Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Welbevolkt] WELBEVOLKT, bijv. n., zonder vergrootingstrappen. Van wel en bevolkt. Anders welbewoond. Wel van inwoners voorzien: die welbevolkte stad. Van hier welbevolktheid. Vorige Volgende