[Zaakvoerder]
ZAAKVOERDER, z.n., m., des zaakvoerders, of van den zaakvoerder; meerv. zaakvoerders. Bij Halma een gezant aan vreemde hoven, wiens plaatsvervanger bij zijn afzijn, den naam van zaakgelastigde, chargé d'affaires, voert: des Keizers zaakvoerder in Amerika. Van hier zaakvoerderschap.