Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Zandwoestijn] ZANDWOESTIJN, z.n., vr., der, of van de zandwoestijn; meerv. zandwoestijnen. Van zand en woestijn. Ook zandzee. Eene woestijn, welker grond uit louter zand bestaat, waarop genoegzaam niets groeit: de zandwoestijn van Nubie. Vorige Volgende