[Winkelmaat]
WINKELMAAT, z.n., vr., der, of van de winkelmaat; meerv. winkelmaten. Van winkel en maat. Anders winkelhaak, hoogd. winkelhaken en winkelmasz. Bij Kil. een bekend werktuig van timmerlieden enz.: kostelicke steenen nae de winckelmate gehouwen. Bijbelv. Winkelhaak is, figuurl. ook eene scheur in laken, doek, enz., in de gedaante eens winkelhaaks.