[Wolfsklaauw]
WOLFSKLAAUW, z.n., m., des wolfsklaauws, of van den wolfsklaauw; meerv. wolfsklaauwen. Van wolf en klaauw. De klaauw van een' wolf. Ook een plantgewas van vijf en twintig verschillende soorten: de Franschen geven aan den wolfsklaauw den naam van pied de loup, die beter aan den wolfspoot voegt.