3. Een Cocktail, die klaar moet blijven, kan geroerd, de andere ‒ vooral de zomercocktails ‒ moeten flink opgeschud worden.
4. Houdt aparte shakers en glazen voor melk-, room- en eieren-drinks.
5. Spoelt de shakers na 't gebruik steeds om.
6. Sinaasappel- en citroensap moet steeds versch uitgeperst worden en vergeet het niet te zeven.
7. Cocktails en Mixed-drinks moeten goed koud opgediend worden.
Vult de glazen niet te vol en doet niet te veel (z.g. groenten) in de cocktails en behangt de glazen niet.
Wel mag er in een Dry Martini een olijfje of zuur uitje en in een zoete Cocktail een kers of stukje vrucht (maar niet te groot).
8. Plaatst de dranken etc. (voor Mixing) koel en legt de Champagne's goed koud.
Ontsiert de flesschen niet door capsules en etiketten te verwijderen.
9. Laat vooral het bedienend personeel steeds bij het aannemen van orders vragen: ‘Hoe verlangt gij uw drinks: dry, medium, of sweet?’ Ook bij de zure drinks is dat van toepassing.
10. Mixed-drinks. bestaande uit rum en diverse vruchtensappen, zijn in den zomer zeer aan te bevelen, o.a. Bacardi's en Planterspunchen.