[Weeromstuit]
WEEROMSTUIT, z.n., m., des weeromstuits, of van den weeromstuit; zonder meerv. Van weerom en stuit. Een stuit, die door terugkaatsing veroorzaakt wordt: bij den weeromstuit van dien bal. Het raakt mij enkel door den weeromstuit, is, evenveel, als niet regtstreeks. Elders luidt dit woord ook wederstuit en weerstuit: door den weerstuit. Vond.