Inleiding
Jacob Dircsz (ook wel geschreven als Dircxz) Wijnkoper was schepen van Alkmaar tussen 1558 en 1568 en vervolgens burgemeester van Alkmaar tussen 1570-1598. In laatstgenoemd jaar overleed hij. Het door hem begonnen boekje met regeringslijsten vanaf 1350, aangevuld met korte notities over belangrijke gebeurtenissen, werd na zijn dood voortgezet door zijn zoon Jan Jacobsz Stoop. De zoon was van 1600-1611 in Alkmaar schepen, van 1611-1618 lid van de vroedschap en in 1612 burgemeester, In 1618 werd hij uit de vroedschap ontslagen, als gevolg van de wetsverzetting op initiatief van prins Maurits. De pro-remonstrantse vroedschap werd toen vervangen door een vroedschap van contra-remonstrantse signatuur.
Het eigenlijke handschrift loopt van 1436 tot 1628 (de folio's 132-244). Het is later door de geschiedschrijver Simon Eikelenberg aangevuld met gegevens over de periode ervoor (vanaf 1412) en erna (tot 1700). Zijn aanvulling is dankzij een bijgevoegde inleiding te dateren op 1735. Eikelenberg schrijft dat het boekje bij toeval was ontdekt, toen het al in gebruik was als scheurpapier. De ontvanger Nicolaas Schagen had het gered en het later uitgeleend aan Eikelenberg. Deze vulde volgens eigen zeggen de ontbrekende gegevens aan met behulp van een ander afschrift van de kroniek, volgens Eikelenberg wellicht vervaardigd door Adriaan van Westphalen. Eikelenberg vertelt dat dit afschrift eindigde met een verklaring van notaris Hoogland in 1663 dat het een nauwkeurige kopie van het origineel was.
Het handschrift zou in de achttiende eeuw in bezit zijn geweest van de notaris en verzamelaar Jan Croll, om vervolgens vanaf 1782 in handen te komen van de Alkmaarse burgemeester Willem Jacob Domis. In 1809 werd het volgens Fasel door Pieter Rooze Kzn ten behoeve van de stad gekocht uit de boedel Van Vladeracken.
De verdere lotgevallen van het handschrift zijn onduidelijk. De eerste pagina bevat een stempel van het provinciaal bestuur van Noord-Holland en de aantekening in potlood dat de provincie het boekje in 1859 zou hebben aangekocht. Later is het weer eigendom geworden van het Alkmaarse gemeentearchief.
Het handschrift is behalve als bron voor de kennis van de namen van de plaatselijke bestuursleden, met name van waarde vanwege de vele bij de regeringslijsten opgenomen mededelingen over de Alkmaarse historie. De aantekeningen lopen over de periode 1412-1692. Ze geven een aardige inkijk in wat Alkmaarse regenten in de 16de eeuw en 17de eeuw de moeite van het noteren waard vonden. Er zijn duidelijk bestuurders aan het woord: er is veel aandacht voor politieke verwikkelingen, zoals de Beeldenstorm in 1566, de inkwartiering van Spaanse troepen in 1571, het beleg van 1573 en de ‘staatsgreep’ van de schutterij in 1610. Werkzaamheden aan gebouwen, straten enz. worden vaak vermeld. Af en toe worden ook belangrijk geachte of opvallende gebeurtenissen op landelijk of internationaal terrein genoemd.