[Wijnblad]
WIJNBLAD, z.n., o., des wijnblads, of van het wijnblad; meerv. wijnbladen. Van wijn, voor wijngaard, en blad; want dit woord luidt voluit wijngaardblad; en er heerscht in hetzelve soortgelijk eene bekorting als in wijkwast, zie wijwater. Een blad van eenen wijngaard: de fruitmandjes waren met wijnbladen belegd.