 |
Moll, Petrus (Mol) (1596-1669); hoogleraar in het Grieks te Franeker: V 65 |
Moll, zie ook Mol |
Mom van Swartstein, Bernard; ritmeester in het Staatse leger: II 79 |
Momba, zie Barton |
Mommercenir; kolonel der cavalerie in het Franse leger: II 52 |
Monchy, Charles de, markies van Hocguincourt (1599-1658); kolonel in het
Franse leger: II 37 |
Moncron (Monckron); kolonel in het Spaanse leger: III 164 |
Mondevy: IV 89 |
Mondragon, Cristobal de; kolonel der cavalerie in het Franse leger: II 52 |
Monsieur, zie Bourbon, Gaston van |
Monsma, Ecce; burgemeester van Dokkum: V 253 |
Monstreul, zie Montreuil |
Montagu, Walter (Montegu) (1603-1677); attaché van Engeland in Frankrijk,
abt van Saint-Martin: I 94 |
Montbas, Jean Barton de Bret markies van (De Bredt, Momba) (1623-1696);
majoor der cavalerie in het Staatse leger: V 310, VI 311 |
Montmorency, Charlotte Marguerite de (1594-1650); echtgenote van Henri II
van Bourbon: IV 106, VI 273 |
Montresor, zie Bourdeille |
Montreuil, Jean de (Monstreul) (1613-1651); Frans diplomaat: III 96 |
Montroos, zie Graham |
More; page: V 237 |
Morgan; kapitein in het Staatse leger: VII 121 |
Moriac, zie Tailleter |
Moritz, zie Crato, Eleonora Mauritia van |
Mornau: VII 290, 299, 307, 310, 311 |
Morray, zie Murray |
Mortaigne, Johan Bertram de (Mortagne) († na 1689); hofmeester der
Staten-Generaal: IV 242, V 165 |
Mothe-Houdancourt, Philippe de la, hertog van Cardone (La Motte)
(1605-1657); maarschalk in het Franse leger: II 52 |
Moudersbach, zie Mudersbach |
Moulert, zie Mulert |
Mouray Cortereal, Manuel de la, markies van Castel Rodrigo (Castelrodrigo)
(† 1652); landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden: III 97, IV 106, 188, |
| |
| |
196, V 191, 195, 207, 216 |
Mourtzen: VII 231 |
Mudersbach, Frederick (Moedersbach, Moudersbach); beheerder en pachter van
Spiegelberg: VII 149, 150, 152, 157, 159, 160, 253 |
Mulert, Dirk (Moulert); kolonel der cavalerie in het Franse leger: IV 131,
VI 133, 287 |
Murray, Jean (Morray) (* ± 1628); page van Willem Frederik: VI 110 |
Musch; geslacht: III 71 |
Musch, Cornelis (Muss) (1592/1593-1650); griffier der Staten-Generaal: I
43, 44, 91, 92, 93, 95, 96, 119, II 90, 98, 102, III 71, 80, IV 87, 91, 94,
107, 110, 112, 152, 171, 191, 192, 228, V 146, 147, 161, 162, 166, 172, 179,
231, VI 55, 130-132, 145, 243, 244, 249, 251, 252, 286, 289-291, 296, 305,
314, 316, 322-324, VII 207, 210, 231, 235, 236, 298 |
Myroop, zie Mierop, van |
|
Nangy, zie Brichanteau |
Nassau, Adolf graaf van (oom van prins Willem) (1540-1568): IV 191 |
Nassau, Albertina Agnes prinses van Oranje- (Albertine, madamoisel
d'Orange, tweede dochter, 2de vrau, A.M., Lessal) (1634-1696): passim |
Nassau, Catharina Belgica prinses van Oranje- (vrau, gravin, van Hanau)
(1578-1648); weduwe van Philipp Ludwig II van Hanau, regentes van het
graafschap: II 93, III 181, 182, 187, IV 91-93, 112, 199, 219, 229, V 80,
92, 160 |
Nassau, Elisabeth prinses van Oranje- (1577-1642); echtgenote van Henri de
la Tour d'Auvergne, hertog van Bouillon: VI 298 |
Nassau, Emilia prinses van Oranje-(1569-1629); echtgenote van Emanuel van
Crato, prins van Portugal: VI 298 |
Nassau, Engelbert I graaf van (± 1370-1442): VI 223 |
Nassau, Frederik van, heer van Zuijlenstein (heer van Sulestein,
Zulestein) († 1672); luitenant-kolonel in het Staatse leger: II 26, 53, 68,
85, III 82, 96, 107, 110, 162, 181, 205, IV 92, 106, 143, 195, V 235, VI 99,
311, VII 295 |
Nassau, gravin van (gravin X van Nassau): IV 150 |
Nassau, gravin van, zie 1) Erbach, Christine van; 2)
Ligne, Ernestina Yolanda van |
Nassau, Hendrik graaf van (oom van prins Willem) (1550-1574): IV 191 |
Nassau, Henriette Catharina prinses van Oranje- (Henriette) (1637-1708): I
44, III 69, 72, 81, 82, 182, 185, IV 58, 86, 91-93, 110, 164, 169, 174, 181,
200, 217, 233, 236, V 76, 80, 84, 130, 139, 151, 167, VI 131, 159, 161, 188,
204, 206, 211, 225, 235, 257, 263, 264, 266, 272, 285, 299, 307, 308, 310,
327, 333, VII 205, 207-209, 225, 229, 231, 234, 252, 258, 288, 290, 291,
296, 305, 313, 322, X 0, XI 0, XII 2 |
Nassau, Justinus van (1559-1631); gouverneur van Breda: II 30 |
Nassau, Lodewijk graaf van (oom van prins Willem) (1538-1574): IV 191, VI
112, VII 85 |
Nassau, Lodewijk van, heer van Beverweert (heer van Beversweert,
Beverweert) (± 1602-1665); generaal-majoor in het Staatse leger; gouverneur
van Bergen op Zoom: I 63, 70, 76, 80, 84, 86, 95, 114, II 29, 42, 51, 76,
78, 84, 85, III 82, 88, 95, 109, 115, 116, 139-141, 145, 153, 155, 179, IV
69, 84, 93, 108, 113, 126, 143, 158, 164, 168, 170, 172, 173, 198, V 139,
151, 163, 176, 186, VI 128, 161, 174, 175, 210, 211, 215, 224, 231, 263, VII
240, 242, 253, 294, 298, 322 |
Nassau, Louise Henriette prinses van Oranje- (1627-1667) (auste
madamoisel, Haer Hoocheit, Les, Less, Lessjen, lieve dame, Louise,
madamoiselle d'Orange, mijn mattresse, Sel, Sell, Selletjen, soetert,
soutert, cuhrvorstin, courvorstin, L., L.M., M.O.N.D., O.dM., O. de M.);
echtgenote van Frederik Willem keurvorst van Brandenburg: passim |
Nassau, Maria prinses van Oranje- (Mari, Marijcken, Marike, Mariquen)
(1642-1688): I 44, III 69, 72, 82, 182, 185, IV 91, 92, 110, 169, 181, 200,
217, 233, 236, V 76, 84, 130, 139, 151, VI 131, 159, 161, 188, 206, 211,
225, 235, 257, 263, 264, 272, 285, 293, 299, 307, 310, 327, VII 207-209,
225, 229, 231, 234, 252, 258, 288, 290, 291, 296, 305, 313, 322, X 0, XI 0,
XII 2 |
Nassau, Oranje-, zie Frederik Hendrik; Maurits; Willem I
en II |
Nassau, Philips Willem graaf van, prins van Oranje (prins Philips Wilhelm)
(1554-1618): V 85, 179, VI 320, VII 239, 241 |
Nassau, Willem Adriaan van, heer van Odijk (joncker Willem) (± 1632-1705):
I 76, IV 156, V 130, VII 294 |
Nassau, Willem van (± 1601-1627); luitenant-admiraal van Holland: VI 210,
263 |
Nassau-Dietz, zie Ernst-Casimir; Hendrik Casimir; Willem
Frederik |
Nassau-Dillenburg, Georg Ludwig graaf van (vedder Jurgen) (1618-1656): I
77, X 248 |
Nassau-Dillenburg, Ludwig Heinrich graaf van (graf van Dillemburch, mijn
neef, vetter, van Dillemburch) (1594-1662); generaal in het keizerlijke
leger: III 25, 45, 190, 191, 192 |
Nassau-Hadamar, Johann Ludwig graaf van (graf Hans, Ludtwich, Ludwich,
mijn oom) (1590-1653); gevolmachtigde van de keizer te Munster: IV 71, 82,
114, 238, VII 78, 96, 97 |
| |
| |
Nassau, Katzenelnbogen en Dietz, Jan VI de Oude graaf van (graaf Jan)
(1536-1606): V 239, IX 32 |
Nassau-Siegen, Adolf graaf van (1586-1608); ritmeester in het Staatse
leger: III 52, VI 274 |
Nassau-Siegen, Elisabeth Charlotte gravin van (1626-1694); echtgenote van
Georg Friedrich van Waldeck: V 215 |
Nassau-Siegen, Ernestina Charlotte gravin van (freulen van Nassau)
(1623-1668): V 189, 193, 215, 216, VI 314 |
Nassau-Siegen, Georg Friedrich graaf van (graf Fritz) (1606-1674); kolonel
der cavalerie in het Staatse leger: I 5, 79, II 29, 31, 71, III 97, 99, 138,
178, IV 108, 134, 159, 164, 170, 193, 195, V 132, 148, 171, 172, 176, VI
151, 160, 196, 258, 261, 265, 271 |
Nassau-Siegen, Heinrich graaf van (graf Hendrick, Hendryck, cousin, vetter
Hendrick, H.G.) (1611-1652); luitenant-kolonel der infanterie in het Staatse
leger, gouverneur van Hulst: I 0, 75, 77, 87, 92, 95, II 25-27, 29, 31, 53,
55, 61, 68, 73, 77, 78, 80, 85, 87, 98, III 77, 79, 81, 83, 84, 86, 94, 95,
99, 110, 113, 121, 122, 138, 149, 165, 182, IV 69, 111, 113, 115, 121, 123,
124, 127, 129, 130, 140, 143-145, 151, 155, 157, 233, 236, V 79, 81, 83, 84,
86, 132, 137, 140, 142, 152, 186, 231, 232, VI 59, 131, 135, 136, 138, 150,
152, 170, 171, 243, 264-266, 288, 294, 308, VII 203, IX 34, 35 |
Nassau-Siegen, Jan VII graaf van (graaf Jan) (1561-1623): VI 131, 263 |
Nassau-Siegen, Jan VIII de Jongste graaf van (graaf Jan) (1583-1638);
veldmaarschalk in het keizerlijke leger: V 196, 207 |
Nassau-Siegen, Johann Franz Desideratus graaf van (1627-1699): V 207, 214 |
Nassau-Siegen, Johan Maurits de Braziliaan graaf van (graf Maurits,
Mauritz, Moritz, M.G.) (1604-1679); gouverneur van Brazilië,
luitenant-generaal der cavalerie in het Staatse leger, commandant van Wezel,
stadhouder van Kleef, Mark en Ravensberg: I 79, 96, II 73-76, 78-80, 83,
85-89, 97, 99, 100, 106, III 72, 73, 81, 82, 86, 94, 97, 100, 111, 113, 115,
121, 122, 141, 158, 176, 182, IV 71, 82, 91-93, 105, 108, 112-114, 123, 124,
139, 144, 169, 170, 219, 233, 248, V 76, 79, 131, 132, 140, 142, 145, 146,
149, 151, 155, 160, 171, 173, 179, 186, 210, 218, 233, 234, 238, 253, 322,
VI 122, 163, 180, 183, 189, 192-194, 205, 218, 227, 243, VII 202, 230, IX
17, 31, 35 |
Nassau-Siegen, Maria Magdalena gravin van (1622-1647); weduwe van Philipp
Theodor van Waldeck: II 63, V 79, 80, 156, 185, 194, 196, 207-216, 235 |
Nassau-Siegen, Sofia Margaretha gravin van (Grietje, Grietjen, Gritje,
freulen Margriet, freule van Nassau) (1610-1665): IV 72, 130, 143, 151, V
154, 231, VII 203, 260 |
Nassau-Siegen, Wilhelm graaf van (graf Wilhelm) (1592-1642);
veldmaarschalk in het Staatse leger, gouverneur van Sluis: IV 144, V 230 |
Nassau-Weilburg, Ernst Casimir graaf van (graf van Nassau-Sarbruck)
(1607-1655); kolonel der infanterie in het Staatse leger: IV 132 |
Nassau; geslacht (die van Nassau, huys en stamme van Nassau, Nassauw, ons
huys, Sijn Hoocheits Huys): I 72, 96, II 26, 74, 87, 88, III 37, 179, 183,
IV 49, 82, 91, 114, 156, 161, 192, 203, 212, 217-222, 225, 227, 228, 233,
236, 246, 248, 249, V 31, 32, 66, 76, 82, 83, 108, 112, 113, 124, 125, 127,
138, 179, 186, 318, VI 73, 82, 83, 131, 132, 140, 150, 158, 161, 165, 168,
184, 187, 190, 195, 201, 202, 218, 219, 223, 230, 232, 233, 239, 247, 250,
268, 272, 276, 301, 307, 311, 316, 328, VII 77, 95, 102, 202, 206, 211, 234,
254, 318, IX 10, 16, 32 |
Nauta, vrau, zie Aysma, Lolck van |
Nauta, Gajus († 1645); lid van het Hof van Friesland: I 12, II 96, 108,
109, III 24, 32, 38, 43, 50, 53, IV 35, V 28, VI 93 |
Nauta, Johannes († 1658): VII 173 |
Navander, Jacob (Vaenander) (1606-1661); lid van de vroedschap en
burgemeester van Rotterdam, lid van de Gecommitteerde Raden van Holland: VII
259 |
Nederhorst, zie Reede, Godard van |
Nelson (Neltzon); juffer: III 125 |
Nelson, Eduard (Nelzon); Engels kapitein in het Staatse leger: III 67 |
Nero, Claudius Drusus Germanicus Caesar (37-68); Romeins keizer [54-68]:
III 38 |
Nevers, Anne van († 1684); echtgenote van Eduard van de Palts: III 75 |
Nevers, Marie-Louise van (1611-1667); tweede echtgenote van Wladyslaw VII
van Polen: III 75, 187, 188, IV 85, VI 136 |
Nicolai: IX 19 |
Niepoort, zie Nieupoort |
Nieuburch, zie 1) Wittelsbach, Wolfgang Wilhelm van; 2)
Egmond, Thomas van |
Nieupoort, Willem (Niepoort) (1607-1678); rentmeester-generaal der
domeinen in Noord-Holland, secretaris van de Rekenkamer van Holland: III 75,
76, 79, VI 326 |
Nieuwenaer, juffer: III 181 |
Nijeveen (Nieveen, Niveen); Gronings regent: VII 27, 127 |
Nijs, juffer: VI 26, 32, 39 |
Nijs, Anna; echtgenote van Simon Simonides: V 54 |
Nijs, Catharina: V 54 |
Nijs, Johannes († 1649); lid van het Hof van Fries- |
| |
| |
land,
curator van de Academie te Franeker: I 0, 6, 12, II 96, 108-111, III 10, 16,
28-30, 50, 53-55, 65, 125, 126, 135, IV 29, 39, 66, 239, 240, 244, 246, 248,
251, V 32, 37, 38, 49, 51, 52, 54, 56, 62, 65, 94, 99, 103, 107, 125, 130,
252, 286, 297, 302-304, 306, 307, 309, 315-317, 319-321, VI 12, 14, 34, 45,
97, 105, 112, 116, 121, 337, 342, 345, VII 15, 18, 28, 53, 72, 74, 75, 78,
81, 84, 95, 104, 131, 181, 192, 344 |
Nijs, Petrus (1617-1660); lid van het Hof van Friesland: II 108, III 16,
19, 28-30, 34, 53, 59, IV 29, 244, 263, V 26, 32, 49, 51, 54, 56, VI 26, 32,
45, 342, 345, VII 28, 53, 72, 74, 75, 78, 84, 104, 106, 108, 109, 121-123,
125, 131, 152, 158, 177, 181-183, 189, 192, 338, 340-342, 344, 352, 359, IX
13, 14, 27, 30, 33 |
Nijssen, Nijssens, zie Nisse, Van der |
Nijsten, Johannes à; assessor van het krijgsgerecht van Friesland: V 278,
VI 93, VII 102 |
Nisener, Johannes; predikant te Hallum: III 45, 48, 49 |
Nisse, Gerard van der (1602-1669) (Nijssen, Nijssens); lid van de
vroedschap en burgemeester van Goes, gedeputeerde van Zeeland ter
Staten-Generaal, gedeputeerde te velde: IV 151, 157 |
Niveen, zie Nijeveen |
Nogaret de la Valette, Bernard de, hertog van Epernon (D'Espernon,
Lavalett, Lavalette) (1592-1662); gouverneur van Bourgondië: II 33, 63-65 |
Nogaret de Foix, Louis Charles Gaston de, hertog van Candalle (Candael)
(1627-1658); officier in het Franse leger: IV 127 |
Noirmont, zie Galla de Salamanca |
Noirmoutier; officier in het Franse leger: IV 130 |
Noor(d)twijck, zie Does, Wigbold van der |
Noot, Carel van der, heer van Hoogwoud en Aartswoud († 1614); gouverneur
van Oostende en Sluis: II 44 |
Noot, Genoveva Maria van der (± 1600-± 1675); echtgenote van Philip Jacob
van den Boetzelaer: III 182, IV 92, 213, V 164, VI 293 |
Noot, Lamoraal van der, heer van Risoires (Risoir, Rysoir) († 1644);
kolonel der cavalerie in het Staatse leger: I 71, 80, II 71-73, 80, 82, 90,
92, 93 |
Norman; Duinkerker kaper: II 32 |
Noté, Samuel; kwartiermeester-generaal der cavalerie in het Staatse leger:
II 39, 40 |
Nuyburch, zie Egmond, Thomas van |
Nyvien: IV 145 |
|
Obbe Jansen: VI 105 |
Obdam, zie Wassenaar, Jacob van |
Obdam, vrau, zie Renesse, Agnes van |
Oberheim, Christoffel Carell van: II 47 |
Ockinga, Van (Ockema): V 38, 74, 78, 252, 253, 313, VI 13, 110, 111, 113,
114, 116, 118, 337, 338, VII 19, 23, 40, 72, 78, 110, 124, 125, 353, IX 32 |
Ockinga, Hero van († 1682); gerechtsscholtus (Friesland), lid van het Hof
van Friesland: II 108, III 15, 33-36, 50, IV 14, 17, 27, 61, 245, 250, V 63,
78, 283, 288, 303, 306-308, VI 20, 22, 37, 38, 42, 48, 56, 57, 76-78, 91,
94-96, 100, 101, 105, 115, 282, 332, 336, VII 20, 24-26, 79, 102, 161, 185,
189, 339, 341, 342, IX 16, 22, 23 |
Ockinga, Jarich van: VI 105 |
Ockinga, Lodewijck van († 1673); kapitein der infanterie in het Staatse
leger, volmacht namens Wonseradeel in de Staten van Friesland: IV 54, 59,
61, V 78, VI 41, 103, VII 47, 161, 188, 343, 350, 351, 354 |
Ockinga, vrau, zie Burmania, Magdalena Sybrants van |
Odorp, zie Hogendorp |
Oedsonius, Feicke Oedses (predikant Feicke, Feycke-oom) († 1670);
predikant te Leeuwarden: II 13, V 120, VI 86 |
Oenema, Van (Oenma, Onema); geslacht: V 110 |
Oenema, Amelius van (1601-1647); grietman van Schoterland en volmacht
namens Schoterland in de Staten van Friesland, lid van de Gedeputeerde
Staten van Friesland: I 56, 96, II 88, III 126, 137, 138, 182, 188-191, 193,
196, IV 7, 8, 10, 12, 15, 24, 32, 35, 39, 41, 51, 53, 54, 56, 58, 61, 237,
243, 244, 246, V 34, 36, 38, 47, 52, 62, 109, VI 72, VII 104, 159 |
Oenema, Catharina van (± 1629-1679); echtgenote van Ernst van Haren: VI
103, VII 154, 187, 351 |
Oenema, Jacques van († 1646); kolonel der infanterie in het Staatse leger,
grietman van Ooststellingwerf en volmacht namens Ooststellingwerf in de
Staten van Friesland: II 29, III 39, 41, 51, 54, 83, 123, 125, 126, 135,
136, 182, 189-191, 195, 196, IV 7, 9, 10, 12, 14, 15, 23, 24, 26, 27, 37,
43, 250, V 29, 47, 104, 106, 110, 251 |
Oenema, Tiberius van († 1640); grietman van Utingeradeel en volmacht
namens Utingeradeel in de Staten van Friesland, lid van de Gedeputeerde
Staten van Friesland: IV 251, V 124 |
Oenia, zie Unia |
Oenma, zie Oenema |
Oetgens van Waveren, Anthony (Oetjens, Oetjes, Oetyens, Waeveren)
(1585-1658); lid van de vroedschap en burgemeester van Amsterdam,
gedeputeerde van Holland ter Staten-Generaal, gezant: IV 72, V 207, VI 80,
299, 303, 312, VII 83, 236, 254, 258 |
Oetjens, Oetjes, zie Grettinga; Oetgens |
Oetses, Reinerdt, zie Grettinga |
Oetyens, zie Oetgens |
| |
| |
Ogele, zie Ogle |
Oginsky, Joannes; Pools student te Franeker: I 3, 5 |
Oginsky, Symon Carolus (Oghinski, Ogynsky, Oorsintsky); Pools student te
Franeker: I 3, 5, III 40, IV 34, 57 |
Ogle, Utricia (juffer Ogele) († 1674); hofdame van Maria Stuart: II 90 |
Oldenbarnevelt, Johan van (Barnevelt, Bernevelt) (1547-1619);
landsadvocaat van Holland: II 97, IV 113, 114, 124, V 155, 309, VI 132, 139,
147, 149, 150, 158, 271, 283, VII 315, 319 |
Oldenburg, Anton Günther graaf van (Oldenburch) (1583-1667): IV 114, V 297 |
Oldenburg, August Philipp van, hertog van
Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Beck (1612-1675); ritmeester in het Staatse
leger: I 68, II 71 |
Oldenburg, Christiaan van, kroonprins van Denemarken en Noorwegen
(1603-1647): III 7 |
Oldenburg, Christiaan graaf van, prins van Denemarken (vorst Christiaen):
VII 205 |
Oldenburg, Frederik graaf van, prins van Denemarken: V 147 |
Oldenburg, Leonora Christina van (ambassadrisse van Dennemarcken)
(1621-1698); echtgenote van Corfitz Ulfeldt: IV 200, 209, V 177, VII 240 |
Oldenburg, Margarethe van, hertogin van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg
(1583-1658); tweede echtgenote van Johann VII van Nassau-Siegen: IV 91, 92 |
Oldenburg, graven van: V 147 |
Olders, ‘Mijn’, zie Brunswijk-Wolfenbüttel, Sophie
Hedwig, en Ernst Casimir van Nassau-Dietz |
Oltegraf, zie Aldegrever |
Ommelanden, Staten van de: IX 86 |
Onema, zie Oenema |
Oorsintsky, zie Oginsky |
Oosteim, zie Ostheim |
Oosterse, zie Oosterzee |
Oostervelt, Jan Melchior (± 1583-1667); waardijn van 's lands munt
(Friesland), zilversmid, schepen van Leeuwarden: V 295, 321, 331, VI 17, VII
352 |
Oosterzee, Epeus (Oosterse, Oosterze); lid van de vroedschap en volmacht
namens Sloten in de Staten van Friesland: III 29, 32, 40, 55, IV 24, 25, 29,
30, 43, 55, 57, 201, 238, 241, V 52, 53, 56, 58, 59, 62, 65, 68, 76,
277-279, 282, VI 45-48, 63, 131, 218, 227, 249, VII 44, 46, 54, 55, 59, 121,
129, 174, 184-186, 191, 192, 337-339, 350, 352 |
Oostheim, Oosteim, zie Ostheim |
Oost-Friesland, Stenden van: V 297 |
Opdam, zie Wassenaar, Jacob van |
Opperhuys, zie Solms-Braunfels, Amalia van |
Orange, zie Nassau, Albertina Agnes van Oranje- |
Oranje-Nassau, zie Nassau |
Orion, juffer: VI 18, 84 |
Orléans, Anne Marie Louise van, prinses van Dombes (d'Orléans, Vranckrijk)
(1627-1693): I 94, IV 105 |
Orléans, zie ook Bourbon |
Ornane: III 95 |
Oseros, François d', heer van Hautmets (Homay) († 1643); majoor der
cavalerie in het Staatse leger: I 68 |
Osinga, Sijds van; grietman van Doniawerstal en volmacht namens
Doniawerstal in de Staten van Friesland, lid van de Gedeputeerde Staten van
Friesland: II 13, 88, III 40, 47, 50, IV 12, 40, 58, 59, 238, V 78, 93, 103,
104, 105, 107, 238, 286, 295, VII 56, 157 |
Osinga, Sybrand van († 1623); grietman van Wonseradeel: V 78 |
Osmaal, juffer, zie Hertoghe |
Ostheim, Bartolt van (Oosteim, Oostheim) (1607-1654); kapitein der
infanterie in het Staatse leger, hofmeester van de stadhouder van Friesland:
II 43, III 29, 34, 178, IV 35, 44, 55, 57, V 69, 283, 305, 319, VI 59, IX 32 |
Ostheim, Jel (Jel Oosteim): IV 35 |
Ostheim, juffer (Oostheim): IX 30 |
Ouma, zie Uma |
Ounia, zie Unia |
Ouseel, Pieter, heer van Berendrecht: VI 261, 263, 264, 273, 286, 294,
296, 302-304, 309, 316, VII 236, 293, 294, 296, 299-301 |
Overijssel, Staten van: V 151 |
Oxenstierna, Axel Gustafsson baron (Oxenstern) (1583-1654); rijkskanselier
van Zweden: III 39, 122, 194, IV 91, V 49 |
Oxenstierna, Johan Axelsson graaf (1611-1657); rijksraad van Zweden: III
111, 122, IV 9 |
Oxfort, zie Vere |
|
Padestecher (Padenstecher, Paedestecher); kanselier van de graaf van
Bentheim: IX 235, X 239, XI 131, XII 17 |
Paemer, juffer: VI 234 |
Paffenrode, Ida Catharina of Ymck (Paffenroy, Pafferaet) († 1674): V 47,
VI 39, VII 28 |
Paffenrode, Rudolph van; lid van de Admiraliteit van Rotterdam: VII 51, 70 |
Paffenrode, Schelte van (Paffenroodt, Paffenroy) († 1648): III 64, IV 238,
V 107, VI 85 |
Paffenrode, Ymck van (juffer Paffenroy, Pafferaet, vrau Steerenzeel);
echtgenote van Sjuck Aebinga van Humalda genaamd Sternsee: V 47, VII 28 |
Paffenrode: VI 39 |
Pagestecher, Alexander Gisbert († 1681); resident van de keurvorst van
Brandenburg aan het hof van |
| |
| |
de hertog van Neuburg te
Düsseldorf: VI 130 |
Pallandt, Adolf Werner van, baanderheer van Baer en Lathum (Palant) (†
1656); lid van de ridderschap van Overijssel: V 191 |
Pallandt, Floris II van, graaf van Culemborg (graf van Culemburch)
(1578-1639); gedeputeerde van Gelderland ter Staten-Generaal: V 207 |
Pal(l)otti, zie Pollotti |
Pals, cuhrvorst, zie Wittelsbach, Karl Ludwig van |
Pancras, Gerbrand Claesz (Branckert of Pankras) (1591-1649); lid van de
vroedschap en burgemeester van Amsterdam: II 42, VI 80, VII 83 |
Pardo, Francisco de; commissaris-generaal in het Spaanse leger: I 86 |
Patimo: VI 281 |
Pau, zie Pauw |
Paul; ingenieur: III 156, V 99 |
Paul; vaandrig in het Staatse leger: IV 50 |
Paulus III (1468-1549); paus [1534-1549]: V 117 |
Paulus: VII 104 |
Paulus Jansen, zie Innema |
Pauw; geslacht: I 96, II 102, VI 56, VII 103, 311 |
Pauw, Adriaan, heer van Heemstede (Pau) (1585-1653); raadpensionaris van
Holland, raad en rekenmeester der domeinen van Holland, gevolmachtigde van
de Republiek te Munster: I 96, II 98, 102, III 76, 186, IV 50, 133, 134, V
69, 83, 88, 94, 112, 117, 120-123, 159, 163, 169, 171, 176, 181, 259, VI 16,
56, 59, 60, 66, 77, 129, 131, 227, 228, 271, 292, 315, 332, 333, VII 103,
202, 236, 254, 258, 289, 293, 295, 311, 338 |
Pauw, Reynier (olden Pau) (1564-1636); lid van de vroedschap en
burgemeester van Amsterdam: VI 56, 283 |
Peculheiring, zie Pekelharing |
Pedro: I 86 |
Peeckema, Cyprianus; volmacht namens Doniawerstal in de Staten van
Friesland: IX 15 |
Pegneranda, zie Bracamont y Gusman |
Pekelharing (Peculheiring): V 236 |
Pell, John (± 1610-1685); hoogleraar in de wiskunde aan de Illustre School
te Breda: IV 159 |
Pelnitz, zie Pöllnitz |
Pembroeck, zie Herbert, Philip |
Peñeranda, zie Bracamont y Gusman |
Percheval, Pieter de (Perceval, Perseval); kwartiermeester-generaal in het
Staatse leger: II 35, 40, 53, 63-65, III 93, 94 |
Perlips; hofdame van Amalia van Solms: V 311 |
Peronneau (Peronnau): V 79 |
Perponcher, Ferdinand ridder de, graaf van Sedlnitsky (Sidnitsky)
(1610-1684): V 283 |
Perponcher, Isaäc ridder de, heer van Maisonneuve (Mesonneuf, Mesonneufve,
Mesonneuve) (1571-1656); Frans kolonel der infanterie in het Staatse leger:
I 75, II 29, 53, 55, 56, 58, 63 |
Perseval, zie Percheval |
Pet(t)ertille, Hidde (Piter, Pitertilla); compagnieschrijver: V 75, 76,
78, 119 |
Phijck(e), zie Haren, Sophie van |
Phijcken, zie Brederode, Sofia Theodora van |
Philemon, Johannes; hoogleraar in de geschiedenis aan de Illustre School
te Breda: IV 159 |
Philips, prins: VI 306; zie ook Wittelsbach, Philipp van |
Philips (Wilhelm), prins, zie Nassau, Philips Willem van
Oranje- |
Piccolomini, Ottavio vorst van, hertog van Amalfi (Picolomini)
(1599-1656); generaal in het keizerlijke leger, landvoogd van de Zuidelijke
Nederlanden: I 64, III 94, 96, 99, IV 121, 124, 126, 131, 141, 161, 163, VII
208 |
Pichel(a)er, Pichler, zie Püchler |
Picolomini († 1644): II 89 |
Piebe Oetses (Pybe): VII 358 |
Pier Oepkes (Pier Upkes); apotheker: III 13, 15, IV 244 |
Pieter Greolts (Greolds, Greols, Greolt, Greoltz); volmacht namens IJlst
in de Staten van Friesland: III 29, 31, V 51, 52, 59, 70, 105, 310 |
Pigneranda, zie Bracamont y Gusman |
Pijck(e), zie Haren, Sophie van |
Pipenpoy, Sophia Anna van; echtgenote van Wijtze van Cammingha: V 27, VII
123, 124 |
Pieter Annes (Anniss) († 1669); boer te Cornjum: I 117 |
Pieter († 1645); ingenieur: III 156 |
Pit(t)ertilla, zie Pet(t)ertille |
Pitman: VI 281 |
Place, François de la, burggraaf van Machault (Manchau, Manchaux,
Manschau); Frans kolonel der cavalerie in het Staatse leger: I 75, 77, 78,
II 28, 29, 43, 68, 72, 74, 76, 77, 87, III 82, 94, 99, 100, 138, 143, 164,
167, 185, IV 90, 148, 155, 156, 159, 181, V 52, 92, 143, 144, VI 166, 174,
180, IX 35 |
Plassburch; vaandrig in het Staatse leger: V 264 |
Plato (428/427-348/347 v.C.); Grieks wijsgeer: V 122 |
Plecker, Wibrand Davids; burgemeester van Sneek: IV 61, 247, 248 |
Plessis, Armand Jean kardinaal du, hertog van Richelieu (cardinal
Richelieus) (1585-1642); eerste minister van Frankrijk: III 39, VI 271, VII
151 |
Plessis, Louis du, heer van Douchant (Dechand, Dechands, Dechandts,
Dechans, Dechants, Deschand, Deschands, Deschantz, Deshans, Dochands,
Douchand, Douchands, Douchant, Douchants); Frans kolonel der infanterie in
het Staatse |
| |
| |
leger: II 29, 31, 43, 48, 56, 58, 63, 64, 70, 74,
79, 85, 87, 89, III 72, 81, 82, 96, 121, 122, 149, 153, 159, 180, 187, IV
69, 71, 83, 87, 111, 118, 164, 165, 186, 189, 197, V 142, 157, 163, 170,
211, VI 137, 141, 151, 186, 268, 281, 310 |
Plessis-Prallyn, zie Choiseul |
Pleuren; commandant van Geldern: V 80, 232, 235 |
Ploos van Amstel, Adriaan, heer van Oudegein en Tienhoven (Plois, Ploos,
Ploys) (1585-1639); gedeputeerde van Utrecht ter Staten-Generaal: II 25,
102, V 170, 207 |
Ploos van Amstel, Gerard, heer van Oudegein (1617-1695); kapitein in het
Staatse leger: II 67 |
Ploos van Amstel, Willem (1608-1668); lid van het Hof van Utrecht: IV 69 |
Plumioen, Folckert Jansen († 1654); geweldigeprovoost: III 21, VI 15, 99,
VII 49, 62 |
Podelits, vrau van, zie Brederode, Helena van |
Poelgeest: VI 269 |
Pöllnitz, Gerard Bernard vrijheer van (Pelnitz, Polnitz) (1617-1676);
Duits ritmeester in het Staatse leger: II 35, 77, III 161, IV 140, 141 |
Pointz; generaal: VI 121, 122 |
Polanen, Johanna van (1392-1445): VI 223 |
Polen, zie 1) Jan II Casimir; 2) Wladyslaw VII |
Polen, koningin van, zie Nevers, Marie Louise van |
Polen, Staten van: VI 136 |
Pollotti, Alphonse (Alphonso Pallotti, Palotti, Polotti) († 1660); kolonel
in het Staatse leger, commandant van fort Sint-Anna: III 77, 205, VI 184 |
Polman: VI 80, 83, VII 79, 315 |
Polman, Johan; luitenant-kolonel der infanterie in het Staatse leger: VI
266 |
Polnitz, zie Pöllnitz |
Polotti, zie Pollotti |
Polyander van Kerckhoven, Johannes, heer van Heenvliet (1594-1660);
opperhoutvester van Holland: I 94, II 25, 28, 31, 64, 83, IV 92, 158, 160,
168, 171, VI 322, IX 35 |
Pommeren, hertogin van, zie Brunswijk-Wolfenbüttel,
Sofia Hedwig van |
Pompei, Lelio graaf (Pompeo); majoor der cavalerie in het Staatse leger:
III 124, IV 183, V 33, 70, 77-79 |
Popma, Aesge van (Poppema); burgemeester van IJlst en volmacht namens
IJlst in de Staten van Friesland: III 49, 55, 61, IV 62, V 53, 55, 58, 70,
126, 310, VI 38-40, 42, VII 28, 41, 157 |
Popma, juffer († 1646): IV 25 |
Popma, Sybolt van († 1666); sergeant-majoor der infanterie in het Staatse
leger: II 52, III 49, 61, IV 195, V 53, VI 38, VII 79 |
Porte, Charles de la, hertog van Meilleraye (L'Amelleray, L'Ameillerai,
L'Ameilleray, L'Ameillerei, Lameillerai, Lameilleray) (1602-1664);
maarschalk in het Franse leger: II 29-34, 37-39, 44, 48, IV 126 |
Portières; gouverneur van Venlo: IV 183, 188 |
Portugal, zie Crato |
Portugal, zie ook Johan IV |
Portugal, prinses van, zie Hanau-Münzenberg, Johanna van |
Potier, Louis, markies van Gesvres (marquis de Chevre) (1610-1643); Frans
officier in het Staatse leger: I 80 |
Potier, Louis, graaf van Gesvres (Chevre) († 1670); kolonel in het Franse
leger: II 37 |
Potlits, vrau van, zie Brederode, Helena van |
Potlitz, zie Gans van Potlitz |
Potter, Michael († 1648); luitenant-kolonel der infanterie in het Staatse
leger: I 97, III 49, 51, 70, 121, 126, 138, 158, IV 35, 239, 246, 247, V
111, 120, 125, 260, 266, 282, 332, VI 9, 16-18, 21, 31 |
Potter, Sjoerd Sjoerds († 1673); lid van de vroedschap van Dokkum en
volmacht namens Dokkum in de Staten van Friesland: VI 40, VII 75 |
Prada y Muxica, Andréo de; Spaans gouverneur van Sas van Gent: I 80, II 66 |
Pressy-Prallin, zie Choiseul |
Princess-Royal, zie Stuart, Maria van |
Priscus, Elvidius: IV 270, V 348 |
Pruisen, Stenden van: V 145, VI 324 |
Püchler, Eustatius (Pichelaer, Picheler, Pichler); Duits kolonel der
infanterie in het Staatse leger: I 80, 83, II 29, 49, 50, 54, 55, 58, 62,
III 140, 149, 150, 153, 162, 163, IV 141, 195, 196, VI 161 |
Purmer(landt), heer van, zie Cock |
Py-moy, zie Haren, Sophie van |
Pybe; dienaar van Willem Frederik: V 161 |
Pydgion: II 29 |
Pye-moy, zie Haren, Sophie van |
Pygneranda, zie Bracamont y Gusman |
Pymoy, Py-moy, zie Haren, Sophie van |
Pynjeranda, zie Bracamont y Gusman |
|
Queva, Del; commissaris-generaal in het Spaanse leger: I 86 |
|
Raad van State: I 1, 3, 16, 43, 88, 92, 96, II 42, 71, 72, 97, III 32, 53,
71, 181, 187, IV 49, 50, 54-57, 72, 85, 87, 93, 201, 210, 211, 229, V 60,
61, 82, 132, 140, 141, 147, 167, 208, 296, VI 21, 31, 56, 58, 64, 65, 71,
74, 75, 128-131, 135, 137, 141, 142, 144, 146, 150, 229, 231, 232, 234-236,
242-246, 248, 250, 253-257, 260, 261, 263-266, 268, 271, 286, 287, 289-297,
302, 304, 306, 308, 310, 314, 319, 320, VII 41, 43, 49, 72, 74, 232, 235,
255-257, 260, 290-293, 295-301, 306, 313, 322, 324, IX 36 |
| |
| |
Rabodus Pieters (Rabodus Piter): VI 85 |
Radziwill, Boguslaw prins, hertog van Bierze en Dubinsky (Radgevil,
Radzeviel, Radzevyl, Radzewiel, Raggevyl, Ragzevil): I 87, III 123, IV 150,
169, VI 182, 323, VII 81 |
Raephorst: V 161 |
Raesfelt, Reiner van, heer van Middachten (Raedtsfelt, Raetsvelt,
Raetzfelt) († 1650); gedeputeerde van Overijssel ter Staten-Generaal: IV
204, V 80, 83, 124, 139, 145, 149, 153, 168, 252, VI 129, 246, 253, 258,
261, 284, 300, 306, 307, 313-315, VII 24, 301-303, 323 |
Raffaello Sanzio (Raphael) (1483-1520); Italiaans schilder, tekenaar en
architekt: I 115 |
Raggevyl, zie Radziwill |
Ragotsky, zie Rákóczy |
Ragzevil, zie Radziwill |
Raimonde, zie Mazarin |
Rákóczy, György I, vorst van Transylvanië [1630-1648] (Ragotsky)
(1593-1648): III 138, VI 299, 311 |
Rákóczy, György II, vorst van Transylvanië [1648-1660] (Ragotsky)
(1621-1660): VI 299 |
Ram, François de, heer van Hagedoorn (Hagedoren); kapitein der infanterie
in het Staatse leger, commandant van Steenbergen: III 205 |
Ramacq, Jan (Ramae, Ramack); kornet in het Staatse leger: III 124, 159 |
Rambure, zie Arambure |
Randwijck, Rutger van (Randewijck, Randwijck) († 1646); majoor der
cavalerie in het Staatse leger: III 107, IV 135, 183, V 35, 50 |
Rantzau, Josias graaf van (Rantzou) (1609-1650); maarschalk in het Franse
leger: II 34, 37, III 95, 110, 141, 142, 144, IV 126, 127 |
Raphael, zie Sanzio |
Ravenhiller; officier in het Franse leger: IV 131 |
Ravens, Jan Sickes (Ravenss) (± 1567-1647); compagnieschrijver, lid van de
vroedschap van Leeuwarden: IV 263, V 25, 32, 307 |
Rechignevoisin, Charles de, heer van les Loges (Deloge, Deloges, Desloge,
Desloges, Horeloge, Horologe); Frans kolonel der infanterie in het Staatse
leger: I 62, 76, II 75, 87, 89, III 71, 72, 79, 84, 109, 137, 155, 156, 167,
178, 188, IV 86, 89, 90, 92, 93, 117, 119, 143, 149, 155, 158, 167, 168,
189, 190, 202, 214, 236, V 137, 148, 163, 170, 188, 196, VI 127, 129, 159,
160, 211, 229 |
Reede, Gerard baron van, heer van Renswoude en Bornewal (Rindswoud,
Rinschwau, Rinsdwoud, Rinswaud, Rinswaude, Rinswoud, Rinswoude, Rintswoud,
Rintswoude, Rintzwoud) (1617-1666); lid van de ridderschap van Utrecht, lid
van de Raad van State: I 94, III 73, 186, IV 65, 81, 82, 107, 112, 126, 145,
161, 193, 194, 224, V 81, 151, 157, 167, 179, VI 147, 238, 244, 246, 251,
254, 300, 305, 315, 322, VII 200, 207 |
Reede, Godard van, heer van Nederhorst (1588-1648); lid van de ridderschap
van Utrecht, gedeputeerde van Utrecht ter Staten-Generaal, gevolmachtigde
van de Republiek te Munster, stadhouder der Utrechtse lenen: III 185, V 69,
81, 83, 179, VI 59, 60, 65, 147, VII 209, 211 |
Reede, Godard Adriaan van, heer van Amerongen (1621-1691); lid van de
ridderschap van Utrecht: VI 190, 272, VII 203 |
Reen, zie Rheen |
Regenspurch, Christiaen; afgevaardigde van Oost-Friesland naar het
Rijkskamergerecht: II 96, III 52, 54, 55 |
Regniers, Emmerentiana de († 1627); moeder van François van Aerssen: VI
306 |
Reichman: V 111 |
Reijnsma, Schelte Gabbes; mederechter en volmacht namens Wonseradeel in de
Staten van Friesland: VII 45 |
Remond, Lancre de (Remon); kapitein der infanterie in het Staatse leger:
III 101, IV 115, 116, 125, 126 |
Renesse, Lodewijk Gerard van (Reness) (1599-1671); rector magnificus en
hoogleraar in de theologie van de Illustre School te Breda: IV 114, 158, 159 |
Renesse, Maximiliaan van (Renes): VI 272 |
Renesse van der Aa, Agnes van (1610-1661); echtgenote van Jacob van
Wassenaer van Obdam: V 80, 137, 162, 168, IX 36 |
Rengers, Anna Margaretha (frau van Fermersum, Fermesum, Ripperda van
Farmsum); echtgenote van Heco Maurits van Ripperda: VI 342, VII 26, 27 |
Rengers, Osebrand Johan, heer van Slochteren (1620-1679); leider van de
partij der Ommelander jonkers: IX 86-88 |
Retz, hertog van, zie Pierre de Gondi |
Reul, zie Ruyl |
Reus, Johan de (Reuz) († 1685); lid van de vroedschap en burgemeester van
Rotterdam, lid van de Gecommitteerde Raden van Holland: III 76 |
Rheen, Albertus Hessels (Reen) (± 1610-± 1675); predikant te Wijnaldum en
IJlst: III 47-49, 55, 59, 61 |
Rheen, Joannes (Reen); secretaris van Oostdongeradeel en volmacht namens
Oostdongeradeel in de Staten van Friesland: V 64, 65, 239, 300, VI 47, 127 |
Rhiengraef, Rhiengraf, zie Salm-Neufville |
Richelieu(s), zie Plessis |
Riengra(e)f, zie Salm-Neufville |
Rietheraedt, zie Ritheraedt |
| |
| |
Rifeler, zie Ruffelaer |
Rijngraef, Rijngraf(f), zie Salm-Neufville |
Rijngravin, Rijngrevin, zie Tourneboeuf |
Rindswoud, zie Reede, Gerard van |
Rinia, Hayo van; grietman van Kollumerland: VII 176 |
Rinschwau, Rinsdwoud, Rinswaud(e), Rinswoud(e), Rintswoud(e), Rintzwoud,
zie Reede, Gerard van |
Rio, Del; kapitein in het Spaanse leger: III 178 |
Ripperda, Willem, heer van Hengelo (± 1600-1669); ritmeester in het
Staatse leger, gedeputeerde van Overijssel ter Staten-Generaal,
gevolmachtigde van de Republiek te Munster: I 43, II 27, 96, III 82, V 83,
85, 138, 144, VI 59, 66, 245, 246, 286, 342, VII 226 |
Ripperda; Gronings regent: IX 87, 88 |
Ripperda van Farmsum, vrau, zie Rengers, Anna Margaretha |
Risoir, zie Noot, Lamoraal van der |
Risoir, vrau van, zie Stakenbroeck, Lucresse van |
Rispens, Suffridus van; lid van de gezworen gemeente van IJlst en volmacht
namens IJlst in de Staten van Friesland: I 6 |
Ritheraedt (Rietheraedt); notaris: II 98, 99 |
Rivet, André (Rivedt, Rivett) (1572-1651); hoogleraar in de theologie te
Leiden, gouverneur van Willem II: IV 158, 160 |
Rivière, juffrouw de: III 143 |
Rivière, vrau de: III 143, 144 |
Riviere, zie Barbier |
Robicourt: V 209 |
Robles, Caspar de, heer van Billy en Malepert (1527-1585); stadhouder van
Friesland, Groningen en Drenthe: V 207 |
Robrecht, prins, zie Wittelsbach, Ruprecht van |
Rockelore, zie Roquelaure |
Rocks, Pedro; kolonel in het Spaanse leger: III 97 |
Rode, Fritz; pikeur van Willem II: VI 84, 85, 151 |
Rodingenius, Johannes; arts, burgemeester van Dokkum: II 110 |
Rognelore, zie Roquelaure |
Rohan, Hercule de, hertog van Montbazon (Rohane) (1598-1654):
luitenant-generaal van Parijs: IV 127 |
Rohan, Marguerite de (± 1617-1684); echtgenote van Henri Chabot: III 75 |
Rohan, Marie de, hertogin van Chevreuse (madame de Schevreuse)
(1600-1679); echtgenote van 1) Charles markies d'Albert, hertog van Luynes;
2) Claude van Lotharingen, hertog van Chevreuse: V 218, VI 300 |
Romerantijn, graaf van; militair in het Staatse leger: III 99, 121, 137,
157 |
Rommert Sipkes; boer te Engelum: I 118 |
Rompt Jacobs, zie Burgh, Rompt Jacobs ten |
Ronnuet: IV 84 |
Roorda, Van: V 51, 319, VI 104, 113, 114 |
Roorda, Van; geslacht: IV 250 |
Roorda, Abraham van (Abram) (1570-1649); grietman van Idaarderadeel en
volmacht namens Idaarderadeel in de Staten van Friesland: I 54, 99, II 109,
III 16-18, 28, 30, 34, 37, 39, 40, 46, 50-53, 58, 63, 189, 190, 193, 195,
196, IV 7, 9, 11, 13, 24, 28, 30, 32, 36, 38, 39, 59, 61, 65, 200, 244, 248,
V 31, 32, 54, 55, 57, 62, 108, 112, 113, 119, 159, 231, 240, 251, 254,
257-262, 265, 273, 296-298, 300, 302, 303, VI 31, 39, 45, 46, 72, 76, 78,
82, 97, 247, VII 47, 72, 73, 176, 191, 342 |
Roorda, Binnert van (Bennerdt) († 1667): III 41 |
Roorda, Frederick van († 1665); grietman van Lemsterland en volmacht
namens Lemsterland in de Staten van Friesland: I 96, III 57, IV 27, 56, 57,
245, V 60, VI 73, 74, 343, VII 40, 236, 341 |
Roorda, Hessel van, zie Eisinga, Hessel Roorda van |
Roorda, Johan van (Jan) († 1657); volmacht namens Smallingerland in de
Staten van Friesland: I 11, III 62, IV 31, VI 103, VII 154 |
Roorda, Johan van (Jan) († 1672); luitenant, kapitein der infanterie in
het Staatse leger: VI 56, 83, 109, 330, 332, VII 28 |
Roorda, Karel van (1530-1601); Fries staatsman: IV 248 |
Roorda, Karel van (1609-1670); grietman van Idaarderadeel, lid van de
Gedeputeerde Staten van Friesland, gedeputeerde van Friesland ter
Staten-Generaal: II 95, 99, 100, 102, 106, 107, 109, 110, 112, III 11, 34,
46, 69, 70, 73, 77, 82, 86, 94, 108, 111, 123, 181, 182, 186, IV 11, 35, 55,
65, 70, 72, 82, 83, 209, 214, 217, 218, 227, V 32, 33, 54, 55, 79, 83, 85,
90, 108, 124, 131, 143-145, 149, 150, 157, 159, 262, 297, 308, 310, 316, VI
17, 31, 34, 35, 39, 78-80, 103, 118, 130, 132, 133, 209, 328, 333, VII 19,
22, 48, 56, 69-71, 76, 80, 97, 110, 128, 154, 176, 184, 191, 342, IX 82 |
Roorda, Oene van (Une, Unne) († 1670); kolonel in het Spaanse leger: V
109, VI 34, 53, 87, VII 99 |
Roorda, Ruurd van († 1652); secretaris van Idaarderadeel: III 189, 193,
196, IV 7, 11, 24, 33, 35, 38, 39, 41, 42, 59, 248 |
Roorda, Sijds van; volmacht namens Kollumerland in de Staten van
Friesland: IV 17, V 53, 54, VI 23 |
Roorda, Wopke van (Wopque); kapitein der infanterie in het Staatse leger:
I 3, 119, III 63 |
Roorde van Eissinga, zie Eisinga, Hessel Roorda van |
Ropertus(s), zie Sixti |
Roquelaure, Gaston Jean Baptiste markies van |
| |
| |
(Rockelore,
Rognelore) (1614-1683); officier der cavalerie in het Franse leger: IV 141,
149, 161, 162 |
Rosa, Peter (Rose) († 1673); president van de Raad van State in de
Zuidelijke Nederlanden: VII 288, 314 |
Rosée (Rosaeus), David Anquilla; hoogleraar in de vreemde talen te
Franeker: VII 50, 55 |
Rosel, zie Roussel |
Rosema, Jacob Jilderts († 1650); volmacht namens Kollumerland in de Staten
van Friesland: III 47, IV 201, V 171, 177, VI 65, VII 42, 106, 107 |
Rossel, zie Roussel |
Rossum, juffer: V 169, VI 207, VII 228 |
Rotgans, Jacob; commissaris der Westindische Compagnie: V 253, 254, 273 |
Roubijns, zie Robijns |
Rouland; burgemeester van Luik: V 211 |
Roupha, freule; verloofde van Dolman: III 70 |
Roussel, Hayo van († 1616); lid van het Hof van Friesland: VII 84 |
Roussel, Jel van (Rosel, Rossel, Rousel) († 1669): III 23, VI 53, 76, 80 |
Roux de la Roche des Aubiers, Augustine Le (madame De Servient);
echtgenote van Abel de Servien: I 99 |
Rouxel de Médavi, Jacques, graaf van Grancey (Grancay, Granzay)
(1603-1680); kolonel in het Franse leger: II 33, 37, 42, 66 |
Roy, Philippe le (Philip Leroy); diplomatiek agent van de Zuidelijke
Nederlanden in de Republiek: V 82, 88, 145, 148, 159, 163, 308, VI 134, VII
237, 238 |
Royen, Van: I 91, VI 0, 22, 192, VII 1, 202, 207 |
Royer († 1644); Nederlands kolonel in het Spaanse leger: II 61, 62, 66 |
Royer, Justinus; advocaat: VI 18 |
Rubrecht, prins, zie Wittelsbach, Ruprecht van |
Ruffelaer, Jacob (Rifeler, Ryfeler); kapitein in het Staatse leger: VI 115 |
Ruil, zie Ruyl |
Ruis(ch), zie Ruysch |
Rum(m)en, zie 1) Gent, Margaretha van; 2) Merode,
Magdalena van |
Rummetje(n), zie Gent, Margaretha van |
Rumph, Christian (Rump, Rumpf) (± 1582-1645); lijfarts van Frederik
Hendrik: II 44, 93, 105, III 71, 97 |
Rumph, Petrus Augustinus (1619-1680): V 196 |
Runia, Jacob van (1609-1665); ontvanger-generaal der consumptiën in
Friesland, volmacht namens Schoterland in de Staten van Friesland: I 96, II
111, III 10, IV 237-242, 245, 246, V 34, 37, 47, 52, 109, 111, 264, VII 20 |
Ruyl, Albert (Reul, Ruil); pensionaris van Haarlem: VI 122, 133, 146, 319,
VII 254, 312, 315, 341 |
Ruysch, Coenraad Nicolaesz (Ruis, Ruisch, Ruys) (1583-1656); lid van de
vroedschap van Dordrecht, lid van de Gecommitteerde Raden van Holland: III
76, IV 117, 197, V 90, 142, 166, 168, 171, 172, 180, VI 133, 134, 139, 164,
254, 256, 263, 264, 267, 273, 303, 316, 319, VII 193, 232, 254, 258, 293,
294, 297, 312, IX 34 |
Ruysch, Frederik (Ruis van Uytert) († 1677); lid van de vroedschap en
burgemeester van Utrecht, gedeputeerde van Utrecht ter Staten-Generaal: VII
130 |
Ruysch, juffer: VI 228 |
Ruysch, Nicolaas (jonge Ruis, Ruisch, Ruys) (1607-1670); pensionaris van
Dordrecht, griffier van de Staten-Generaal: VI 238, 272, 287, 291, 292, VII
131, 148, 149, 151, 153, 155-157, 293, 341 |
Ryfeler, zie Ruffelaer |
Rysoir, zie Noot, Lamoraal van der |
|
Saeckma; geslacht: V 265, 131 |
Saeckma (Sackama, Sackema, Saeckama, Sakama): IV 91, 237, V 69, 95, 108,
265, 276, VI 32, VII 161, 173, 181, 189, 344, 354, IX 16 |
Saeckma, Sjoert (Suffridus) (1607-1655); grietman van Dantumadeel en
volmacht namens Dantumadeel in de Staten van Friesland: I 5, 7, 8, 11, III
30, 194, IV 8, 26, 27, 31, 56, 237, 241, V 28, 57, 273, 284, 296, VI 31, 39,
43, 44, 47, 51, 53, 58, 72, 330, VII 17, 18, 47, 48, 49, 62, 63, 76, 130,
152, 155, 175, 183, 184, 337, 342 |
Saeckma, Theodorus (1610-1666); broer van Sjoert Saeckma, lid van het Hof
van Friesland: I 11, III 50, 53, IV 238, V 36, 37, 56, 62, 107, 109, 273,
275, 298, 303, 306, 320, VI 17, 20, 38, 42, 48, 51, 100, 112, VII 123, 124,
177, 184, IX 21-23, 27, 29, 36 |
Saeke Saekes; Bolswarder regent: VII 352 |
Sageman: VI 18 |
Sainct-André, Daniel de; generaal der artillerie in het Staatse leger: II
101 |
Sainct-Martyn, zie Malet |
Saint-Ebar, zie Saint-Ibar |
Saint-George, Joachim de, heer van Verneuil (Verneuil, Verneul, Vernuil);
kolonel der cavalerie in het Staatse leger: II 53, 54, 73, III 167, 176, IV
109, 118, 135, 139, 183 |
Saint-Ibar (Sainct-Ibar, Saint-Ebar, Saint-Iber, Saint-Tibar); Frans
voluntair in het Staatse leger: I 56, 95, 96, III 81, 124, 180, IV 167, 170,
219, V 147, 155, 157, 174, 177, 213, 214, 216, VI 221, 230, VII 148 |
Saint-Martyn, zie Malet |
Saint-Ravy; jager: VI 275, 281 |
| |
| |
Saint-Tibar, zie Saint-Ibar |
Sakama, zie Saeckma |
Saksen, hertog van (Saxen): II 68 |
Saksen, Anna hertogin van (1544-1577); echtgenote van Willem van Oranje:
VI 263 |
Saksen-Lauenburg, Frans Karl hertog van (1594-1660) (Caerel, Frans Carel):
V 230, 231, 235 |
Saksen, Johann Georg I keurvorst van (1585-1656): I 84 |
Saksen, Johann Georg II keurvorst van (1613-1680): I 84 |
Saksen-Lüneburg, hertogin van: III 187 |
Saksen-Weimar, Bernard hertog van (hertoch Beernt van Weymer): V 193 |
Saksen-Weimar, Wilhelm hertog van (1598-1662): VI 249 |
Salm, graaf van; officier in het Spaanse leger: I 86 |
Salm, Leopold Philip Karl vorst van († 1663): V 213 |
Salm-Neufville, Friedrich Magnus wild-en rijngraaf van (Riengraf,
Riengraef, Rhiengraf, Rhiengraef, Rijngraef, Rijngraf, Rijngraff)
(1607-1673); wachtmeester-generaal der cavalerie in het Staatse leger,
gouverneur van Sluis en Maastricht: I 59, 69, 71, 75, 79, 85, II 28, 29, 35,
41, 43, 48, 51, 67, 68, 71, 72, 75, 86, 89, 94, 100, III 69, 70, 82, 84, 99,
115, 122, 138, 142-144, 162, 185, IV 71, 84, 87, 90, 91, 108, 120, 123, 149,
200, 212, 229, 236, V 80, 144, 150, 155, 164, 167, 190, 191, 193, 194, VI
127, 128, 135, 138, 183, 243, 252, 253, 266, 336, IX 35, X 248 |
Salomon: VI 320 |
Samstra, zie Sanstra |
Sande, Van der: VII 183 |
Sanders, Carell; inwoner van de stad Utrecht: I 15 |
Sanders, Claes (Klaes laqauy); lakei: II 31, 48, III 52, IV 83 |
Sanstra, Jan Ruurds (Samstra, Zamstra) († 1667); burgemeester van
Harlingen en volmacht namens Harlingen in de Staten van Friesland: V 263,
VII 44, 58, 86 |
Santen, Gerhardt van; gedeputeerde van Overijssel ter Staten-Generaal,
gedeputeerde te velde: III 186, IV 107, 112, 115 |
Santen, Johan van; sergeant-majoor der infanterie in het Staatse leger:
III 164, 167, 175 |
Sara; hofbediende: IV 93, 107, VI 226 |
Sas: V 156 |
Saure, madame de: VI 255 |
Saveri; kolonel der cavalerie in het Spaanse leger: III 161 |
Savoye (Zavoy); geslacht: VI 313 |
Savoye, hertog van: V 84, 181 |
Savoye, Charles Amedee van, hertog van Nemours (1624-1652): IV 127 |
Savoye, Thomas prins van, hertog van Carignan (prins Tomass) (1596-1656):
V 181 |
Sayn-Wittgenstein, Johann VIII graaf van (Wittjenstein) (1601-1657); lid
van de Geheime Raad van Brandenburg, gevolmachtigde van Brandenburg te
Munster: IV 145, VI 163 |
Schaach; kapitein in het Staatse leger: VI 297 |
Schabott, zie Chabot |
Schaep, Gerard Simonsz, heer van Kortenhoef (Schap) (1598-1666); lid van
de vroedschap en burgemeester van Amsterdam, lid van de Raad van State: I
51, 91, 92, II 29, 39, 42, 89, IV 67, 68, 69, 214, V 90, 146, 165, VI 79,
80, 316, 324, VII 22, 291, 296, 306, IX 35 |
Schaffer, Gosen (Schaffert) (1601-1637); gedeputeerde van Groningen ter
Staten-Generaal: II 102, VII 255, 315 |
Schalbroeck, Hendrick; kornet, luitenant der cavalerie in het Staatse
leger: V 59 |
Schama(e)r, zie Chamae |
Schap, zie Schaep |
Scharlotte, zie Hanau-Münzenberg, Charlotte Luise van |
Schaune, marechal De, zie Albert, Honoré d' |
Schaveli; kolonel der infanterie in het Spaanse leger: III 161 |
Schavigus: VI 222 |
Scheltema: I 53, VI 23 |
Scheltema, Feye van (jonge Scheltema) († 1666): VI 51 |
Scheltinga, Cunira van (1630-1657); dochter van Livius van Scheltinga,
echtgenote van Willem van Viersen: V 61, 62 |
Scheltinga, Daniël de Blocq van (1621-1702); ontvanger-generaal der
consumptiën, lid van de Gedeputeerde Staten van Friesland en grietman van
Schoterland: III 62, 63, 126, 135, 137, IV 33, 34, 38, 55, 58, V 61, 76,
109, 111, 119, 124, 127, 137, 167, 168, 178, 238, 239, 251, 252, 256-258,
263, 264, 282, 295, 298, 299, 301, 305, 311, VI 18, 34, 36, 37, 48, 54, 55,
337, VII 56, 159, 174 |
Scheltinga, Johannes van (± 1590-1654); lid van het Hof van Friesland: I
12, III 50, 55, IV 12, 238, V 56, 274, 285, 286, 298, 303, 307, 315, 319, VI
20, 34, 37, 41, 47, 73, 75, 93, VII 122-125, 184, 185, 186, IX 14 |
Scheltinga, Livius van (± 1589-1650); landssecretaris van Friesland,
curator van de Academie te Franeker: I 7, 11, 53, 55, II 111, 112, III 9,
10, 35, 45, 49, 54, 57, 64, 137, 191, IV 11, 40, 41, 43, 50, 239, 250, 252,
253, V 37, 61, 62, 65, 67, 78, 95, 108, 109, 111, 167, 252, 255, 256, 259,
264, 275, 282, 295, 305, 308, 313, 319, VI 13, 26, 55, 62, 64, 74, 78, 84,
98, 103, 337, 339, 340, VII 51, 59, 61, 152, 155, 158, 174, 185, 352, 353,
359, X 4 |
| |
| |
Scheltinga, Mattheus van (1625-na 1655); luitenant in het Staatse leger:
VII 184, 186 |
Scheltinga, Van (jonge Scheltinga): VII 47 |
Scheltinga, Van; geslacht: V 297, VI 22 |
Scheltinga, Van; zoon van Johannes van Scheltinga: V 298, 315, 319 |
Schenbeeck; kolonel in het Staatse leger: VI 181 |
Schenck; stadhouder van Brunswijk: V 192, 195, 196 |
Scherpenzeel, Anna Margaretha van († 1662); echtgenote van Arent van
Wassenaar, heer van Duvenvoirde: VI 128 |
Scheunberg, zie Schönberg |
Scheuningen, vorstin van: VI 189 |
Schevreuse, madame de, zie Rohan, Marie de |
Schier, Pieter: VI 103 |
Schilsma, Douwe Hendrickx (Dauwe Hendrickx, Heindrickx); burgemeester van
Stavoren: II 110, 111, III 9, VII 41, 55 |
Schönberg, Friedrich Hermann baron van (Scheunberch, Schoenenberch,
Schoenenburch, Schonberch, Schonberg, Schoneburch, Schoonberch,
Schoonenberch, Schoonburch, Schoonburg, Schoonenburch) (1615-1690); Duits
ritmeester in het Staatse leger: I 83, II 94, III 93, 94, 139, 156, IV 151,
V 146, 212, 235, 310, VI 136, 167, 168, 175, 184, 252, 264, 272, 273, 276,
281, 313, 327, VII 103, 232, 242, 299, IX 36 |
Schönberg, vrau: V 186, VI 130, 293 |
Schoenenberch, Schoenenburch, zie Schönberg |
Schollenburch (Schollemburch): V 313 |
Schomberg, Charles de, hertog van Halluin (Schonberg) (1601-1656);
maarschalk in het Franse leger: IV 126 |
Schop: V 233, 279 |
Schrassert, Otto (1602-1650); lid van de magistraat van Harderwijk,
gedeputeerde van Gelderland ter Staten-Generaal: VI 255, 256 |
Schryckx: VI 44 |
Schuiringa, Lambertus (1629-1651); predikant te Tjerkgaast, Jelsum en
Bolsward: VII 150, 158, 162, 173 |
Schuurman, Abraham van (Schuirmans, Schuurmans) (1595-na 1650);
gedeputeerde van Friesland ter Staten-Generaal: IV 240, V 67, 164, VII 128,
178, IX 15 |
Schwartzenberg en Hohenlansberg, Thoe: III 56, IV 23, V 65, 92, 316, VI
45, 91, 111, VII 25, 78, 147, 359 |
Schwartzenberg en Hohenlansberg, Thoe (Swartzemburch, Swartzenburch);
geslacht: III 18, V 100, 296, VI 19 |
Schwartzenberg en Hohenlansberg, weduwe en vrau, zie
Holdinga, Doed van |
Schwartzenberg en Hohenlansberg, Frederick baron thoe (1580-1640); lid van
de Raad van State: II 102 |
Schwartzenberg en Hohenlansberg, Georg Frederick baron thoe (1607-1679);
kolonel der infanterie in het Staatse leger: II 79, III 37, 39, 41, 59, 70,
77, 146, 147, IV 14, 15, 31, 32, 34, 56, 250, V 120, 265, VI 12, 20, 21, 37,
38, 41-43, 82, 104, 109, 117, 198, 336, VII 28, 52, 100 |
Schwartzenberg en Hohenlansberg, Johan Onuphrius baron thoe (1600-1653);
grietman van Oostdongeradeel en volmacht namens Oostdongeradeel in de Staten
van Friesland: IV 33, V 54, 57, 61, 62, 75, 120, 296-298, 300, VI 17, 333,
VII 47, 76, 80, 337, IX 82 |
Schwartzenberg en Hohenlansberg, juffer thoe: IX 30 |
Schwartzenberg en Hohenlansberg, Maria barones thoe: V 296 |
Schwartzenberg en Hohenlansberg, vrau thoe: VII 106 |
Schwartzenberg en Hohenlansberg, Wilco Holdinga baron thoe (1598-1668);
majoor der cavalerie in het Staatse leger: III 190, V 33, 80, 84, 98, 264,
VI 119 |
Schwartzenberg, graaf van (Swartzemburch): V 209, VI 185, 194 |
Schwerin, Otto van (Sweryn) (1616-1679); staatsman van Brandenburg: IV
248, VI 169, 170 |
Sebe(s), zie Sibes |
Seer (Seir): II 48, III 82, 136, 185, V 70 |
Seercul, zie Stakenbroeck, Lucresse van |
Seir, zie Seer |
Seller, zie Siller |
Sems; agent: I 77 |
Senacherib, zie Sin-achche-eriba |
Seneca, Lucius Annaeus (Seneca) (± 4 v. Chr.-65); Romeins filosoof en
literator: V 283, VII 124 |
Septimus Severus, Lucius (146-211); Romeins keizer: IV 173 |
Servien, Abel de, markies van Sablé (Servient) (1593-1659); gevolmachtigde
van Frankrijk te Munster: I 95, 96, IV 252, V 33, 52, 80-85, 88, 98, 115,
125, 126, 139, 141, 143-145, 149, 150, 154, 155, 161, 163-165, 170, 173,
175-181, 185, 234, VI 60, 65-77, 160, 297, VII 210 |
Servient, madame de, zie Roux |
Sevenaer, A. (Sevenar, Zevenaer, Zevenar); hofdame van Amalia van Solms: I
88, II 87, IV 107, 212, 216, 227, V 193, 208, 211, 213, 229, 311, VI 75, 85,
163, 267, 309, 310 |
Severus, zie Septimus Severus |
Sfondrato, Valeriano markies; Italiaans commissaris-generaal in het
Spaanse leger, ambassadeur bij de keizer: I 86, II 55 |
Sibe Sibes (Sibbe Sebe, Sibbes, Sibe) († ± 1651); |
| |
| |
lakenkoper,
burgemeester van Leeuwarden en volmacht namens Leeuwarden in de Staten van
Friesland: III 13, 29, 41, 43, 55, IV 17, 60, 244, 253, V 32, 69, 70, 307,
312, 315, 316, 319, 320, 331, VI 76 |
Sibil(l), Sibille(ke), juffer, zie Carel |
Sibillike: VI 28 |
Sible: VI 115 |
Siccama, Epe Piers; volmacht namens Bolsward in de Staten van Friesland:
IV 24 |
Siccama, Lucia; echtgenote van Saco Fockens: VI 54 |
Sickinghe (Sickinga); Gronings regent: IX 86 |
Sickinghe, Feyo (Sickinga) (1610-1666); Gronings regent: V 119 |
Sicksma, zie Sixma |
Sidnistky, zie Perponcher, Ferdinand |
Siel, zie Zijl |
Sierd Claesen (de backer, mijn backer, Sier, Zier, Zijr, Zir, Klaesen,
Klaesem, Klaessen) (± 1590-1664); baker en bouwmeester te Leeuwarden: IV 24,
252, 253, 263, V 25, 32, 300, 302, VI 342, VII 13 |
Siersma, Gijsbert Sierks (Cierckxma, Sijrcksma, Ziercksma, Ziersma,
Zijrsma) (1608-1681); lid van de vroedschap van Bolsward en volmacht namens
Bolsward en Hennarderadeel in de Staten van Friesland: II 111, III 9, 18,
28, 30, V 54, 57-59, 253, 309, VI 103, 338, VII 21, 23, 87, IX 16 |
Siet(s)ma, zie Sixma |
Sijrcksma, zie Siersma |
Sijtje Gattjes; burgemeester van IJlst: III 45 |
Sijtzama, Van (Sijtsma): VII 28, 29 |
Sijtzama, Christoffel van (Sijtsma) (1624-1665); kapitein der infanterie
in het Staatse leger: III 40, 49, VI 103, 110, VII 102 |
Sijtzama, Douwe van (Dauwe) (Sijtsma) (1620-1672): IV 54, 59, 61, 65, VI
48, 85, 91, 94, 98-101, 103, 104, 109-120, VII 102 |
Siller (Seller); Duits officier in het Franse leger: II 37, IV 130 |
Sime(n)s, zie Simons |
Simonides, Simon (Simonidess) († 1654); burgemeester van Leeuwarden: V
286, 295, 297, 303, 304, 306, 315-317, 319-321, VI 19, 333, 334, 337, 342,
344, 345, VII 13, 16, 18, 19, 72, IX 27, 33 |
Sin-achche-eriba (Senacherib): V 123 |
Siprianus, zie Bruinsma, Cyprianus |
Siryckx: III 20 |
Sixma, Van (Sicksma, Sietma, Sietsma, Sycksma, Syksma): VII 153 |
Sixma, Douwe van († 1684); grietman van Franekeradeel, volmacht namens
Doniawerstal en Wonseradeel in de Staten van Friesland: III 34, 36, 57, IV
51, 67, 69, VI 25, 27, 28, 41, 60, 81, 341, VII 15, 20, 106 |
Sixma, Tjallingh van († 1671); kapitein der infanterie in het Staatse
leger: III 34, 36, 57, 193, 195, 196, IV 7, 10, V 34, 93-95, 104, 109, 168,
174, 178, 238, 240, 251, 252, 256, 258, 263, 273, 278, 282, 285, 286, 299,
305, VI 13, 17, 18, 26, 31, 34, 36, 37, 42, 75, 334, VII 153, 184 |
Sixti, Rippertus (Ropertus, Ropertuss) (1583-1651); predikant te
Leeuwarden: III 31, 41, 57, IV 249, V 33, 54, 62, 255, 264, 274, 298, VI
103, VII 62, IX 13 |
Sjoerd Daams; volmacht namens Het Bildt in de Staten van Friesland: V 49,
63, 254 |
Slavata, Albrecht Hendrik baron van (Slabata, Slapata) († 1661); Boheems
majoor der cavalerie in het Staatse leger: III 125, IV 143, 197, VI 193 |
Slavata, vrau, zie Brederode, Amalia Margaretha van |
Slijp, Adriaan (Sliep, Slijpe) (1587-1666); luitenant-kolonel der
infanterie in het Staatse leger: III 59, 135, 164, 166, 167, IV 32, 34, 40,
52, V 256, VI 117, 118, VII 187 |
Sluysken, Johan; griffier van het Hof van Gelderland: V 152 |
Sminia, Hessel van (± 1588-1670); volmacht namens Utingeradeel in de
Staten van Friesland, gedeputeerde van Friesland ter Staten-Generaal: II 95,
96, 111, III 10, 69, 70, 108, 188, IV 14, V 29, 60, 137, 177, 180, 238, 253,
255, VI 76, 80, VII 67, 77 |
Snabel, Johan Jacob (Snabell); kapitein der infanterie in het Staatse
leger: III 55, 196, IV 11, V 304, VI 15, 57, 117, 118 |
Snappens: VII 102 |
Socrates (Sokrates) (469-399 v.C.); Grieks wijsgeer: V 122 |
Sohnius, Johan Wilhelm (Sonyus); secretaris van de stadhouder van
Friesland, president van het Krijgsgerecht van Stad en Lande: III 37, 123,
194, IV 8, V 29, 30, 187, VI 276, VII 127, IX 86 |
Soisons, zie Bourbon, Louis van |
Solcama, Samme (Solckema): IV 55, 56, V 63, 104 |
Solcama, Ausonius van; secretaris van Wonseradeel: VII 84 |
Solms, gravin van, zie Falkenstein |
Solms-Braunfels, Amalia gravin van (Haer Hoocheit, Mefrau, Mevrau, het
opperhuys, de Princess, de superbe, Haere Hoocheiden) (1602-1675);
echtgenote van Frederik Hendrik: passim |
Solms-Braunfels, Amalie gravin van; echtgenote van Karl von Lottum: III
85, IV 150 |
Solms-Braunfels, Heinrich Trajectinus graaf van (1637-1693); Duits kolonel
der infanterie in het Staatse leger: II 25, IV 108, 112, VI 243, 252, 253 |
| |
| |
Solms-Braunfels, Johann Albrecht II graaf van (Cabauterte, Cabauterti)
(1599-1648); Duits generaal in het Staatse leger, gouverneur van Maastricht:
I 67, 75, 78, 80, 83, 87, II 25, 27, 29, 30, 42, 51, 76, 83-85, III 70, 81,
86, 87, 93, 96, 99, 107, 109-111, 113-116, 123, 137, 139, 159, 161, 179, IV
82, 108, 109, 112, 113, 118-120, 123, 124, 236, V 79, 80, 82, 91, 124, 130,
131, 141, 143, 144, 186-189, 193, 209, 211-214, 218, VI 239, 242, 243, 249,
253 |
Solms-Braunfels, Konrad Ludwig graaf van (1595-1635): VI 249 |
Solms-Braunfels, Louise Christina gravin van (1606-1669); echtgenote van
Johan Wolfert van Brederode: I 96, II 27, 42, 55, 56, 63, 68, 77, 78, 85,
97, III 69, 113, 122, 153, 155, 161, 163, 164, 181, 185, 186, IV 69, 85, 89,
90, 109-111, 120, 143, 145, 148-150, 157, 161-163, 166, 169, V 84, 92, 131,
142, 145, 150, 161, 164, 165, 167, 173, 185, 186, 188, 191, 193, 194, 196,
207, 208, 210-212, 214, 216-218, 229, 230, 237, 278, VI 80, 109, 122, 127,
159, 167, 168, 189, 193, 194, 197, 201, 202, 204, 205, 209, 210, 232, 235,
236, 242, 294, 301, 303, 324, VII 203, 204, 227, 292, 344, IX 36 |
Solms-Braunfels, Ursula gravin van (vrau Dona, Donau, suster, swester
Ursel) (1594-1657); weduwe van Christoph van Dohna: I 94, 96, II 42, 87, 95,
100, 101, III 72, 81, 185-187, IV 69, 84, 107, 124, 125, 145, 229, V 80, 92,
142, 176, 186, 196, 214, 217, 230, 232, 236, 237, VI 127, 157, 159, 163,
179, 180, 184, 193, 206, 209, 210, 216, 221, 225, 239, 242, 257, 264, 292,
324, 325, VII 27, 202, 204, 205, 260 |
Solms-Hungen, Moritz graaf van (1622-1678); wachtmeester-generaal in het
keizerlijke leger: II 42 |
Somerdijck, zie Aerssen |
Somerdijck, vrau, zie Walta, Lucia van |
Someren, Teunis van (Teuness van Someren): VII 158 |
Somersdijck, zie Aerssen |
Somersdijck, vrau, zie Walta, Lucia van |
Sonck, Albert (1571-1658); lid van de vroedschap en burgemeester van
Hoorn, gezant van de Republiek in Zweden en Denemarken: II 29 |
Sonne, Cornelis Dingman van der; sergeant-majoor in het Staatse leger: IV
144 |
Sonnevelt, Josua van († 1648); consul van de Republiek te Venetië: I 92 |
Sonyus, zie Sohnius |
Sophetat: VI 300 |
Sophi(e), zie Brederode |
Sophijcke, Sophike, zie Haren, Sophie van |
Sousa Coutinho, Francisco de (1597/1598-1660); ambassadeur van Portugal in
de Republiek: III 71, 181, 185, 187, IV 84, 213, V 254 |
Soutelande, Catharina van (Grandperyn, Granperyn, Grooteperyn, Grootperyn,
Groperyn, Groteperyn, Grotperyn) († 1660); echtgenote van J. van
Gramberringen: II 96, III 71, 179, IV 86-89, 92, 107, 118, 121, 124, 125,
158, 159, 163, 164, 171, 200, 202, 203, 210, 211, 213, 215, 216, 218, 229,
233, V 81, 86, 139, 140, 149, 163, 186, 190, 194, 209-211, 213, 218, 229,
231-234, 238, 311, VI 128, 199, 200, 203, 204, 207, 209, 212, 251, 266, 267,
309, 310, VII 200, 202-205, 228, 230, 233 |
Spaen, Jacob van; ritmeester der cavalerie in het Staatse leger: IV 50, V
52, 53, 55, 59-61, 67, 76, VI 160, 162, 169, 176, 181, 183, 184, 186-188,
266 |
Spanheim, Fridericus (1600-1649); hoogleraar in de theologie te Leiden,
Waals predikant: V 177, 178, 185, 191, 215, 216, 230, VI 250, 315, 328, VII
127 |
Spanje, zie Filips II; Filips III; Filips IV |
Spey: VI 169 |
Spie: VI 15 |
Spiering Silfvercrona, Johanna († na 1698); echtgenote van Charles
d'Alonne: VII 232 |
Spiering Silfvercrona, Pieter (Spiring) (± 1600-1652); resident van Zweden
in de Republiek: II 25, III 69, 79, IV 90, V 86, 90, VII 232 |
Spiering Silfvercrona, Maria; echtgenote van Gustav de Dannoy: III 79 |
Spiess van Vrechen en Bodendorff, Anna Margaretha (± 1600-1659); weduwe
van Herman Otto van Limburg-Stirum: V 154 |
Spijck, zie Aerssen |
Spinola, Ambrogio, markies van los Balbases (1569-1630); Genuees generaal
in het Spaanse leger: II 30, 44, III 124, 145, 179, VI 231, 256, 263, VII
303 |
Spiring, zie Spiering |
Spiritonov, Matwej Nikiforovitsj; ambassadeur van Rusland in de Republiek:
IV 218 |
Spranger, Bartholomeus (1546-1611); Vlaams schilder en graveur: I 115 |
Sprong, Ulpianus (Spronck); volmacht namens Baarderadeel in de Staten van
Friesland: V 256, 283, 295, 296, VI 35, 55, 81, VII 339 |
Stad en Lande, Gedeputeerde Staten van: I 1, IX 85-88 |
Stad en Lande, Rekenkamer van: IX 86 |
Stad en Lande, Staten van: VI 80, 137, IX 11, 17, 30, X 4, 236, XI 129,
XII 13 |
Staeckembrouck, Staeckenbro(e)ck, Staeckenbrouck, Staekenbro(e)ck,
Staekenbroek, zie Stakenbroeck |
Staekenbroeck, vrau: III 23, 64, V 56, 58; zie ook
|
| |
| |
Broucke |
Staermond, zie Stermont |
Stakenbroeck, Lucresse van (vrau van Risoir, Seercul); echtgenote van
Lamoraal van der Noot: I 75, II 73, III 181, 182, IV 213, V 153 |
Stakenbroeck, Thomas van (Staeckembrouck, Staeckenbroeck, Staeckenbrock,
Staekenbroeck, Staekenbrock, Staekenbroek, Staeckenbrouck) (1561-1644);
luitenant-generaal der cavalerie in het Staatse leger, gouverneur van Grave:
I 59, 69, 75, 76, 78, 85, II 29, 41, 44, 52, 56, 67, 68, 70-73, 83, 84, V
155 |
Stakenbroeck, Van; zoon van Thomas van Stakenbroeck: V 155 |
Staten-Generaal: I 16, 43, 71, 79, 88, 91-93, 95, II 27, 29, 32, 71, 73,
74, 85, 86, 88, 90, 96, 98, III 71, 73, 76, 77, 79, 96, 99, 108, 110, 122,
138, 189, 191, IV 40, 50, 58, 68, 70, 81, 87, 94, 116, 119, 120, 125, 133,
142, 144, 148, 157, 158, 163, 164, 166-168, 171, 181, 188, 191, 193, 194,
197, 201, 212-215, 218-224, 226, 227, 233, 235, 236, 244, 248, 249, V 29-32,
37, 50, 52, 55, 58, 60, 62, 63, 65, 76, 77, 82, 83, 88, 91, 125, 127, 131,
132, 137, 141, 145, 149, 160, 162, 164-166, 171, 172, 174, 177, 179, 180,
185, 208, 210, 231, 233, 238, 239, 251-255, 257, 261, 262, 276, 277,
296-298, 300, 308, 318, 322, VI 17, 24, 31, 35, 39, 75, 80, 111, 113, 121,
128-130, 133, 134, 137-141, 143, 146, 152, 158, 160, 161, 168, 169, 173,
179, 197, 209, 217, 219, 226, 229, 231, 239, 242, 244, 248-250, 252-254,
260, 264, 285, 296, 297, 310, 314, 319-321, 323, 336, 337, 339, 346, VII 24,
30, 39, 42, 45, 47, 49, 52, 80, 155, 186, 194, 199, 232, 242, 255-258, 260,
288, 289, 291, 292, 295, 297-301, 324, 337, 338, 341, 349, 350, 354, 355,
360, IX 30 |
Stavenisse, Cornelis Adriaens van (Stavenes, Staveness) (1595-1649);
raadpensionaris van Zeeland: I 77, II 28, 29, IV 212, V 143, VI 131, 134,
150, 168 |
Steeland, Filips van (Steelandt, Steelant, Stelandt, Stelant);
luitenant-kolonel der infanterie in het Staatse leger: II 53, 54, 79, III
94, 113, 148, IV 84, 85, 199, V 156, VI 137 |
Steenhuysen, Ludolf van, heer tot Heumen; majoor der cavalerie in het
Staatse leger: III 164, 167, 176, IV 135, 186, VI 232, 322 |
Steenwijk, Rudolf van (commandeur Steenwijck) (1596-1654); lid van de
Staten van Overijssel: V 151 |
Steer(e)nseel, zie Aebinga van Humalda |
Steerenzeel, vrau, zie Paffenrode, Ymck van |
Stein Calevel(t)s, Steincalefelt, Steinckaleveldt, zie
Callenfels |
Stelandt, Stelant, zie Steeland |
Stellingwerff, Andries Pieters; equipagemeester: VII 67, 70, 73 |
Stellingwerff, Nicolaes (Steillingwerf) (1592-1667); lid van de vroedschap
en burgemeester en pensionaris van Medemblik: V 90, 120-123, 126-129, 144,
160, 162, 168, 169, 175, 176, VI 136, 269, 276, 287, 293, 294, 307, 319,
322, 324, VII 76, 258, 312, 315, 341, IX 15 |
Stellingwerff, Phocaeus Joachimi († 1672); predikant te Idaard,
Oosterwierum, Workum en Heerenveen: V 33, 35, VII 104 |
Stennop, zie Wotton |
Sterckenborch, Sterckenburch, zie Tjarda van
Starckenborch |
Stermont, Jacobus (Staermond); predikant te Rotterdam: VI 199, 201, VII
203 |
Stemsee(l), zie Aebinga van Humalda |
Steven Cornelis († 1681); volmacht namens Het Bildt in de Staten van
Friesland: III 29, 56, 191, IV 24, 28, 38, 39, V 49 |
Stirum, zie Limburg en Bronckhorst |
Stockmans: VI 323 |
Stonebrink, Jacobus (1609-na 1677); predikant te Tjummarum en Firdgum: V
252, 253, 262, 274, 300 |
Stormheim; predikant: VI 296 |
Straeten, Willem van der (docter Verstrate, Van der Straet) (1593-1681);
hoogleraar in de medicijnen te Utrecht, lijfarts van Frederik Hendrik: IV
90, V 213, VI 326 |
Streso, Casparus (1603-1664); predikant te 's-Gravenhage: II 101, III 181,
VI 258 |
Streuf; officier der cavalerie in het Franse leger: II 37, IV 130, 132 |
Strickland, Walter († 1660) (Stricklandt, Stricklant); resident van het
Engelse Parlement in de Republiek: I 42, 43, III 108, 111, V 85, VII 232,
295 |
Stuart, Elizabeth, koningin van Bohemen, prinses van Engeland, Schotland
en Ierland (koningin van Beemen, Behmen, Bohemen) (1596-1662); weduwe van
Frederik V van de Palts: I 5, II 86, 88, 94, 98, 100, 105, III 69-71, 79,
83, 181, 182, 185-188, IV 71, 72, 81, 84, 87, 91-93, 121, 211, 212, 216,
217, 225, 229, 236, V 80, 131, 148, 161, 173, 180, 235, VI 127, 129, 135,
139, 141, 169, 192, 213, 228, 246, 252, VII 24, 67, 70, 71, 208, 209, 233,
235, 291, 305 |
Stuart, Maria, prinses van Engeland, Schotland en Ierland (Princess Royal,
R.P.D.) (1631-1660); echtgenote van Willem II: I 44, 56, 57, 72, 90, 94, 95,
II 25, 74, 77, 89, 90, 96, 105, III 69, 70, 79, 80, 82, 83, 85, 86, 181-183,
185-187, IV 72, 73, 84, 88, 89, 93, 113, 201, 202, 209, 234, V 32, 80, 145,
153, 156, 159, 173, 176, 211, 232, 233, 310, VI 128, 139, 157, 160, 187,
213, 216, 229, 234, 244, |
| |
| |
251, 252, 282, 297, 302, 303, 307,
314, 319, 369, VII 24, 80, 148, 205, 234, 239, 240, 294, IX 35, 88 |
Sulekum, Suylekum, heer van, zie Huygens, Constantijn |
Sulestein, Suylestein, heer van, zie Nassau, Frederik
van |
Suyten, zie Bicker, Cornelis |
Swaecus, amicus, zie Zweden |
Swaelwe, zie Swalue |
Swaen, Wolfgang Wilhelm; ambassadeur van Engeland bij de keizer: VII 226 |
Swaenswijck: VII 199 |
Swalue, Otto († 1672) (Swaelwe, Swalwe, Swelve); advocaat voor het Hof van
Friesland, lid van de vroedschap, schepen van Leeuwarden en volmacht namens
Leeuwarden in de Staten van Friesland: III 21, 40, IV 17, 28, 263, V 25, 33,
298, 305, VI 11, 337, 342, VII 108, 196 |
Swart; kapitein op de Staatse vloot: II 32, 40 |
Swartzemburch, zie Schwartzenberg en Hohenlansberg |
Swelve, zie Swalue |
Sweryn, zie Schwerin |
Swilda, Johannes; medicus te Leeuwarden: II 109 |
Switen, Swieten, Swyten, zie Bicker, Cornelis |
Sy(c)ksma, zie Sixma |
Sylvius, Bernardus Leuconis († 1683); predikant te Lutkewierum: III 48, 49 |
|
Taekess, zie Evert Taekes |
Taillefer, Louis de, heer van Mauriac (Moriac); Frans luitenant-kolonel
der infanterie in het Staatse leger: III 111, 112, VI 230 |
Talmont, zie Trémouïlle |
Tamcouck: VI 227 |
Tamminga (Scotlo); luitenant van de Hoofdmannenkamer: IX 86, 87 |
Tamminga van Bellingeweer, Anna (vrau Clant); echtgenote van Adriaan Clant
van Stedum: III 185 |
Tancke, Martinus (Dancke, Dancken, Dancker, Tancken, Tanke) resident van
Denemarken in de Republiek: II 25, III 37, 77, 80, 111, 182, 185, IV 49, 58,
89, V 90, 147, VI 139, 142 |
Techneus, Tobias (Tegneus) († 1668); predikant te Leeuwarden en
's-Gravenhage: III 181, V 179, VI 303, 327, VII 317 |
Templar, Tiberius (Templaer) († 1653); lid der gezworen gemeente en hopman
te Harlingen: V 51, 53, 58 |
Tepma, Epe Wybes (Teppema); volmacht namens Barradeel in de Staten van
Friesland: VI 40, VII 44, 343, IX 27 |
Tepma, Haentje Wybes; compagnieschrijver en lid van de vroedschap van
Sneek: V 262, 263, 307, 308, 313, IX 27 |
Tepma, Oene Wybes; kapitein der infanterie in het Staatse leger: IV 34,
39, 44, VI 330, 332 |
Terestein, Cornelis van (Terestein) (1579-1643); lid van de vroedschap en
burgemeester van Dordrecht: V 207, VII 233, 235 |
Teuffenbach, Sidonia von (1623-1657); echtgenote van Friedrich Ludwig van
Löwenstein-Wertheim-Virneburg (gravin van Levestein, Lewestein): VI 213, VII
202 |
Teyens, Saecke († 1650); secretaris van Opsterland en volmacht namens
Opsterland in de Staten van Friesland: III 41, 65, 194, IV 9, V 112, 119,
154, 168, 240, 279, VI 19, 49, 54, 74, 77, 78, 80, 116, VII 56, 102 |
Teyens, Teye Saeckes: VI 54 |
Theodori, Abelis; burgervaandrig, bouwmeester te Leeuwarden: VII 358 |
Thibaut, Hendrik (Tibault, Tibold) (1604-1667); lid van de vroedschap en
burgemeester van Middelburg, lid van de Gecommitteerde Raden van Zeeland,
bewindhebber van de VOC: I 77, II 28, 75, 77, 89, IV 212, V 143, VI 131,
133, 147, 187, 247, 251, 268-270, VII 234, 257, IX 35 |
Thienen, Filips van (Tienen); luitenant-kolonel der infanterie in het
Staatse leger: I 78, III 147, IV 120 |
Thomae, Tiberius (Toma, Tomae, Tome) († 1676); advocaat voor het Hof van
Friesland: IV 26, 55, 56, V 33, 63, 104, 295, 304, VI 18, 22, 38, VII 359 |
Tibault, Tibold, zie Thibaut |
Tichebray, zie Brahe |
Tienen, zie Thienen |
Tijns: V 215 |
Tijs Jans; bode: V 278, 302 |
Tijs; luitenant van Willem Frederik: VI 166 |
Till: IV 222 |
Till, Van († 1643); luitenant der cavalerie in het Staatse leger: I 68 |
Timmen Jelbess (Timen Jelbess); boer te Leeuwarden: I 117, 118 |
Tintel, juffer: IV 72 |
Tinterret, zie Robusti |
Tintoretto (Jacopo Robusti) (Tinterret) (1518-1594); Italiaans schilder en
tekenaar: I 115 |
Tissinck, Meynert Pieters († 1649); brouwer en convooimeester van Sloten:
IV 58, 65 |
Titiaan (Tiziano di Gregorio Vecellio) (± 1477-1576); Italiaans schilder:
I 115 |
Tjaert Johannes (Tjaert, Tjerd, Tjerdt Johanness) († vóór 1673); notaris,
secretaris van Menaldumadeel: V 278, 302, VI 100, VII 339 |
Tjarda van Starckenborch, Aepke (Sterckenborch, Sterckenburch) († 1646);
kolonel der infanterie in het Staatse leger, gouverneur van Coevorden: II
29, 50, III 154, 155, IV 132 |
| |
| |
Tjarda van Starckenborch; Gronings regent: IX 86, 88 |
Tjassens; Gronings regent: IX 86, X 248, 249 |
Tjessens, juffer († vóór 1648): V 332 |
Toma(e), Tome, zie Thomae |
Tomas Michels (Tomass); stalknecht van Willem Frederik: II 113, III 12, V
49, VI 331 |
Torstenson, Lennart, graaf van Ortala (1603-1651); rijksraad van Zweden en
veldmaarschalk in het Zweedse leger: II 97, 98, III 42, 51 |
Totila: V 123 |
Tour d'Auvergne, Frédéric-Maurice de la, hertog van Bouillon (Bullion,
Boullion) (1605-1652); maarschalk in het Franse leger: IV 240, V 70, 232 |
Tour d'Auvergne, Henri de la, burggraaf van Turenne (Turaine, Turene)
(1611-1675); maarschalk in het Franse leger: II 73, III 27, 79, IV 119, 126,
V 90, 141, 149, VI 159, VII 81 |
Tour d'Auvergne, Marie de la (madame de la Tremouille) (± 1601-1665);
echtgenote van Henri de la Trémouïlle: IV 158 |
Tourneboeuf, Marguerite de (Rhiengrefin, Riengrafin Riengrefin,
Rijngrafin, Rijngravin); echtgenote van Friedrich Magnus van Salm: II 28,
68, 71, 73, 74, 95, III 81, 141, 157, 187, IV 92, 93, 161, 214, 216, 225,
236, V 80, 131, 144, 149, 160, 165, 211, 214, 215 |
Toussaint (Tuischien, Tuysijn); vaandrig in dienst van de WIC: V 277, 280,
281 |
Traes, freule L. (Traesjen); maîtresse van Willem Frederik: IV 145, V 210,
216, 234, 237, VI 295, VII 156-162, 174, 181, 184-186, 188-190, 195, 199,
206, 207, 213, 233, 288, IX 16 |
Trebellius (Trebellanus); Romeins consul: I 14 |
Treffry, weduwe (Treveri); weduwe van Henry Treffry († 1644); kapitein in
het Staatse leger: II 9 |
Trémouïlle, De la (Talmont, Latremouille); geslacht: II 73, IV 83, 158 |
Trémouïlle, Maria Charlotte de la (1632-1682): VI 174 |
Trémouïlle, Henri Charles de la, prins van Talmont (1620-1672); Frans
kolonel der cavalerie in het Staatse leger: I 44, 83, II 26, 29, 31, 71-75,
77, 79, 80, 88, 90, 100, III 72, 82, 83, 97, 98, 107, 121, 122, 138, 139,
143, 179, 181, 185, 187, IV 71, 72, 83, 85-93, 106, 107, 109, 110, 116, 118,
120, 121, 124, 131, 133, 145, 148, 158, 159, 164-166, 168, 169, 181, 198,
210, 215, 226, 233, V 81, 139, 149, 212, 213, 231, 233, VI 174, 194, 208,
266, VII 201, 231 |
Trémouïlle, Louis I de la, prins van Talmont († 1483): II 73 |
Trémouïlle, Louis Maurice de la, graaf van Laval († 1681): IV 158 |
Tremouille, madame de la, zie Tour d'Auvergne, Marie de
la |
Treveri, zie Treffry: II 9 |
Triest, Antonius († 1657); bisschop van Gent: III 137 |
Trigland, Cornelis (Triglandus) (± 1609-1672); predikant te 's-Gravenhage:
III 181, V 167, VI 234, 258 |
Tromont, zie Drummond |
Tromp, Cornelis (1629-1691); kapitein op de Staatse vloot: II 39 |
Tromp, Maarten Harpertszoon (1598-1653); luitenant-admiraal van Holland: I
87, II 32, 35, 39, III 73, 96, 186, IV 167, V 63, VI 226, 319 |
Tuars, zie Amboise |
Tuilleri, zie Coignet de la Thuillerie |
Tuischien, zie Toussaint |
Tulck, zie Tulp |
Tulleri, La, zie Coignet de la Thuillerie |
Tulles, Joannes Vincentius de († 1668); bisschop van Orange: III 188, IV
85 |
Tulp, Nicolaes (dr Tulck) (1593-1674); hoogleraar in de anatomie aan het
Athenaeum Illustre te Amsterdam, lid van de vroedschap en burgemeester van
Amsterdam: VII 311, 312, 314 |
Turaine, Turene, zie Tour d'Auvergne, Henri de la |
Tuyll van Serooskerken, Reinout van, heer van Stavenisse (Seroskercken)
(1618-1652); lid van de ridderschap van Utrecht: V 156 |
Tuysijn, zie Toussaint |
Twijns, Jorryt Seerps; volmacht namens Baarderadeel in de Staten van
Friesland: III 190, IV 27, 28 |
Tzweebruggen, prinses van, zie Wittelsbach, Juliana
Magdalena van |
|
Uersel, zie Ursel |
Ulfeldt, Corfitz (Ulefeldt, Ulefelt) (1606-1664); extraordinaris
ambassadeur van Denemarken in de Republiek en Frankrijk: IV 202, 209, 214,
218, 222, 228, 229, 248, V 168-170, 172, VI 142, VII 83, 176, 233-235, 239,
240 |
Uma, Wilhelmus (Ouma, Uuma); advocaat: I 0, 3, 5, 7, 8, III 64, IV 253, V
56, 58, VII 42 |
Unia, Julius Mockema van (Oenia, Ounia) († 1656): I 11, II 108, III 37,
59, 61, IV 17, 49, 54, 66, 72, 240, 246, V 33, 37, 98, 108, 265, 273, 275,
278, 279, 281, 301, 303, 306, 309, 319, VI 11, 13, 15, 16, 18, 58, 59, 71,
82, 84-86, 96, VII 14, 15, 19, 25, 151, 173, 185, 192, 226, 337, 338, 358,
IX 30 |
Upkes, zie Oepkes |
Urbanus VIII (1568-1644); paus [1623-1644]: I 95 |
Urbina, Diego de (Urbijn) († 1554); Spaans schilder: I 115 |
Ursel, Conrad graaf van (Uersel, Ussel): V 207, 211, 213, 214, 218 |
| |
| |
Ursel, gravin van: V 188, 191-194, 207, 208, 212, 216, 217, 229, VII 205 |
Ussher, James (bischop van IJrlandt) (1581-1656); aartsbisschop van
Armagh, primaat van Ierland: IV 242 |
Utrecht, Gedeputeerde Staten van: IV 69, VI 274 |
Utrecht, Hof van: V 155 |
Utrecht, Staten van: V 154, 155, 185, VI 284 |
Uuma, zie Uma |
Uytenhooven, juffer: V 231 |
Uyttenbogaert, Johannes (Uytenbogert, Uytenboogert) (1557-1644);
remonstrants predikant: V 257, VI 64 |
|
Vaenander, zie Navander, Jacob |
Vaerick, zie Varyck |
Valckenhaen, zie Falckenhaen |
Valeri († 1645); Italiaans-Engels kapitein in het Staatse leger: III 155 |
Valois, Charles van, hertog van Angoulème (Angoulesme) (1573-1650);
generaal der cavalerie in het Franse leger: II 37 |
Valois, François-Hercule van, hertog van Anjou en Alençon (Alenson)
(1556-1584); landvoogd der Nederlanden: III 87 |
Valois, Henri II van, hertog van Longueville (Longeville, Longville)
(1595-1663): V 70, 83, VII 210 |
Vandalen, zie Dalen, Van |
Vandere, zie Aa, Maurits van der |
Vanderlinde, zie Linde, Van der |
Vandermeulen, zie Meulen, Van der |
Vandermylen, zie Mijle, Adriaan van der |
Vandosme, zie Bourbon |
Varsvelt, Geertje; moeder van Beilanus: VII 131 |
Varyck, vrau (vrau Vaerick, Varick, Van Varyck); gouvernante van de
dochters van Frederik Hendrik: IV 111, 200, 202, 205, 209, 213, 219, 227,
229, 234, V 81, 142, 188, 193, 195, 208, 213, VI 166, 184, 186, 226, 239,
251, 257, 262, 290, 297, 302, 309, 313, 315, 325, 326, VII 80, 128, 202,
204, IX 171, X 17, 248, 249 |
Vatimon; officier der cavalerie in het Franse leger: II 37 |
Vatteville; officier in het Franse leger: II 37 |
Vechelsand (Vechghelsand, Vegchelsang, Wechelsand): VII 226, 240, 287 |
Veen; militair in het Staatse leger: V 230 |
Vegelin van Claerbergen, Philip Ernst (Veglin, Veugelin, Veuglin,
Veugling, Veugelyn, Veuglyn) (1613-1693); secretaris van Willem Frederik,
baljuw van Hulsterambacht: I 11, 91, II 98, 99, III 16, 21, 37, 38, 50, 136,
151, IV 41, 50, 59, 111, 210, V 29, 122, 210, 231, 232, 264, 283, 317, VI
47, 54, 109, 141, 234, 236, 239, 295, 320, 322, 325, 326, 330, 333, VII 26,
101, 107, 150, 157, 193, 203, 298, 344, 349, IX 15, 29, 30 |
Vegchelsang, zie Vechelsand |
Vehlen, zie Velen |
Velen, Alexander II graaf van (Vehlen) († 1675); generaal in het
keizerlijke leger: II 96 |
Velsen, Adriaen van († 1661); burgemeester van Bolsward en volmacht namens
Bolsward in de Staten van Friesland, lid van de Gedeputeerde Staten van
Friesland: II 107, III 34, 35, 39, 46, 52, 53, 60, 189-191, 195, 196, IV 7,
10-15, 24, 26, 29, 35, 39, 54, 238, 239, 243, VI 103, VII 21, 23, 62, 183,
352 |
Velsen, Benedictus van; gerechtsscholtus (Friesland): VII 19, 21, 28, 29,
39, 46, 48, 51, 59, 62, 105, 106, 122, 160, 174 |
Veltdriel, Joannes Petri (Veltriel, Vertrier, Vertrir) († 1646); volmacht
namens Dokkum in de Staten van Friesland: I 43, 44, 80, 96, II 85, 95, 99,
102, III 69, 77, 108, 111, 181, IV 25, 29, 33, 42, 44, 55, 81, 83, 87, V 75 |
Veltdriel, Petrus (Veltrier); secretaris van Dokkum: IX 13 |
Veltriel, Veltrier, zie Veltdriel |
Veltshoff: V 189 |
Veno, Johannes († 1662); advocaat te Leeuwarden: VII 102, 103, 155, IX 13 |
Verbolt, Nicolaes (Verboldt); rekenmeester van Frederik Hendrik: I 91, III
81, IV 152, 211, 233, V 82, 152, 153 |
Verdisan; militair in het Franse leger: II 52 |
Vere, Aubrey de, graaf van Oxford (Oxfort) (1626-1703); Engels majoor der
cavalerie in het Staatse leger: III 25 |
Verels: VII 225 |
Verenigde Oostindische Compagnie: I 87, 92, 93, III 41, 43, IV 42, 93, V
56, 262, 276, 277, VI 71, 79, 268, VII 235, 320 |
Verheiden: VII 288 |
Verhulst: VI 310 |
Vermeer; gedeputeerde te velde: IV 196 |
Vermees, Cornelius; secretaris van Westdongeradeel en volmacht namens
Westdongeradeel in de Staten van Friesland: I 11, III 40 |
Verneu(i)l, Vernuil, zie Saint-George |
Verstraete, zie Straten, Willem van der |
Vertri(e)r, zie Veltdriel |
Vervoorn, zie Voorda |
Vervou, Saepck van (vrau Andre) (± 1613-1671); echtgenote van Joachim van
Andreae: III 57, VI 282, 304, 336, VII 29 |
Veth; geslacht: VI 216 |
Veth, Adriaen (Duvett, Vet, Vett) († 1663); secretaris en pensionaris van
Middelburg, secretaris van de Staten van Zeeland: II 28, 64, 68, 75, 89, |
| |
| |
90, III 186, IV 82, 83, 152, 196, 209, 212, 223, 262, VI
131-133, 147, 209, 216, 217, 247, 265, 296, 297, 306, 314, 315, VII 194 |
Veugelin, Veugelyn, Veuglin(g), Veuglyn, zie Vegelin van
Claerbergen |
Veurne: V 172 |
Vianen: III 185, IV 61, 229, V 156, 163, 185, 265, 266, VI 190, VII 1,
203, 289 |
Vickefort, zie Wicquefort |
Viconte, zie Place |
Vicontesse, zie Brederode, Margaretha van |
Vidasme, zie Albert d'Ailly, Henri-Louis |
Vieleers, zie Zoete de Lake, De |
Vierssen, Van: III 193, IV 7, 62, 243, 252, V 110, VI 52, 72, 116, 330,
331, 333, 337, VII 24, 62, 63, 128, 131, 185 |
Vierssen, Assuerus van (Asswerus van Viersen) († 1662); rentmeester van de
domeinen van Friesland, volmacht namens Het Bildt in de Staten van
Friesland: I 1, 7, II 47, 107, III 19, 21, 24, 28, 29, 31, 56, IV 34, 247, V
56, 66, 76, 83, 94, 124, 240, 252, 258, 262, 277, VI 9, 15, 32, 38, VII 17,
44, 127, 343, 351 |
Vierssen, juffer(s) van: VI 105, 111, VII 106, 124, 131, 160 |
Vierssen, Magdalena van (vrau, juffer Haeren) († 1652); echtgenote van
Willem van Haren: III 190, IV 35, 44, V 49, 69, 110, 129, 308, VI 105, 116,
285, 327, VII 128, 131, 181, 194, 288, 323, 345, 352, IX 13, 30, 33 |
Vierssen, Maria van (vrau Schuirmans) († 1650); echtgenote van Abraham van
Schuurman: VI 110 |
Vierssen, Mathias van (± 1592-1658); lid van het Hof van Friesland: I 12,
III 35, 39, 40, 50, IV 23, 29, 36, 39, 58, V 28, 51, 56, 58, 62, 67, 107,
240, 252, 262, 274, 303, VI 37, 41, 47, 58, 77, 110, VII 17, 49, 78, 123,
124, 155, 157, 178-180, 184, 341, 351, IX 16, 19, 28, 32 |
Vierssen, Matthias Geurdts van; advocaat voor het Hof van Friesland,
gedeputeerde van Friesland ter Staten-Generaal, burgemeester van Sneek: I
44, 83, II 31, 40, 42, 85-88, III 47, IV 247, 248, V 28, 313 |
Vierssen, Willem van (1621-1678); secretaris van de Rekenkamer van
Friesland: III 190, IV 23, 24, 30, 32, 33, 35, 36, 39-43, 49, 55, 58, 245, V
61, 62, VII 17, 64, 341, IX 32 |
Vieuville, Charles markies van († 1676); Frans luitenant-kolonel in het
Staatse leger: II 26, 27, III 175, V 163 |
Vieuville, markies van († 1643): I 77 |
Viglius Cornelii (Wiglius) (1600-1657); predikant te Leeuwarden: IV 248,
252, V 282, 298, 306, VI 12, 69, 86, VII 41, 49, 102, 103, 147, 158, IX 31 |
Viglius, Otto (1627-1695); klerk wegens Friesland ter griffie van de
Generaliteit: VII 235 |
Vijch, Joost; luitenant-kolonel in het Staatse leger: V 154, 161, VI 139 |
Vile(e)rs, zie Zoete de Lake, De |
Vilitien, De; gouverneur van Boulogne: IV 127 |
Villamor, Pedro de: I 86 |
Ville, markies van; officier der cavalerie in het Franse leger: II 52 |
Ville, zie Vieuville |
Villers, zie Zoete de Lake, De |
Villetier, De; officier in het Franse leger: II 37, III 96 |
Villiers, George, hertog van Buckingham (Bockingam, Bouckingam)
(1628-1687): VI 58, 194 |
Villiers, Mary († 1685); echtgenote van 1) Herbert of Shurland; 2) James
Stuart hertog van Lennox: III 178 |
Vinck; kapitein der infanterie in het Staatse leger: III 157 |
Vlijm: IV 201 |
Volvire, Eleonora de, markiezin van Ruffec (1604-1690); echtgenote van
François de l'Aubepine: III 180, VII 230 |
Vomelius, Johannes (Womelius) († 1656); predikant te Leeuwarden: V 54, VI
86, 103 |
Vondel, Joost van den (Vondeling) (1587-1679): IX 31 |
Voorda, Joost de (Vervoorn, Voorde, Voorn) († 1661); lid der gezworen
gemeente, volmacht namens Harlingen in de Staten van Friesland, schepen en
burgemeester van Harlingen: VI 14, IX 13, 32 |
Vosbergen, Gaspar van (Vossbergen) († 1649); lid van de Hoge Raad,
gedeputeerde van Zeeland ter Staten-Generaal: I 88, 89, II 27, 90, 97, III
108, IV 70, 81, 93, 107, 112, 131, 132, 140, 144, 158, 201, 211, 224, V 69,
70, 80, 82, 131, 141, 146, 155, 166, 171, VI 127, 130, 146, 150, 216, 231,
235, 246, 253, 286, 304, 314 |
Vosbergen, Willem († 1653); ritmeester in het Staatse leger: IV 211, V
75-79, 84, 92, 94, 95, 97, 98, 105, 131, VI 198, 282, 285, 304, 329, VII 50,
53, 129-131, 241, 305 |
Voselar; officier in het Staatse leger: III 148 |
Vranckrijk, zie Orléans |
Vrangel, zie Wrangel |
Vries, De: VI 311 |
Vries, Frederik de (De Fries, De Vrijs) (1600-1679); secretaris van
Amsterdam, resident van de Republiek in Denemarken: IV 214, 217, 248 |
Vring(h)er, zie Wringer |
|
Waalkens, Hajo Johannes († 1664); predikant te Franeker: VII 105 |
Wael, Jan de (1594-1663); lid van de vroedschap |
| |
| |
en
burgemeester van Haarlem: VI 269 |
Waerdenburch: V 165 |
Waersdorp: V 175 |
Waeveren, zie Oetgens |
Waldeck, gravin van, zie 1) Baden-Durlach, Anna van; 2)
Nassau-Siegen, Maria Magdalene van |
Waldeck-Wildungen, Georg Friedrich graaf van (1620-1692); Duits majoor der
cavalerie in het Staatse leger: IV 81, 131, 156, 157, 161, V 132, 187, 215,
235, VI 164, 266 |
Waldeck-Wildungen, Jakob graaf van (Jacob) (1621-1645): III 94-96 |
Waldeck-Wildungen en Culemborg, Philipp Theodor graaf van (Culemburch)
(1614-1645); Duits kapitein der infanterie in het Staatse leger: II 25, 42,
43, 55, 63, IV 69 |
Waller, William (1597-1668); generaal in het leger van het Engelse
parlement: I 77, 79 |
Wallis(s), prins van, zie Karel II |
Walrich, Gerardus (Wolrich) († 1669); ontvanger-generaal in Friesland: V
63, 288, 303, 309, VI 21, 22, 36, 41, 46-48, 50, 52-54, 57, 60, 79-81, 103,
VII 351, IX 14 |
Walsdorffer, Arnold (Walsdorp); Zwitsers luitenant der infanterie in het
Staatse leger: I 8 |
Walsweer, Matthias (Walsfehr) (1599-1652); predikant te Franeker: VII 105,
186 |
Walta, Douwe van (Dauwe): V 239 |
Walta, Lucia van († 1674); echtgenote van Cornelis van Aerssen: III 70,
83, 187, IV 200, 219, 229, V 80, 92, 131, 164, VI 127, 202, 227, VII 240,
301, IX 36 |
Walta, Peter Douwesz van (Pieter, Piter); gedeputeerde van Friesland ter
Staten-Generaal: I 45, III 47, 50, 190, 194, 195, IV 8, 9, 32, 65, 66, V 35,
37, 51, 52, 55-57, 61, 64, 79, 84, 93-96, 99, 100, 103, 109, 110, 119, 129,
174, 239, 240, 252, 256-258, 263, 275, 307, 312, VI 16, 21, 23, 26, 35-37,
43, 44, 47, 48, 50-54, 57-59, 61-67, 69, 86, 87, 91, 99, 111, 113, 135, 139,
305, 331, 335, 341, 343, VII 15, 28, 29, 39-42, 45, 47, 49, 51-55, 63, 70,
72, 82, 84, 181, 337, 345, 349, IX 13, 19, 21, 32 |
Walta, Sybren van (Sibrant) († 1673); officier in het Staatse leger: III
55, 56, 59, V 93, 96, VI 113, VII 53, 123 |
Walta, Tjaert van: V 96, 110, 119 |
Walteri, zie Gualtheri |
Waltinga, Andries van (Waltingha) (1592-1652); volmacht namens
Franekeradeel in de Staten van Friesland, lid van de Admiraliteit van Hoorn
en Enkhuizen: III 32, IV 37, 51, 54, V 63-65, 69, 78, 274, 277, 279, 282,
283, 303, VI 38, 39, 41, 43, 44, 51, 56-58, 60, 63, 70, 77, 83, 109, 111,
115, 198, 329, 331, 333, 335, 342, VII 177, 354, IX 82 |
Wang, baron de; officier in het Spaanse leger: I 86 |
Warmont, zie Wassenaar, Jacob van |
Wassenaar, Van; geslacht: VI 223 |
Wassenaar, Albrecht baron van, heer van Alkemade (Alckemade) (1599-1657);
hoogheemraad van Delfland: I 96 |
Wassenaar, Arent van, heer van Duvenvoirde (Duivenvoorde) (1610-1674); lid
van de ridderschap van Holland, majoor der cavalerie in het Staatse leger,
lid van de Gecommitteerde Raden van Holland: V 80, VII 235 |
Wassenaar, Jacob baron van, heer van Obdam (Opdam, Wassenaer, Wassenar)
(1610-1666); lid van de ridderschap van Holland, kolonel der cavalerie in
het Staatse leger, gouverneur van Heusden: I 71, II 49, 71, 94, III 109,
167, IV 72, 81, V 83, 85, 86, 89, 90, 92, 105, 123, 142-144, 159, 161, 162,
168, 170, 171, 173, 175, 177, 213, 216, 218, VI 128, 129, 135, 136, 146-148,
168, 175, 303, 311, 316 |
Wassenaar, Jacob baron van, heer van Warmond (Warmont) (1592-1658); lid
van de ridderschap van Holland, hoogheemraad van Rijnland: V 175 |
Wassenaar, Johan van, heer van Duvenvoirde (1577-1645); lid van de
ridderschap van Holland, hoogheemraad van Rijnland, lid van de
Gecommitteerde Raden van Holland: III 70, 75 |
Wassenaer-Duvenvoorde, Theodora van, vrouwe van Harselo († 1679);
echtgenote van 1) Gerard van Randerode van der Aa; 2) Gerrit van Arnhem: VII
27 |
Wau(de), zie Wou, Van |
Waveren, zie Oetgens |
Wechelsand, zie Vechelsand |
Wees: VI 190 |
Welderen, Johan van (Welder, Wolder); majoor der cavalerie in het Staatse
leger: II 89, 94, III 122, 142, 143, IV 134, 135, 157, V 80, 81, 85, 153,
154, 163, 310, VI 157, 284, VII 252, IX 36 |
Welvelde, Joost van (Welefeldt, Welevelt); ritmeester in het Staatse
leger: II 73, IV 60, 89, V 112, 251, 310, VI 133, IX 13, 14, 19 |
Werf, Van der, Spaans gouverneur van het fort Spinola: III 145, 149 |
Werner; te Brunswijk: IX 235, X 239, XI 131, XII 17 |
Westindische Compagnie: I 79, IV 43, 49, 50, 54, 57, 58, 93, V 142, 210,
253-255, VII 131, 153-155, 294 |
Wevelinckhoven, Joannes van; lid van de Staten van Holland: VI 319 |
Weyer (Wijers); ritmeester in het Staatse leger: V 99, 103 |
Weyer, Johan Hendrik (Weyers); kapitein der infanterie in het Staatse
leger: III 95, VI 99 |
Weyer (Weyers); geslacht: VI 327 |
| |
| |
Wibrandi, Wibrant; convooimeester en lid van de vroedschap van Stavoren:
III 16, 18 |
Wichering; luitenant der Hoofdmannenkamer: IX 88 |
Wicquefort, Joachim de (Fickfort, Vickefort, Wickefort, Wickfort,
Wyckfort, Wyckefort) (1596-na 1665); resident van Hessen-Kassel in de
Republiek: III 68, 72, 185, IV 92, 107, 215, VI 127, 135, 137, 218, 244,
248, 295, 324, VII 19 |
Wide(n)fel(d)t, Wiedefelt, zie Wijdefelt |
Wienbergen, zie Wijnbergen |
Wigaerda: VII 183 |
Wiglius, zie Cornelii |
Wijck, Hendrick van; lid van de Admiraliteit van Rotterdam: VII 51, 70 |
Wijckel, Hans van (Wijckelt) (± 1617-1659); volmacht namens Dantumadeel in
de Staten van Friesland: IV 26, V 75, 110, 112, 239, 255, 259, VI 18, 20,
127, 218, 254, 257, 330, VII 17, 19, 47, 62, 71, 85, 132, 154, 183, 194,
233, 336, 337, IX 36 |
Wijckel, Idzaerdt van; volmacht namens Gaasterland in de Staten van
Friesland: VI 18 |
Wijdefelt, Gozewijn (Widefeldt, Widefelt, Widenfeldt, Widenfelt,
Wiedefelt) (1602-1671); kapitein der infanterie in het Staatse leger,
hofmeester van Willem Frederik: I 6, 8, 14, II 43, III 12, 13, 15, 17, 18,
21, 32, 37, 38, 43, 55, 151, 191, 196, IV 10, 26, 28, 30, 228, V 59, 60, 62,
63, 73, 139, 141, 280, 281, 304, 307, 308, 320, VI 11, 13, 16, 18, 19, 37,
41, 42, 46, 61, 91, 94, 97, 98, 101, 110-112, 128, 163, 338, 340, VII 19,
20, 26-28, 49, 52, 54, 63, 73, 77, 127, 132, 150, 189, 340, 345, 350, IX 20,
28-30, XI 3 |
Wijers, zie Weyer |
Wijl; kapitein in het Staatse leger: VI 227 |
Wijlandt, Dionisius van (Wijlant): V 56 |
Wijngaerden, vrau (Wijngarden, Wijngharden): III 185, VI 232 |
Wijnbergen, Johan van, vrijheer van Horsen tot Oldenaller (Wienbergen)
(1590-1658); kolonel in het Staatse leger, commandant van Rijnberk,
gouverneur van Sluis: I 67, 76, 78, 84, II 29, 50, III 99, 121, 124, 126,
140, 146, 153, 159, 160, IV 132, 141, 144, 155, 186-190, 196, 198, V 139,
141, 143, 151, 152, 154, 217, 218, 313, VI 161, 186, 252, 261, 262, 265,
313, 315, 326, VII 359, IX 36 |
Wijngaerden, Albartus van; secretaris van Het Bildt: VI 12, 17, 23, 32,
38, 41, 42, 59, 109, VII 56, 74, 154, 343 |
Wijngaerden, Jacob Oem van, heer van Benthuizen (Benthuysen) († 1650); lid
van de Rekenkamer van Holland: III 76, V 161 |
Wilhem, David le Leu de (De Willem, Willems, Wilms) (1588-1658); lid van
de Raad van Brabant: I 93, III 40, VI 161 |
Willem I, prins van Oranje, graaf van Nassau (prins Wilhelm) (1533-1584);
stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht en Friesland: III 80, IV 191, 194,
V 138, 239, 318, VI 19, 134, 179, 221, 263, 315, VII 76, 319, IX 32 |
Willem II, prins van Oranje, graaf van Nassau (prins Wilhem, Wilhelm,
Willem, Sijn Hoocheit, de baes, de derde man, de Prins, A.O.V.P.D.G.,
N.D.W., O. de W.) (1626-1650); stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht,
Gelderland, Overijssel, Groningen en Drenthe: passim |
Willem III, prins van Oranje, graaf van Nassau (den Prince) (1650-1702):
IX 35, XII 9 |
Willem Lodewijk graaf van Nassau-Dillenburg (mijn oom, graef Willem,
Wilhelm) (1560-1620); stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe: I 72,
II 44, IV 248, V 32, 78, 126, 239, 254, 260, 322, VI 149, VII 47, 107 |
Willem, De, Willems, zie Wilhem |
Willemine, Willemijntje, zie Merode, Willemine van |
Wilms, De, zie Wilhem |
Wim(m)enum, zie Bouchorst |
Winteroy, Willem van (Wintero) († 1659); ritmeester in het Staatse leger:
II 77, VI 194 |
Wissem, heer van: VI 183 |
Wissema, Sabinus (Wisma) (± 1620-1678): II 63, III 21, 23 |
With, Witte Corneliszoon de (Witte Witte) (1599-1658); vice-admiraal van
Holland: III 77, V 63 |
Witsen, Cornelis (1605-1669); lid van de vroedschap en burgemeester van
Amsterdam, bewindhebber van de WIC: IV 43, 49 |
Witt, Jacob de (De Wit) (1589-1674); lid van de vroedschap en burgemeester
van Dordrecht, lid van de Rekenkamer van Holland, lid van de Gecommitteerde
Raden van Holland, gedeputeerde van Holland ter Staten-Generaal, ambassadeur
van de Republiek in Zweden en Denemarken: I 83, II 29, VI 254, 263, 264,
273, 286, 289, VII 236, 293-295, 297 |
Witt, Menso de; predikant: VI 296 |
Witte, zie With |
Wittelsbach, Eduard van, paltsgraaf aan de Rijn (prins Eduard)
(1624-1663): III 75, 179 |
Wittelsbach, Elisabeth van, paltsgravin aan de Rijn (madamoiselle
Elisabet, freule Lisebet) (1619-1680); later abdis van Herford: III 79, 185,
IV 92 |
Wittelsbach, Elisabeth Charlotte van, paltsgravin aan de Rijn (keurvorstin
van Brandenburg) (1597-1660); echtgenote van Georg Wilhelm keurvorst van
Brandenburg: VI 169, 185 |
Wittelsbach, Ferdinand van, hertog van Beieren |
| |
| |
(1577-1650);
prins-bisschop van Luik, aartsbisschop en keurvorst van Keulen, bisschop van
Hildesheim, Munster en Paderborn: VII 208, 229 |
Wittelsbach, Juliana Magdalena van, paltsgravin van Zweibrücken (princess
van Tzweebruggen) (1621-1672); echtgenote van Friedrich Ludwig van
Palts-Landsberg: II 22 |
Wittelsbach, Karl I Ludwig van, keurvorst van de Palts [1649-1680]
(1617-1680): IV 229, VII 200, 203 |
Wittelsbach, Louise (Hollandine) van, paltsgravin aan de Rijn
(madamoiselle Louyse) (1622-1709): VI 213, VII 209 |
Wittelsbach, Maximiliaan I, keurvorst van Beieren (Beyervorst) [1597-1651]
(1573-1651): I 96, V 121, 169, VI 193 |
Wittelsbach, Moritz van, paltsgraaf aan de Rijn (prins Mauritz)
(1621-1654); vice-admiraal van de Engelse vloot: IV 202, 225, 227, 233, V
139, VI 130 |
Wittelsbach, Philipp van, paltsgraaf aan de Rijn (prins Philips)
(1627-1650); Duits ritmeester in het Staatse leger: II 71, 73, III 157, 167,
IV 108, 164 |
Wittelsbach, Ruprecht van, paltsgraaf aan de Rijn (prins Robrecht,
Rubbert, Rubrecht) (1619-1682): VI 141, 226, 227, 230 |
Wittelsbach, Sophia van, paltsgravin aan de Rijn (princess Sophia van
Bohemen) (1630-1714): III 59, VI 213, VII 209 |
Wittelsbach, Wolfgang Wilhelm van, paltsgraaf van Neuburg (hertoch van
Nieuburch) (1578-1653): V 217, 229, VI 246 |
Wittjenstein, zie Sayn-Wittgenstein |
Wladyslav VII, koning van Polen (1595-1648): III 75, IV 215, V 232, VI
136, 143, 236 |
Wobborsky; officier in het Staatse leger: III 205 |
Woldemar, graaf: VI 139 |
Wolder, zie Welderen |
Wolf, vrau: IV 89 |
Wolf; majoor in het Staatse leger: I 71, 92, II 67 |
Wolrich, zie Walrich |
Wolteri, zie Gualtheri |
Womelius, zie Vomelius |
Wotton, Catherine, gravin van Chesterfield († 1667); echtgenote van 1)
Henry Stanhope; 2) Johannes Polyander van Kerckhoven, gouvernante van Maria
Stuart: I 94, II 25, 28, III 83, IV 92 |
Wou, Van (de heer ridder Waude): VI 346 |
Wou, Van (Van Wau, Woud, Woude): VI 295, 306, 307, 320, 322, 325, 326, VII
83, 289, 298 |
Wrangel, Carl Gustaf, graaf van Salmis (Helm, Vrangel) (1613-1676);
maarschalk in het Zweedse leger en admiraal op de Zweedse vloot: III 42, IV
91 |
Wringer, Hessel Douwes (Vringer, Vringher) (1602-1661); secretaris van
Barradeel, lid der gezworen gemeente en vroedschap van Harlingen, volmacht
namens Barradeel in de Staten van Friesland, dijkgraaf: II 110, 111, III 10,
29, 36, 61, IV 12, 15, 16, 23, 25, 27, 28, 44, 56, 60, 65, 67, 241, 252,
264, V 26, 53, 274, VI 12, 16, 40, 47, 81, 95, 109, 115, 119, 331, 332, VII
15, 25, 39, 42, 44, 53, 59, 61, 70, 76, 79, 82, 108, 121, 150, 183, 340,
343, 349, 350, 352, 354 |
Wybe Gerloffs; lid van de vroedschap van Dokkum: III 57 |
Wybe Jochems; lid van de vroedschap van Stavoren: II 110 |
Wyck(e)fort, zie Wicquefort |
Wylich; kolonel in het Staatse leger: IV 184 |
Wymenum, zie Bouchorst |
|
Yeetsma, Yetsma, Yietsma, Ytsma, zie Itsma |
Yeltinga, zie Jeltinga |
Yepema, zie Jepema |
|
Zamstra, zie Sanstra |
Zavoy, zie Savoye |
Zeeland, Staten van: I 80, 83, II 71, 78, 90 |
Zeestait, Hannibal: VI 142 |
Zevenaer, Zevenar, zie Sevenaer |
Ziel, zie Zijl |
Zier(ck)sma, zie Sierksma |
Zijl, Pieter van (Siel, Ziel); luitenant-kolonel der infanterie in het
Staatse leger: II 51, III 83, 164-166, IV 197, VI 150, 266, 361, VII 315 |
Zijrsma, zie Sierksma |
Zoete de Lake, Alexander de, heer van Haultain (Alexandre de Doux,
Hautain, Haultyn) (1615-1645): I 72, 96, II 88, 98, 99, 101, III 59, 67, 68,
71, 75, 79, 81, 124, 125, 151, 178, 181, IV 70, 84, 105, 107, V 166, 171, VI
292 |
Zoete de Lake, Alexander de, heer van Villers (Vieleers, Vileers, Vilers)
(1603-1678); kapitein der infanterie in het Staatse leger: III 75, 185, 186,
205, IV 70, V 80, 159 |
Zoete de Lake, De (Haultyn); kornet in het Staatse leger: I 84 |
Zoete de Lake, Joost de, heer van Villers (Vileers) († 1589);
veldmaarschalk in het Staatse leger: VI 290 |
Zoete de Lake, vrau de (Vileers, Vilers, Villers); echtgenote van
Alexander de Zoete de Lake, heer van Haultain: III 186, IV 90, 203, 215, VI
129, 259 |
Zoete de Lake, Willem de, heer van Haultain (Haultyn): IV 156 |
Zuhm, Ernst (Zum): VI 31 |
| |
| |
Zulekum, Zuylekum, heer van, zie Huygens, Constantijn |
Zulestein, heer van, zie Nassau, Frederik van |
Zum, zie Zuhm |
Zuylen van Nyeveld, Machteld van (1621-1699); weduwe van Abraham de Bye,
echtgenote van Gerard van Reede: IV 150, 202, VI 282 |
Zweden, Anna Katarzyna van, prinses van Polen (1629-1651): V 232 |
Zweden, zie 1) Gustaf II Adolf; 2) Christina Augusta |
Zweden, Rijksdag van: V 68 |
|
-
voetnoot*
- Personen die alleen met patroniem zijn opgenomen zijn geïndexeerd op de
voornaam. De Romeinse cijfers verwijzen naar de dagboeken. De volgende
aanduiding is gehanteerd:
1643 |
I |
1649 |
VII |
1644 |
II |
1651 |
IX |
1645 |
III |
1652 |
X |
1646 |
IV |
1653 |
XI |
1647 |
V |
1654 |
XII |
1648 |
VI |
|
|
|