Woerden, tegen hun gedane beloften, gepleeght, namelijck van die tijdt af, dat sy daer in getreden sijn, tot aen hun verlating en vertreck uyt dese twee plaetsen; te weten door middel van twee Journalen, of Dagelijcksche Verhalingen, die my van soodanigen sijn ter handt gekomen, van de welcken ick vastelijck vertrou, dat zy getracht hebben aen de waerheyt niet te kort te sullen doen.
Wat het Dag-register van Uytrecht betreft, 't welck van een stedelingh van die plaets self is geschreven, die dieshalven bequame gelegentheydt ghehad kan hebben, om kennisse van saken te nemen, behalven dat het uyt sich self naeuwkeurigh is, soo hebben wy 't noch met veel Autentijcke bewijsen, tot ons voorgestelde oogwit dienstigh, vermeerdert, gelijck oock met het geen, dat wy uyt het verhael van een ander persoon, de welcke oock pretendeert de waerheyt tot sijn doelwit te hebben, hier neffens hebben ingevoegt.
Wat aengaet het Dagh-register van Woerden, seker een Stadt, wel waerdigh dat haer naem in geheugenis blijft, dewijl sy, nu by na hondert jaren geleden, het ge-