[Zoutvat]
ZOUTVAT, z.n., o., des zoutvats, of van het zoutvat; meerv. zoutvaten. Verkleinw. zoutvaatje, het welk meest in gebruik is. Van zout en vat. Eigenlijk een groot, rond, uit duigen vervaardigd, houten vat, geschikt om zout te bewaren, of te vervoeren. Wijders, een klein rond, of hoekig vaatje, van tin, zilver, glas, enz., om het noodige zout, bij den maaltijd, daarin on de tafel te zetten: kristallen, verlakte zoutvaten. Zet het zoutvat op de tafel.