[Winkel]
WINKEL, z.n., m., des winkels, of van den winkel; meerv. winkelen en winkels. Verkleinw. winkeltje. Een hoek: in hoecken en winckels houden si haer scholen. A. Bijns. Ick wil de neering sien in een hoeck of winckel. Brederod. Verbergt sijn dieverij in winckels nocht in hoecken. Vond. Maar vondt hem in geen winckelen noch hoeken. L. Bake. Bijzonderlijk noemt men dus het hol van het hoofd, waarin het oog begrepen is: booren d'oogen uit hun winkels. Hooft. D'oogen uit haer winckelen geboort. Vond. Blikken, die verwoed steets heene en weder in de diepe winkels draaijen. Rotgans. De hoek van een voorhuis, waarin men koopmanschapt, en welke door den zoogenoemden hoek- of toon-bank afgesloten wordt; en voorts evenveel welke plaats van een huis, waar men zijne nering of handtering eigenlijk drijft: er is iemand voor in den winkel. Ik gaf het den timmerman mede naar zijnen winkel. In dien winkel gesmeedt. Vollenh. In ruimeren zin een huis, waar men winkelnering drijft: de straat is vol winkels. Loop eens voor mij naar den winkel, om wat tabak te koopen. Dat onse winckelen vol zijnde den eenen voorraet na den anderen uijtgeven. Bijbelv. Een open winkel, een besloten winkel. Winkelnering: zij doet ook al winkel. Winkel houden. Eenen winkel opzetten, is winkelnering beginnen. Uit den winkel scheiden, van de winkelnering afstappen. Eenen winkel uitverkoopen, zijne winkelgoederen verkoopen, zonder
derzelver plaats door andere aan te vullen. Die winkelverkoopt uit, of is uitverkocht, het is met die zaak gedaan. Dat is daar een winkel! een ongeredderde boel. Van hier winkelen, winkelier, enz. Zamenstell.: winkelboek, winkeldeur, winkeldochter, winkeldoos, winkelflesch, winkelgereedschap, winkelgoed, winkelhaak, winkelhouder, winkeljongen, winkelkamer, winkelknecht, winkelladder, winkellade, winkellamp, winkellei, winkelmaat, winkelmeid, winkelnaad, winkelnering, winkelplank, winkeltand, winkeltrapje, winkelvenster, winkelwaar, enz. Artzenijwinkel, achterwinkel, bakkerswinkel, barbierswinkel, boekwinkel, chitswinkel, fruitwinkel, ga-