[Weekblad]
WEEKBLAD, z.n., o., des weekblads, of van het weekblad; meerv. weekbladen. Verkleinw. weekblaadje. Van week en blad. Anders weekschrift. Een blad, dat eens, of, ten hoogste, tweemalen, in elke week uitgegeven wordt: dat weekblad wordt alom gelezen. Zamenstell.: weekbladdrukker, weekbladschrijver, enz.