Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Wegstuderen] WEGSTUDEREN, bedr. w., gelijkvl. Ik studeerde weg, heb weggestudeerd Van weg en studeren. Al studerende verliezen: hij heeft zijn verstand weggestudeerd. Vorige Volgende