[Welbekomen]
WELBEKOMEN, z.n., o., des welbekomens, of van het welbekomen; zonder meerv. Van wel, en de onbepaalde wijze van bekomen, die, in vereeniging met wel als z.n. gebezigd wordt. Goede vertering: nog een glaasje op het welbekomen van den maaltijd. Van hetzelfde wel en bekomen vormt men den wensch van wel bekome het u, wel moge het u bekomen!