Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 267]
| |
X.Eene onduitsche letter, zie Inleiding, bladz. 72 en 73. Oulings gebruikte men haar als eene bekorting van ks. Dus vindt men bij M. Stok. sirixe, in plaats van sirikse; - die twee jonxte jegen den ouden, enz. En zoo schreef men nog lang dagelijx, naauwlijxs, des volx, des rijx, enz. Maar Kil. begreep reeds, dat deze bekorting evenmin eene plaats in ons ABE verdiende, als al die andere bekortingen, die de afschrijvers van oude boeken bezigden; en ook wij gebruiken tegenwoordig, in hollandsche woorden, alleen de ks, als: dagelijks, naauwlijks, des volks, des rijks, enz. Kil. gebruikte de x enkel op zijne lijst van vreemde eigennamen, waarin de Latijnen haar, in navolging der Grieken, gebezigd hadden; en zoo doen wij ook thands algemeen, schrijvende Xanthus, Xerxes, Artaxerxes, Alexander, Xenophon, enz. |
|