Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Zilversmid] ZILVERSMID, z.n., m., des zilversmids, of van den zilversmid; meerv. zilversmeden. Van zilver en smid. Een kunstenaar, die allerlei werk uit zilver vervaardigt. Zamenstell.: zilversmidsknecht, zilversmidswinkel. Vorige Volgende