CCLVII.
Sinte Anna-lied.
1
'k Ben mijn geldetje kwijt;
'k En heb geen zin van werken,
'k Wilde dat 't heele dagen
2
De schoolvrouw komt te vragen:
Wel duiv'l hebt gy geen zin?
- Een perkment in acht dagen
Is dat geen schoon gewin?
Mijn kussen aen de galge,
Mijn boutjes aen 't perlorin.
[Van dezelfde hand als het voorgaende. Ook in de omstreken van Kortryk is het eerste couplet bekend, doch op de kermis toegepast. Door perkament wordt de kant-patroon bedoeld.]