Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 387]
| |
beeld der hope. In eene ruimere beteekenis is elk ligchamelijk of zinnelijk ding, in zoo ver het iets onligchamelijks aanduidt, een zinnebeeld. Zoo is de adem, de wind, genoegzaam in alle talen, een beeld, of het zinnebeeld der ziel; en da woorden geest, spiritus, πνευμα, enz. zijn beeldelijke, of zinnebeeldige uitdrukkingen. Van hier zinnebeeldelijk, zinnebeeldig, bijv. n. en bijw., een zinnebeeld bevattend, en op eene zinnebeeldige wijze. |
|