[Zilvergeld]
ZILVERGELD, z.n., onz., des zilvergelds, of van het zilvergeld; het meerv. is niet in gebruik. Van zilver en geld. Uit zilver geslagen geld, in onderscheiding van kopergeld en goudgeld: honderd gulden zilvergeld. Ik heb geen zilvergeld bij mij.