[Zegwijze]
ZEGWIJZE, z.n., vr., der, of van de zegwijze; meerv. zegwijzen. Van zeggen en wijze. Ook zegswijze. De wijze, waarop men iets zegt: zijne zegwijze is beknopt en krachtig. Eene bijzondere zamenvoeging van eenige woorden: in die zegswijze komt het woord wederom anders voor.