Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z
(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 99]
| |
zondere gedaante: snijd mij een stuk van die wegge. Voorts is wegghe boters, en boterwegghe, bij Kil., een klomp boters, hoogd. butterweck, om dat zulk een klomp de gedaante van eene dubbele wigge heeft, even als het gezegde brood nog hedendaags in Duitschland, en hier te lande zekerlijk oulings ook. Het komt intusschen vrij wel overeen met het phrygische Βεϰϰος. |
|