Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Wrevelmoed] WREVELMOED, z.n., m., des wrevelmoeds, of van den wrevelmoed; zonder meerv. Van wrevel en moed. Wreveligheid: zijn wrevelmoed vervoert hem tot de grootste wreedheden. Van hier wrevelmoedig. Vorige Volgende