Jacobus van Looy

1889	Proza [met een woord vooraf en geïllustreerd met reisschetsen door de schrijver]
1892	Alfred de Musset, De Meinacht [La nuit de mai]
	Gekken
1900	Shakespeare, Macbeth [met een Decoratie-beschrijving door de vertaler]
1903	Feesten
1904	Proza [derde, vermeerderde druk]
1906	Ode aan Rembrandt. Tijdzang
1907	Shakespeare, Hamlet
1908	Uit het werk van Jac. van Looy [bloemlezing]
1910	De wonderlijke avonturen van Zebedeus Shakespeare, Romeo en Julia
1913	Reizen [met een voorwoord en acht tekeningen door de schrijver]
1915	Shakespeare, Naar het u lijkt [As you like it]
1917	Jaapje
1919	Nieuwjaarsdag
1920	De ar. Een berijmd verhaal
1923	Jaap
1925	De wonderlijke avonturen van Zebedeus. Nieuwe bijlagen
	De wonderlijke avonturen van Zebedeus. Nieuwste bijlagen
1929	Op reis
	Nieuw proza
1930	Jakob
1932	Gedichten. 1884-1925
1943	De pendule
1953	De weesjongen [fragmenten uit Jaapje, Jaap en Jakob]
1955	De dood van mijn poes
1969	De nachtcactus [met houtsneden van Gerrit Noordzij]
1975	‘Wie dronk toen water!’ [bloemlezing uit de briefwisseling met August Allebé]
1981	Eene ontmoeting
1982	Een feestdroom [bloemlezing uit het ongepubliceerde en ongebundelde werk]
1985	Een Epos in Ist

1926	M.A. Pit, Bibliographie van het werk van J. van Looy, 1886-1925
1930	M.J. Brusse, Jacobus van Looy over zijn werk
1938	[Titia van Looy-van Gelder], Tot het lezen in Jacobus van Looy, door zijn vrouw
1938	[Titia van Looy-van Gelder], Tot het lezen in Jacobus van Looy, door zijn vrouw, II, De wonderlijke avonturen van Zebedeus
1948	M. Augusta Jacobs, Jacobus van Looy en zijn literair werk
1952	L.M. van Dis, Jacobus van Looy als schrijver van ‘De wonderlijke avonturen van Zebedeus’.
1982	Chris Will en Peter Winkels, Jacobus van Looy. Schilder van huis uit, schrijver door toevallige omstandigheden. Een biografische schets.