[Welbedacht]
WELBEDACHT, bijv. n., zonder vergrootingstrappen. Van wel en bedacht. Genoegzaam bedacht, bedachtzaam: het is een welbedacht jongeling. Vooraf wel overwogen: met welbedachte taal, het tegenoverstaande van onbedachte. Van hier welbedachtheid. In: dat is niet wel bedacht, overwogen, verzonnen, beraamd, enz. waarin bedacht een deelw. blijft, blijft wel er evenzeer van afgescheiden, als van het werkw. bedenken.