[Waterzak]
WATERZAK, z.n., m., des waterzaks, of van den waterzak; meerv. waterzakken. Van water en zak. Zulk een lederen zak, als waarin de Oosterlingen op reis water medevoeren. Voorts geeft men den naam van waterzak ook wel eens aan iemand, die veel water drinkt, en dien men anders waterbuik noemt: het is een regte waterzak.