Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 235]
| |
maand; meerv. wolfsmaanden. Van wolf en maand. Hoogd. wolfsmonath. Bij Kil. en Halma, de naam der laatste maand van het jaar, wanneer de wolven hieromstreeks oulings het meeste plagten te woeden. |
|