[Zeeboon]
ZEEBOON, z.n., vr., der, of van de zeeboon; meerv. zeeboonen. Van zee en boon. Dezen naam geeft men aan zeker slag van stuipboomen, en aan de vruchten van dat plantgewas, dat aan zee groeit: de zeeboonen worden ook purgeerboonen genoemd, en St. Thomasboonen, naar het eiland St. Thomas.