Nederduitsch taalkundig woordenboek. W-Z(1811)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Wederdoopen] WEDERDOOPEN, zelden gebruikelijk, dan in de onbepaalde wijze, als z.n., voor het herdoopen, de wederdoop. Van hier wederdooper, al wie reeds gedoopte menschen herdoopt, wederdooperij, wederdoopster, enz. Vorige Volgende